Er staat een danser, onder het blauwe bloed, bovenop een blauwe planeet die door het oneindige zwarte heelal zweeft. Hij lijkt een omgekeerde Atlas, moe van het gewicht van de wereld. Dit is het beeld dat op de achterwand te zien is. Het wordt live gefilmd door een drone. In werkelijkheid, en tegelijk zichtbaar, staat de danser (een geweldige Charlie Prince) op een cirkel van blauw vloerzeil op het toneel. En het heelal dat zijn wij, in de donkere zaal. #minaret, gisteravond te zien in het kader van Julidans, is een voorstelling die meerdere perspectieven biedt. (meer…)
De danssolo Cosmic A* lijkt een ontwikkeling naar op eigen benen staan te verbeelden. De bewegingstaal is uniek en indrukwekkend, al had de overgang tussen de twee delen van de danssolo nog scherper mogen zijn.
De van oorsprong Libanese danser Charlie Prince brengt het eerste gedeelte op de grond door en vindt steeds meer een weg naar boven, steunend op wankele ledematen en ingedraaide polsen en enkels. De allereerste houding geeft het gevoel van een zeewezen: twee samengebrachte benen, die wankel naar boven drijven. De tweede houding, met een wegkrabbelende arm vanuit ingedraaide schouder en een gekromde rug, doet denken aan een krab. De begeleidende tekst rept met geen woord over het dierenrijk en noemt in plaats daarvan het recent geweld in Beiroet als inspiratiebron, maar associaties met het evolueren naar een trots en bewust wezen blijven zich opdringen.
In de unieke bewegingstaal die Prince laat zien steunt hij lange tijd op handen en onderarmen. Geholpen door een hypermobiele schouders levert dit haast enge, maar intrigerende beelden op. Wanneer de armen even vrij kunnen bewegen, spelen ellenbogen, polsen en vingers een interessant spel. Daarbij lijkt het wel alsof ze een eigen leven leiden, in zich herhalende frases die doen denken aan het bespelen van muziekinstrumenten. Dit terwijl de benen moeizaam het lichaam ondersteunen en de ribbenkast schokt.
Beetje bij beetje richt Prince zich op tot hij uiteindelijk staand verder danst. Hij twist zijn heupen en voeten, en laat scherpe hand- en armbewegingen zien, die zowel elementen hebben van flamenco, als vogue en Arabische volksdansen. Af en toe gaat hij van een diepe plié direct naar en pointe, het toppunt van het rechtop staan, waarnaar hij weer terug naar achteren wiegt.
Deze groeiende expressiviteit gaat gepaard met een gezichtsuitdrukking die een staat van slaap doet vermoeden, met gesloten ogen en een heen en weer schuddend hoofd als bij een nare droom, en af een toe een klank. Daarmee wordt gebroken wanneer de muziek – live verzorgd door Joss Turnbull – plots verandert en Prince lijkt te ontwaken. De ogen gaan open en het publiek wordt een paar minuten lang in stilte bestudeerd, alsof de rollen nu omgedraaid moeten zijn.
Wat volgt is een indrukwekkend sluitstuk waarbij Prince de expressiviteit van zijn bewegingen nog verder vergroot, met onder andere indrukwekkende battements, waarbij een gestrekt been bijna in 180 graden boven het standbeen komt, en alles nu gedanst met wijd open blik. Dit contrast had directer opgezocht kunnen worden, en niet pas na het even weer terugvallen op bewegingen uit het eerste deel.
Desalniettemin ontroert deze tour de force, niet alleen vanwege de eerder opgeroepen beelden van het vechten voor vrijheid, of het op eigen benen kunnen staan, maar ook omdat het zo bijzonder is om in de fysieke nabijheid van deze prestatie te zijn, in de zaal, en de non-verbale interactie tussen Prince en Turnbull van zo dichtbij te kunnen zien. Daar kan geen dvd tegenop.