Het optimisme vooraf was hartverwarmend, maar opbeurende woorden als ‘het festival is groener’ en ‘het programma zit als vanouds vol met muziek, theater, literatuur en kunst’ konden niet verhullen dat FestiValderAa een behoorlijk aderlating heeft moeten ondergaan. (meer…)
Hoe organiseer je deze dagen een festival als je geen zin hebt in gedoe met testen, gezondheidsverklaringen en vaccinatiebewijzen? De oplossing van FestiValderAa in het Drentse Schipborg was even simpel als ingenieus: trek het publiek uit elkaar, verdeel het in overzichtelijke groepjes en laat het fietsen en wandelen. De fietsers doen Fietsevalderaa, de wandelaars Voetevalderaa. Voilà: een theaterfestival in coronatijd.
Dat het karakter van het festival daarmee enigszins verschuift naar dat van een natuurbelevingsfestival neem je op de koop toe. Op een festival als Oerol fiets je ook zo maar tien kilometer van de ene naar de andere voorstelling. En ach, zo’n straf is het niet om in Nationaal Park Drentsche Aa te verwijlen. Problematischer wordt het als je heel eigenwijs van de vastgelegde fietsroutes wil afwijken en een eigen programma wil volgen. Dan ben je als eenzame fietser danig aan het lot overgeleverd. Aan bewegwijzering doet FestiValderAa niet. Niet nodig immers, elke groepje krijgt een gids mee.
Het waarom is snel duidelijk: de locaties zijn vopterst op prachtige, maar amper te vinden plekjes. Een door hoge bomen omzoomd veldje dat alleen via een smal paadje is te bereiken of een geïsoleerd heidegebied in een groot bos. Mij lukte het niet op één dag de op papier zo overzichtelijke route met vier voorstellingen te zien. Gelukkig scheen ook op de tweede dag de zon.
De vrijheid tegemoet
In een manege in Oudemolen speelde de scheidende productiegroep van De Noorderlingen de bewegingstheatervoorstelling De Kleine Man, amper twee weken na de publiekspremière van GROOT in al zijn pretenties EN KLEIN in de rest. De Kleine Man laat weer een heel andere kant van dit getalenteerde zestal zien. Na een schoorvoetende introductie rennen de spelers als een groep jonge veulens door het rulle zand. Letterlijk tomeloos.
De krachtige choreografie van Lotte Lohrengel lijkt daarna een verbeelding van wat er zich in zo’n groep kan afspelen. Er is trots, er is verdriet, er zijn priemende blikken die stoerheid en zelfverzekerdheid uitstralen. Ze dagen elkaar uit of ze troosten elkaar. Gaandeweg de voorstelling gaan er steeds meer kledingstukken, waaronder korsetten, uit. Weg van de beknelling, de vrijheid tegemoet.
Het is bijna alsof de voorstelling een lange metafoor is voor de afgelopen jaren op de theatervooropleiding. Een terugblik op het moment dat de zes jongeren elders hun geluk gaan beproeven. Aan het eind tonen ze hun kunstjes als volleerde barokpaarden. Kijk eens wat we geleerd hebben! Ondersteund door de sterke soundtrack van huiscomponist Fabian van der Russen is De Kleine Man een prachtige, energieke afscheidsvoorstelling geworden.
Uitgeklede Othello
Zo’n vijf kilometer verderop speelt Jonge Sla een in meerdere opzichten uitgeklede versie van Othello. Jonge Sla is het gezelschap van regisseursduo Grytha Visser en Philippien Bos dat naast avondvullende voorstellingen graag stukken van Shakespeare ultrakort samenvat. Zo was er al een HMLT en een MCBTH, beide gespeeld in een container tijdens Noorderzon met het publiek op luttele centimeters van de spelers. Onweerstaanbaar grappig.
