Dans, zou je zeggen, is het overwinnen van zwaartekracht met hoge sprongen, zwevende passen. Maar de Chileens-Israëlische choreograaf en danser Olivia Court Mesa zoekt in het tweeluik Dyptich: The Historical Present het tegendeel van de hoogte. (meer…)
Maar liefst zes voorstellingen kent het jongemakersdansprogramma van ITs. Werd de selectie vaak gedomineerd door studenten van de Amsterdamse Choreografie Opleiding, dit keer zijn alle Nederlandse dansopleidingen vertegenwoordigd. Daarmee geeft The makers present: dance niet alleen een beeld van de kwaliteit van deze opleidingen, maar ook van hun diversiteit.
De Fontys Dansacademie wordt vertegenwoordigd door Floortje Doeksen, haar choreografie Logorroico, Logorrhea kent vooral theatrale uitgangspunten. Doeksen zet haar publiek in een cirkel dicht op de dansers. Een man, een vrouw, een stoel en een thermosfles; het anekdotische en ook wat chaotische duet start met een speelse strijd tussen beiden. Maar na een plotselinge donkerslag, is de sfeer anders. De vrouw is zichzelf kwijt, spartelt, sputtert en murmelt in het Zwitsers-Duits. Haar bewegingen zijn onnatuurlijk en hoekig. Als de man zich over haar ontfermt ontstaat een acrobatisch bewegingsspel.
Wessel Oostrum (Codarts Rotterdam) toont de korte solo Speech. Wat opvalt is het lijnenspel van zijn grote bewegingen in de eerste minuten. De danstechnische kwaliteit van deze opleiding is hier goed zichtbaar. Gemakkelijk neemt Oostrum in zijn eentje de hele zaal in beslag. Daarna danst hij Speech frontaal op het publiek met op de achtergrond een tekst van een Charlie Chaplin-speech uit The great dictator. Woorden worden verbeeld, de spanning tussen tekst en beweging valt vanaf dat moment jammer genoeg weg.
Hoe anders zijn de choreografieën van de Amsterdamse School voor Nieuwe Dansontwikkeling, die uitblinken in abstractie. Lisa Vereertbrugghens duet Eins zwo houdt het midden tussen een speech, dans en rap. De set bestaat uit twee boxen, twee microfoons en twee performers die uiterst langzaam en summier bewegen terwijl sporadisch een tekst wordt uitgesproken, ‘opening the arms, arching the back’. In al hun acties zijn de ogen op het publiek gericht. Vereertbrugghen analyseerde het bewegingsvocabulaire van diverse vrouwelijke choreografen en popartiesten en verwerkte die in de selectieve tekst, haar bewegingen stal ze van verschillende mannelijke hiphop en reggae grootheden. Met deze intrigerende ingrediënten maakt ze een uiterst trage choreografie die behoorlijk wat geduld vraagt van de toeschouwer. Eins zwo is een schets waar nog meer ‘muziek’ in zit.
Nog abstracter is Man-at-arms van Nina Djeki, een choreografie uit drie delen waarin Djeki speelt met de elementen van grafische vormgeving. In het eerste deel zit Djeki halfnaakt in het donker, voor haar op de grond ligt een papier met een afbeelding die niet te onderscheiden is. In een reeks felle lichtflitsen toont de solo Djeki in subtiel veranderende hurkende posities, waarin ze vooral veel met haar armen en handen beweegt. In deel twee beweegt Djeki, in wit pak gekleed, tussen twee rijen sprietige planten. Elke positie is nauwkeurig uitgemeten, een korte tekst kondigt het einde aan. In deel drie staan de planten om haar heen en houdt ze een koord vast in dezelfde kleur blauw als haar muts. In het werk van de Amsterdamse bachelor choreografie worden de connecties met de beeldende kunst steeds zichtbaarder.
Communicatiever is het werk van de Arnhemse dansacademie ARTEZ, dat de laatste jaren sterker choreografisch talent aflevert. Vooral het duet The one we act, the other we are van Tillmann Becker springt in het oog. Een man wordt uitgedaagd door zijn alter ego. Met de punten van zijn vingers in de vorm van een vogelbek pikt Becker in de kuit van zijn partner. Het is het begin van een sterk en virtuoos gedanst duet.
Complexer is de aanpak van Ooze, van Mirjam Sögner, dat in april al te zien was tijdens Voorjaarsontwaken in Korzo. Sögner zet haar trio af tegen levensgrote beelden van blote ruggen, armen en benen. Het stuk heeft zich sinds Voorjaarswaken verder ontwikkeld. De soundscape is nu dwingender en geeft Ooze een mysterieus karakter. Maar de live dans moet het nog steeds afleggen tegen de prachtige projecties die om meer contrast smeken.
Het is nog even afwachten wie de nieuwe ITs Krisztina de Châtel Award, een prijs van vijfenveertighonderd euro, krijgt toebedeeld. Een van de zes makers van dit programma zal hem in ontvangst mogen nemen. Dat wordt duimen.