Na 45 jaar stopt de Uitmarkt in zijn huidige vorm. Het concept past volgens de organiserende stichting niet meer bij deze tijd. Onder de naam ‘DE OPENING van het culturele seizoen’ presenteert de organisatie vanaf 2024 een nieuw concept. Deze zomer is er een kleinschalige tusseneditie.
(meer…)
Donderdagochtend 15 juli kwamen negentien jonge theatermakers en hun mogelijkmakers samen. Leernetwerk voor creatief producenten De Metselarij, Platform Aanvang en Over het IJ organiseerden een live ontmoetingsbijeenkomst of ‘MetselaReis’ over samenwerkingsverbanden. Zelfstandige makers, theatercollectieven, beleidsmakers, organisatoren van talententrajecten en zakelijk leiders praatten met elkaar over hoe ze nu samenwerken en hoe ze dat zouden willen. Hoe kunnen ze elkaar non-hiërarchisch versterken?
De bijeenkomst begint met Sanna Elon Vrij en Anne van de Wetering van Club Gewalt die vertellen hoe zij het de afgelopen tien jaar hebben aangepakt een collectief te zijn. Ze werden een collectief uit nood, na het ‘rampenjaar voor de kunst 2012 – 2013’, het jaar dat ze afstudeerden. In 2018 werden ze geroemd om hun unieke muzikale bijdrage en genomineerd voor de BNG Bank Theaterprijs, maar kregen ze geen subsidie en konden ze hun huur niet betalen. Ze richtten ‘hobbyclub Gewalt’ op, omdat ze niet (genoeg) betaald kregen voor hun werk. Dat jaar leerden ze tijd te nemen en samen ruimte te maken voor wie ze zijn én voor het onbekende, zoals hun opstartende werk in het buitenland.
Die tijd raden Vrij en Van de Wetering andere makers ook aan om gezond te blijven. Het lange zoeken naar vaste plekken heeft hen eigenheid opgeleverd. Toen ze onlangs wel de meerjarige subsidie van het Fonds Podiumkunsten kregen, richtten ze ‘Club Gewalt Academy’ op, een leertraject met verschillende portefeuilles, waaronder het nadenken over de waarde van geld en bedenken ‘wat te doen met heel veel geld?’. Ten behoeve van de duurzaamheid van hun collectief, dat uit goede vrienden bestaat, leerden ze hoe helder rollen te verdelen. Want ‘als iedereen verantwoordelijk is, dan is niemand verantwoordelijk’. Structureren en fluïde rollen helder maken hielp hen.
Welke rollen en taken zijn er te vergeven in een organisatie in de podiumkunsten? Vaak zijn makers, uit noodzaak of vrijwillig, zowel zakelijk als artistiek leider van hun onderneming. Andrea van Wingerden van De Metselarij vertelt de groep over de acht managementrollen van Quinn, die idealiter in elke onderneming zitten, al bestaat die uit één zzp’er. Soms zijn rollen onder- of overbezet. Ze vertaalt de rollen naar de kunstwereld en deelt kaartjes uit waarop we de kenmerken van die rol lezen.
Vier van de rollen horen bij ‘Flexibiliteit’, dat zich zowel intern als extern kan uiten, en vier rollen horen bij ‘Beheersing’, dat ook intern en extern ingezet wordt. Je hebt ze allemaal nodig. Zo leren we dat Strateeg geen vies woord is, maar dat je die kant nodig hebt om je onderneming op lange termijn staande te houden. Club Gewalt zegt geen communicatiespecialist in het team te hebben en die in te gaan huren. Netwerkers moeten we allemaal zijn, maar bij de één gaat dat minder vanzelf (uit tijdgebrek door een baby of uit weerzin zichzelf te promoten) dan bij de ander. Stimulators en Helpers worden in aanwezige collectieven voortaan in hun kracht gezet. Presteerders en Pioniers, ook rollen in het managementmodel van Quinn, leren dat ze ook vooruit moeten kijken, na het project dat ze nu vol overgave uitvoeren. De laatste rollen, de Coördinator en de Analyticus, zijn nodig om collectieve prestaties te blijven regelen en sturen en niet alleen te doen wat je op dat moment leuk vindt. Hulp kunnen vragen als niet alle rollen in je (collectief) zitten, kan nuttig zijn. Daar is deze bijeenkomst een goed startpunt van. Het aanvaarden dat niet alles collectief is, kan je collectief juist collectiever maken.
