‘Ik ben al jaren dood, maar ook dat is natuurlijk maar een verhaal.’ Deze zin keert in verschillende vormen terug in de fraaie solovoorstelling van Dick van den Toorn, die ondanks de titel zeker niet alleen over de schrijver, dichter en televisiemaker Boudewijn Büch (1948-2002) gaat. (meer…)
Wat is de waarde van werk? En daarmee: wat is de waarde van de persoon die dat werk uitvoert? Lisanne van Aert en Lotte Lola Vermeer, samen St. Radicale Gezelligheid / Het Pijpcollectief, stellen deze vragen centraal in hun vertelvoorstelling De wereld heeft ons failliet verklaard, die in première ging tijdens het slotweekend van Expeditie Cement.
Van Aert en Vermeer – beiden opgeleid bij Writing for Performance aan de HKU – namen de verhalen van hun moeders als uitgangspunt. De beide moeders werden na een lang werkzaam leven rond hun zestigste plotseling ontslagen. Gekleed in beige werkoveralls staan de moeders met hun dochters op de vloer. Om hen heen archiefdozen vol kantoorbenodigdheden en werkkleding. Met stukken beschreven tape voorzien de dochters hen en zichzelf van etiketten: schrijver, aardbeienplukker, beleidsmedewerker, directiesecretaresse. De dochters vertellen, de moeders vullen aan.
Dat vertellen beslaat het volledige werkende leven van de twee vrouwen, van het eerste zaterdagbaantje bij de bakker, via de al dan niet benutte studietijd en de combinatie met het moederschap, tot aan het ontslag. Aan de hand van dit werkverleden is goed te peilen hoe sinds pakweg de jaren zestig het mensbeeld is veranderd: waardering voor trouw werknemerschap en onderlinge zorgzaamheid hebben plaatsgemaakt voor efficiency en proactieve loopbaanplanning. Deze vrouwen stapten de arbeidsmarkt op in de hoogtijdagen van de sociale voorzieningen en vlogen eruit met de ontmanteling daarvan. Moeder Jeannette kreeg daarbij na dertig jaar positieve beoordelingen botweg te horen dat ze niet meer voldeed en kon vertrekken. De verwerking kostte haar jaren.
Maar doordat de makers stilstaan bij elke wending in de carrière en het wikken en wegen dat daaraan voorafging, verliest de voorstelling gaandeweg aan vaart. De dochters willen met hun volledigheid hun moeders graag eren, en dat is gezien de duidelijk liefdevolle onderlinge verhoudingen begrijpelijk. De moeders zijn zo moedig om met hun kinderen op het toneel te komen staan, maar zij zijn geen professionele performers die hun fysiek kunnen inzetten om het verhaal meerkantig te maken. Daar hadden Van Aert en Vermeer met hun regisseur Vincent van den Elshout kunnen kiezen voor een meer gedoseerde inzet van de moeders. Wat dat had kunnen opleveren, zien we in de mooi opgebouwde tirade van moeder Mieke rond het kerstpakket van 2014, waarbij het serviesgoed even door de ruimte vliegt.
De vertelling wordt onderbroken door sessies waarin de dochters de kantoorspullen en werkkleding met nietpistolen aan een stalen skelet vastmaken. Het leidt tot een slotbeeld waarin de moeders de rekwisieten van hun hele leven op hun schouders torsen. Het zijn krachtige vrouwen, die met hun kennisarchief, levenservaring en trouw voor een set waarden staan die uit de samenleving zijn wegbezuinigd. Maar zijn de dochters werkelijk beter af zonder?
Foto: William van der Voort