De Berlijnse Volksbühne is opnieuw in opspraak geraakt. Interim intendant Klaus Dörr moest terugtreden na beschuldigingen van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. Maar niet alleen aan de Rosa-Luxemburg-Platz rommelt het: bij het Maxim Gorki Theater werden misstanden gemeld, en ook binnen andere grote theaterhuizen in het Duitstalig gebied durven medewerkers zich in toenemende mate uit te spreken over gedrag dat vóór #MeToo vaak tot het alledaagse theaterleven werd gerekend.
Dörr trad op 16 maart 2021 terug na aangifte van seksuele intimidatie door een groep van tien vrouwen. Hij zou seksistische opmerkingen hebben gemaakt, medewerkers op ongepaste wijze hebben aangeraakt en ’s avonds laat sms-berichten hebben verstuurd die het ingewikkeld maakten werk en privé te scheiden. Bovendien zouden rollen voor oudere actrices geleidelijk uit de programmering zijn verwijderd. De groep deed begin dit jaar beklag bij Themis, een organisatie voor seksueel grensoverschrijdend gedrag binnen de culturele sector. Na het tumultueuze vertrek van zijn voorganger Chris Dercon in 2018 had Dörr juist de rust moeten terugbrengen bij de Volksbühne. Zijn aanstelling zou lopen tot juni dit jaar, het moment dat René Pollesch het artistiek leiderschap op zich neemt.
Daarnaast is bij het Maxim Gorki Theater Shermin Langhoffs functioneren als artistiek directeur opnieuw onderwerp van discussie. Het gerenommeerde huis wordt gezien als een inclusief en progressief theater en werd meermalen onderscheiden, zoals met de benoeming tot Theater des Jahres van het vakblad Theater Heute. Maar binnen de muren heerst onder haar leiding een ‘klimaat van angst’ en is er sprake van machtsmisbruik door Langhoff, zo berichtte ook Der Spiegel recentelijk. Het zou gaan om woedeaanvallen, intimidatie en ook fysiek grensoverschrijdend gedrag. Pikant is dat Klaus Dörr vóór het aantreden van Langhoff in 2013 zakelijk leider was van het Maxim Gorki Theater.
De beschuldigingen aan het adres van Langhoff zijn niet nieuw; al in 2018 werd haar leiderschap bekritiseerd. Een bemiddelings- en coachingstraject boden geen soelaas; volgens medewerkers werd de situatie erger. In 2019 richtten zij zich tot Themis, dat – net als in het geval van Dörr – de informatie doorgaf aan het Berlijnse cultuurministerie. Dat vroeg in dit geval bedenktijd, maar verlengde intussen Langhoffs aanstelling ‘om het Gorki Theater een stabiel perspectief voor toekomstige plannen te bieden.’
Al gaat het soms langzaam, de invloed van #MeToo maakt in het Duitstalige gebied steeds meer misstanden in de theaterwereld zichtbaar. Ook zaken uit het (recente) verleden worden weer opgerakeld, zoals die in de Berlijnse Staatsoper en het Staatsballet, en bij een mastodont als het Wiener Burgtheater. Hier ontstond al in 2018 ophef rond voormalig artistiek leider Matthias Hartmann, toen zestig (oud-)werknemers in een open brief in de Wiener Standard hem openlijk beschuldigden van seksueel grensoverschrijdend gedrag tijdens zijn bewind – van 2009 tot 2014. Hierbij wordt veel nadruk gelegd op de enorme machtspositie die Hartmann binnen het huis had – hij was zowel artistiek leider als hoofdregisseur. Hartmann ontkent alles, en de beschuldigingen werden te laat openbaar gemaakt om er directe consequenties aan te kunnen verbinden. Toch is de actie in symbolische zin van groot belang gebleken.
Dat er nog veel moet gebeuren om een daadwerkelijke verandering teweeg te brengen, is volgens een groot deel van de werknemers in de sector wel duidelijk. De Duitse structuur van grote, sterk hiërarchisch ingerichte theaterhuizen lijkt feodalisme in de hand te werken, merken sommige commentatoren op. Op enkele plekken wordt inmiddels overwogen de geconcentreerde machtspositie van de artistiek leider op te splitsen. In Zwitserland experimenteert onder andere Schauspielhaus Zürich met dubbele bezetting van de intendantenpositie.