‘Ik lijk niet op jou.’ Ze herhaalt het een aantal keer in de voorstelling Moeder van glas. Ze huilt niet, heeft geen hulp nodig, ze maakt carrière, ze kookt en wast. ‘Ik ben er. Altijd. Ik lijk niet op jou.’ Het klinkt meer als bezwering dan als constatering. (meer…)
In de tent van Minoux op het terrein van Theaterfestival Boulevard wordt een gemeenschap gesmeed. Leer me de dans van je moeder laat verschillende vrouwen vertellen over de allereerste zorgrelatie die we kennen: die met de moeder. Met zang, dans, rituelen, rondetafels en getuigenissen is het een lappendeken aan inzichten waar je twee uur later weliswaar bezweet, maar ook geborgen onder vandaan komt.
‘Hoe zorg ik voor moeder’, was de vraag waar Minou Bosua dit project mee startte. Ze kwam op dat verwarrende punt in haar leven waarop de zorgrollen tussen ouder en kind omdraaien. Zal ze haar ouder wordende moeder in huis nemen? Moet ze beter durven autorijden om vaker op bezoek te kunnen? Moet ze zoveel mogelijk technische hulpmiddelen bij moeder in huis installeren zodat ze niet valt, verdwaalt of eenzaam hoeft te zijn? Om haar vragen te beantwoorden, ging ze met moeders en dochters van verschillende achtergronden in gesprek.
Bosua vertrekt in haar werk met Minoux steeds vanuit haar eigen, persoonlijke relaties. En door de vragen die deze bij haarzelf oproepen, openhartig te delen met anderen – en niet per sé mensen die op haar lijken – maakt ze haar thema telkens universeel. Zeker omdat ze die anderen dan ook bij zich op het podium vraagt. Waar ze in het overrompelende Niet de vaders vorig jaar het podium deelde met Eelco Smits en (vanwege corona op film) een mannenkoor, maakt ze deze keer ruim baan voor de vrouwen. De moeders en de dochters.
Hoe recht te doen aan wat er gebeurt in Leer me de dans van je moeder? Het dekt toch niet de lading als ik vertel dat de middag de vorm heeft van een buurtbijeenkomst met thee en versnaperingen, vergadertafels en Bosua als bevlogen voorzitter. Of dat het iets heeft van een bonte avond met zang en dans en verhalen over sterke moeders en dappere dochters van over de hele wereld. Boven alles is dit een lappendeken, veelkleurig en warm als het werk van ontwerper Bas Kosters die opnieuw het beeld heeft verzorgd. Die deken groeit mee met ieders verhaal, elk thema dat aanhaakt op die ene vraag. Je kijkt en wordt gezien. Je luistert en vertelt. Lapje voor lapje verruimt de middag de blik op zorg tussen moeders en kinderen en ontstaat een gemeenschapsgevoel.
Je bent pas echt op een theaterfestival als je midden op de dag in een oververhitte tent zit en tussen de flarden muziek van over het hele terrein toch even de rillingen krijgt. Dat gebeurt vanmiddag bij de getuigenissen van deze dochters en moeders. De dochter die het lievelingslied zingt van haar moeder, die twee banen had om in haar eentje tien kinderen te kunnen grootbrengen; de moeder die een oorlog ontvluchtte om haar dochters een betere toekomst te geven en in gekmakende onzekerheid wacht op een verblijfsvergunning; de met racisme geconfronteerde dochter die haar moeder dankt voor haar naam, waarin zoveel betekenis schuilt dat die als een deken om haar heen ligt.
Foto: Karin Jonkers