Othello werd niet ‘THLL’ maar simpelweg O., met tussen haakjes ‘Duistere Woorden’. Zou dat een verwijzing zijn naar Pauline Réage’s erotische bestseller Histoire d’O? Zou zo maar kunnen want van alle thema’s die in Othello aan de orde komen is er feitelijk maar eentje over: seks. De voorstelling knalt er gelijk in met een neukende Othello en Desdemona en ook later kunnen de twee echtelieden maar aan één ding denken: het maken van het beest met twee ruggen. Op het heideveld van Boswachterij Anloo speelt alles zich ver van het publiek af. Te ver. De voorstelling blijft daardoor te veel op afstand. Het tempo is te laag en de grappen komen niet aan. Jonge Sla moet maar weer gauw die container in.
De zin van theatermaken
Net buiten Zuidlaren beleeft Spiegelbeeld Zwanenzang zijn première. En eigenlijk ook weer niet want de ‘echte’ première is er nooit geweest: dit is de derde versie van het stuk. De oorspronkelijke voorstelling werd bedacht in coronatijd door Lidewij Mahler en Julia van der Vlugt als een soort pop-up voorstelling. Ko van den Bosch schreef en regisseerde de tekst, gebaseerd op Tsjechovs eenakter Zwanenzang. Een oude acteur die terugblikt tegenover twee actrices die juist vooruit willen. Een simpel decortje dat zo in de auto past zou de voorstelling overal speelbaar maken. Maar na lockdown 1 volgde lockdown 2 en dus ging het feest niet door. Ondertussen had filmmaker Erik de Bruyn zich gemeld: hij wilde het stuk graag verfilmen. De voorstelling werd aangepast, de titel werd Zwanensprong en op 7 mei jongstleden was zijn adaptatie te zien op televisie.
Een groter verschil met de versie op FestiValderAa is haast niet denkbaar. De Bruyn filmde overwegend binnen (in de Leidse Schouwburg), schrapte tekst, stopte er filmcitaten in. De voorstelling die ik zie is buiten, op een door bomen omzoomd veldje waar alleen het geritsel van bladeren te horen is. Decor is er verder niet en van de originele tekst zijn nu weer andere gedeeltes geschrapt. Want zo’n theatrale fietstocht is leuk, maar het moet natuurlijk wel behapbaar blijven.
We zien de twee actrices heerlijk in de weer met een typische Van den Bosch-tekst waarin het gaat over wegen die ‘verdwaalbaarheid in zich dragen’ of een Van der Vlugt die ‘gewoon aannemelijk zit te wezen’. Dat kan, zegt ze, ‘daar zijn technieken voor’. De voorstelling gaat (vermoedelijk) over theater maken en de zin daarvan. Een kernzin zou dan kunnen zijn: ‘Een graf kan je ook zien als vruchtbare potgrond.’
Maar zolang we Spiegelbeeld Zwanenzang niet integraal hebben gezien blijft dat gissen. Hopelijk volgt die oerversie nog. De voorafjes die ons tot nu toe zijn voorgeschoteld doen verlangen naar de hele maaltijd. In een prachtig tweestemmig duet zingen Mahler en Van der Vlugt aan het eind ‘Somewhere’ uit West Side Story. ‘Somehow, someday, somewhere’. Daar zullen we het voorlopig mee moeten doen.
Ontroerende zoektocht
De fietstocht eindigt op de zolder van Café Boschhuis in Zuidlaren. Daar speelt Jürgen Teuns zijn schaamteloos eerlijke autobiografische voorstelling Good Boy waarin hij zijn lange zoektocht naar zijn seksuele identiteit onderzoekt. Bijgestaan door de twintig jaar jongere Valentijn Banga die zijn jongere ik verbeeldt. In een hoog tempo vertelt Theuns over de confrontatie met zijn ouders, zijn liefde voor Berlijn en de teleurstellende ervaring met een transgender. In zijn strikt persoonlijke verhalen scheert hij daarbij af en toe gevaarlijk dicht langs de randen van het sentiment. Dat miste zijn uitwerking niet: bij een vrouw naast me biggelden dikke tranen over de wangen.
Foto: De Kleine Man van De Noorderlingen, Knelis