Wie zijn de inspiratiebronnen van een nieuwe generatie theatermakers? In de videoportretserie ‘Onder Invloed’ vertellen vijf talentvolle makers over hun inspiratiebron. In deze eerste aflevering: Florian Myjer, lid van de artistieke kern van de Amsterdamse theatergroep De Warme Winkel, over Yves Saint Laurent. (meer…)
Sinds 15 december zijn – op wat Fieldlabs en pilots met toegangstesten na – alle theaters in verband met de coronamaatregelen gesloten voor publiek. Repeteren mag nog wel, maar in plaats van te gaan try-outen en in première te gaan, gaat een voorstelling nu vanuit de repetitieruimte rechtstreeks ‘de ijskast’ in. Theatermaker Florian Myjer: ‘Uiteindelijk heb ik de repetitieperiode vooral als heel gelukzalig ervaren.’
Het zou zijn eerste voorstelling als lid van de artistieke kern van De Warme Winkel worden: Lady Chatterley’s Lover, gebaseerd op de gelijknamige roman van D.H. Lawrence. Theatermaker en acteur Florian Myjer maakte de voorstelling met Marieke de Zwaan (tekst), Lisa Verbelen (tekst en spel) en Ward Weemhoff (schrijfcoach en eindregie). Vanwege de aanhoudende theatersluiting belandde ook deze productie voorlopig in de ijskast.
Normaal gesproken is een maakproces bij Florian Myjer naar eigen zeggen ‘echt gekkenwerk’. ‘In acht weken schrijven en repeteren, stampen we een stuk uit de grond. Vaak sta ik tijdens de montageweek nog met het script in mijn hand.’ Nu heeft hij bewust meer tijd genomen. In januari is hij eerst vier weken met Marieke de Zwaan in een kantoortje gaan schrijven. Daarna kwam Lisa Verbelen erbij en kwamen er nog acht ‘reguliere’ repetitieweken in de Dokzaal in Amsterdam. Eind maart zijn ze intern in première gegaan.
Myjer blikt tevreden terug op deze nieuwe manier van repeteren. ‘Normaal zet je veel eerder een slot op het concept, maar nu zijn we best lang doorgegaan met opnieuw naar de tekst kijken, andere dingen proberen. Die tijd was er ook omdat we allemaal veel flexibeler waren met onze agenda’s. Deze werkwijze was echt mede mogelijk gemaakt door corona.’
De repetitieperiode vergelijkt hij met zijn tijd op de Toneelacademie Maastricht. ‘We vormden een bubbel met z’n drieën, en moesten in verband met de avondklok na het repeteren meteen naar huis. In Maastricht zat je ook in een soort bubbel met elkaar, en kreeg je eigenlijk ook nauwelijks iets van de stad of de wereld om je heen mee.’
Het moment dat hij zich realiseerde dat de première van Lady Chatterley’s Lover niet doorging, ervoer hij niet als iets negatiefs, maar omschrijft hij eerder als een soort ‘ijsvrij-gevoel’. ‘We krijgen weer een extra weekje, er is weer speling! Alsof je een uurtje langer mag uitslapen. Pas toen we alsnog intern in première gingen en ik me realiseerde dat ik heel blij was met het resultaat, voelde ik ineens de behoefte om het te laten zien. Daarvoor heeft het me niet echt gefrustreerd.’
In de zomer wordt de voorstelling alweer van de plank gehaald: in juli is Lady Chatterley’s Lover eerst een ruime week te zien in de Dokzaal in Amsterdam en daarna tijdens Theaterfestival Boulevard in Den Bosch. ‘Eigenlijk zou het in Frascati in première gaan, maar daar was geen ruimte meer. Dat pakt eigenlijk heel goed uit, want daardoor zijn we nu niet gebonden aan een theater. Dat geeft weer een bepaalde vrijheid.’
Na de interne première eind april hebben ze de voorstelling nog vier keer intern gespeeld. ‘Zodat de voorstelling goed in je lijf zit. Straks doen we in principe één try-out en dan gaan we meteen in première.’ In de tussentijd is het vooral een kwestie van teksten blijven leren. ‘Het doet vooral een beroep op mijn discipline. Dat heb ik ook van die coronaperiode geleerd. In die tweede lockdown stond ik vroeg op, ging ik even een stukje hardlopen – dat had ik echt nooit van mezelf verwacht, ik ben totaal niet sportief –, vervolgens een blokje schrijven en dan een blokje studiewerk om inspiratie op te doen voor nieuwe voorstellingen. Zonder die discipline is de verleiding groot om te denken: ik kijk toch nog een serie. En dan mezelf wijsmaken dat ik dat doe om inspiratie op te doen voor een voorstelling. Maar dat kon ik op een gegeven moment niet meer tegen mezelf volhouden.’
Hij mist de ontlading van het werk de wereld insturen, maar de periode vóór de repetities, dat nietsdoen in zo’n lockdown, heeft hij vooral als ‘heel frustrerend en geestdodend’ ervaren. ‘Toen we in januari aan de slag mochten merkte ik pas hoe erg ik het samenwerken met andere mensen gemist had. Zo met zijn drietjes aan het werk in een repetitielokaal terwijl verder alles stilstond, voelde echt als een cadeau. Uiteindelijk heb ik die repetitieperiode toch vooral als heel gelukzalig ervaren.’
Zo’n langer repetitieproces zou hij na corona wel willen vasthouden. ‘Het probleem is dat het eigenlijk te duur is. Maar ik vind wel dat het artistiek iets oplevert. En ik merk dat ik er behoefte aan heb. Op een gegeven moment ben je er wel klaar mee om voortdurend oververhit iets in elkaar te timmeren, en zoek je meer bezinning. Dankzijn corona was er over de gehele linie meer ruimte voor rust en reflectie. Nu denk ik: misschien is het niet altijd nodig om een heel seizoen vol te stoppen met vier producties, maar gewoon te denken: twee voorstellingen is ook al heel wat. En dan kan ik daaromheen mijn andere dromen op touw zetten. Mijn ambitie reikt soms ook verder dan theater: bijvoorbeeld schrijven of film.’
Aan de andere kant heeft die productiedrift van de theatersector niet alleen maar negatieve kanten, benadrukt Myjer. ‘Het is ook een enorme rijkdom dat je op elke willekeurige doordeweekse dag Frascati binnen kan lopen en dat er altijd vier zalen vol zijn geprogrammeerd. Ik hou ook van theater vanwege dat enorme aanbod.’
Klik hier voor meer informatie en (indien beschikbaar) actuele speeldata van Lady Chatterley’s Lover van Florian Myjer, De Warme Winkel en Frascati Producties. Foto: Sofie Knijff