Welke rollen gaan al goed en welke staan ver van de makers en/of hun collectief af? Enthousiast verdelen de aanwezigen zich in drie groepen: de artistieke en zakelijke leiders verzamelen zich in de foyer, de makers en zzp’ers bij de bar en collectiefleden (waarvan er vaak meer dan een persoon aanwezig was) bij het podium. Arjan Qhutbulla van collectief 155 zegt dat ze als autodidacten na bijna te lang zelf uitproberen hulp vroegen bij developers om een dag mee te denken over hun structuur. Aangezien ze met familieleden werken en alles zelf doen, lopen de rollen vaak door elkaar. Qhutbulla mist mensen die zich aanbieden als ‘Strateeg in de cultuursector’. Een subsidieverstrekker die meerjarensubsidie verleent en structuren kan veranderen kan zo iemand voorstellen: het liefst iemand die de makers gedurende lange tijd al heeft kunnen volgen, zodat ze de gelaagdheid van het werk en de organisatie snappen. Voor collectief 155 was het nuttig met een externe partij na te denken over hun plannen voor de komende vier jaar. Juul Spoor, hun zakelijk leider, helpt de jongens van 155 nog vaak herinneren aan wat er toen is bedacht, zodat ze niet vervallen in alleen maar doen wat ze nu leuk vinden.
Wat werkt nog niet of voelt onveilig? Door collectief, non-hiërarchisch samen te werken kun je ontsnappen aan machtsstructuren, maar dat blijkt nog niet in elke organisatie te lukken. Een aanwezige producent kreeg van haar artistiek en zakelijk leider te horen: ‘je doet je werk het best als ik zo weinig mogelijk met je te maken krijg’ en ‘jij moet het oplossen’ in plaats van ‘wij’. Ze besluit om de onveiligheid aan te kaarten na deze bijeenkomst. Acteur en theatermaker Tim Schouten noemt zichzelf een gezelschap, omdat hij later andere makers bij zijn theatergezelschap Dear T, wil vragen. Nu is hij artistiek en zakelijk leider, acteur en bedenker, maar deze middag leert hem voorbij het komende project te kijken en langere lijnen te organiseren.
Hoe gaan we verder? Collectieven vertellen bewuster rollen te willen verdelen ter efficiëntie. Een dramaturg wil juist meer flexibiliteit creëren in rollen binnen een maakproces. Anderen willen vastgeroeste patronen doorbreken. Het community-gevoel wordt voelbaar. Er is weer beweging na de versnippering van de afgelopen tijd. Meerdere makers zeggen hoe fijn ze de bijeenkomst (na het thuiszitten van de afgelopen tijd) vinden en hoe belangrijk het is om niet alleen successen te delen, maar een open ‘binnenkant-gesprek’ te kunnen voeren over de sector.
Makers gaan in de eerste tien jaar na hun afstuderen vaak door dezelfde fasen en kunnen dus alleen maar groeien als ze elkaar helpen met inzichten en steunen in pijnpunten: in elke fase van je groei zijn de rollen van Quinn anders. Spoor van 155 zegt dat ze minder faalangst van deze bijeenkomst krijgt: ‘Iedereen heeft dit! We proberen gewoon en we zijn gewoon stappen aan het zetten.’ Een jonge creatief producent vult aan: ‘Als je kunt sparren, zie je weer de mogelijkheden en de context waarin je werkt, na de emoties van een proces: dan kun je het in perspectief zien en stappen zetten’.
Loondienstcontract is niet op alles het antwoord, een supportnetwerk misschien wel: het vergroot de solidariteit. Nu rijst de vraag: ‘als iedereen verantwoordelijk is om dat te organiseren, dan niemand?’ Gelukkig wordt het praten over het theaterwerkveld van de toekomst al gefaciliteerd door De Metselarij en Platform Aanvang, waar makers grenzen stellen en zichzelf en hun rollen samen opnieuw uitvinden. Door het structureel faciliteren van deze gesprekken geven zij het theater van de toekomst mede vorm.
Leernetwerk De Metselarij werd opgericht ‘uit nood aan reflectie en ontwikkeling voor jong zakelijk talent’. Andrea van Wingerden, oud-zakelijk directeur van Festival Cement, zag het grillige werkveld van 2015 en begon de beweging onder de vleugels van Festival Cement. De groepen ‘metselaars’ bestaan uit zakelijk leiders, creatief producenten en programmamakers. Ze trekken drie jaar met elkaar op en maken gezamenlijk hun leertraject. De inschrijving voor de nieuwe groepen die in januari beginnen staat open.
Platform Aanvang organiseert sinds eind 2019 bijeenkomsten om ontmoetingen en gesprek binnen de podiumkunsten te faciliteren. Het platform wil onder meer de pluriformiteit en slagkracht van de sector beschermen en ondersteunen en solidariteit in het veld verduurzamen.
Over het IJ zette in 2020 in het verlengde van hun talentontwikkelingstrajecten hun Young Prof-programma op, waaronder het Makersloket, waar makers en ‘mogelijkmakers’ eens in de twee weken terecht kunnen voor een gesprek – live of online. In het najaar van 2021 volgen nog een aantal ‘MetselaReizen‘.
Foto: Club Gewalt x Opera, Mihai Gui