Een ontheemd gevoel overvalt je, in de verlaten parking lot van het NITE Hotel, waar je als bezoeker van OPEN NITES aan je lot wordt overgelaten, slechts omringd door een aantal grote lichtzuilen, wat palmbomen en een enorme sterrenhemel. Het is midden in de nacht en we vinden onszelf terug in the middle of nowhere: in de desolate omgeving van de coronacrisis. (meer…)
Bij T.M. is de vorm meer dan ooit de inhoud – het kader waarin deze nieuwe voorstelling van Ontroerend Goed zich afspeelt vertelt meer over zijn opzet dan de performance zelf. Als het gaat over verbinding leggen, vertoef je nog het best in de globale wachtkamer van T.M. – daar waar afstand en nabijheid, ondanks de virtuele omgeving, samensmelten tot een bijna fysieke sensatie.
Toen de grenzen dichtgingen, viel voor Ontroerend Goed zowat zijn belangrijkste raison d’être weg. Al twintig jaar maakt het Gentse performancegezelschap er een speerpunt van om grenzen te verleggen – op het gebied van theatervormen, maar ook wat betreft wereldbeelden. Vroegere voorstellingen stelden vragen over democratie (Fight Night, 2013), feminisme (Wijven, 2014), kapitalisme (£¥€$, 2017) … en niet altijd kwam het ‘links-westerse’ denken eruit als meest ideale antwoord – het waren juist die vanzelfsprekendheden die in de waagschaal werden gelegd.
Het internationale denken en werken van Ontroerend Goed is van die openheid oorzaak én gevolg: wie in Rusland een voorstelling over democratie maakt met acteurs die Poetin stemmen, moet zich kunnen inleven in hun realiteit. Vanuit de superioriteit van een westers verlichtingsdenken geraak je niet zo ver in pakweg Shangai of Kazachtstan. Nieuwsgierigheid, openheid en bereidheid om je weldenkende fetisjen in vraag te stellen: voor Ontroerend Goed is het methodiek én onderwerp tegelijk.
Maar goed, de adem van de internationale ontmoeting werd afgesneden, en dus was het zoeken naar een digitaal concept dat dezelfde impact zou hebben: de zekerheden van de toeschouwer in vraag stellen door confrontatie of verbinding met andere perspectieven. De formats die Ontroerend Goed daarvoor ontwerpt zijn vaak strakke formats: tv-shows, goktafels, zintuiglijke parcours, en in het geval van T.M.: een intakegesprek. T.M. is een één-op-éénvoorstelling waarbij een toeschouwer een half uur lang in gesprek gaat met een recruiter aan de andere kant van het scherm. Niet dat het een echt ‘gesprek’ is: de recruiter stelt aan de hand van een geprotocolleerde vragenlijst vast of je geschikt bent om toe te treden tot de organisatie T.M., of niet.
Wat T.M. precies is blijft vaag – een wereldwijd netwerk, zoveel is zeker, dat je als individu dichter bij een zekere ‘waarheid’ brengt, ‘het licht laat zien’ en spreekt over ‘broeders en zusters’ – referenties aan Scientology of een andere sekte liggen voor de hand. De opruiende taal (‘we zullen zegevieren en de ongelovigen bestrijden’) van de introductiemail blijkt echter een gevoelsmatig dwaalspoor, want bij T.M. zal het uiteindelijk draaien om milde inclusie, niet om gewelddadige strijd. Wat voor sekte is dit dan?
De eerste beelden op ons scherm hebben iets weg van een reclamespot voor een reisbureau. Een flitsende montage van zonnige beelden van een diverse set mensen (in kleur, geaardheid, , …) geplaatst tegen zeer diverse achtergronden. Vervolgens komen we terecht in de virtuele foyer, waar vier andere deelnemers samen met ons wachten op hun intake-gesprek. Ik zit in de wachtkamer met mensen uit Helsinki, Vancouver en Duitsland, er wordt even in het rond gekletst. We stellen onszelf voor, delen onze verwachtingen over de show en polsen naar de coronatoestand in andermans land.
Voor mij balt zich hier, nog voor de voorstelling is begonnen, al bijna de essentie samen van T.M.. Want hoe graag ik mezelf ook wijsmaak dat ik een wereldburger ben, het gebeurt niet alle dagen dat ik in real time in contact kom met zo’n internationaal gezelschap. Een fractie van een seconde voelt mijn lichaam die sensatie van verbondenheid, probeert het zich in te beelden hoe het daar is ‘s ochtends bij Dan in Vancouver of bij Karolina in Helsinki. Die simultane ervaring in tijd en ruimte, waarin nabijheid en afstand in elkaar overvloeien, is onwezenlijk spannend – én fysiek.
De T.M.-host onderbreekt onze social chat en begeleidt ons gecontrolleerd naar onze eigen ‘kamers’, nadat hij ons secuur op het hart heeft gedrukt de full screen modus op te zetten. Het is opvallend hoeveel nadruk T.M. legt op het belang van full attention – regisseur Alexander Devriendt beseft verdomd goed dat hij theater maakt, en dat afleiding door simultane ‘vensters’ op de wereld een killer is voor de theatrale ervaring. Op dit speciaal voor T.M. ontwikkelde theaterplatform (bye bye lelijke Zoom-modus) wordt het ons onmogelijk gemaakt om tijdens de voorstellling snel nog even onze mails te checken. Dat klopt ook inhoudelijk, want T.M. beoogt een reis: een innerlijke en introspectieve reis, een digitale ervaring die de fysieke moet evenaren. Daarvoor dienen we op één (mentale) plaats zijn.
Maakt T.M. die belofte waar? Moeilijk te zeggen. Het gesprek dat ik uiteindelijk heb met mijn recruiter (na nog een resem lovende testimonials over de life changing experience die T.M. biedt) confronteert de manier waarop ik mezelf zie met de manier waarop ik de wereld zie, en wijst op de gaps en inconsequenties tussen die twee. Hierin klinkt Rutger Bregmans De meeste mensen deugen mee, maar ook de platitude ‘met mij gaat het goed, met de wereld gaat het slecht’ – ofte de overtuiging dat de wereld om zeep is, zelfs bij mensen die zelf in relatief gelukkige toestand leven. Aan de basis van dit gedissocieerde denken ligt een fundamenteel wantrouwen in de ander en het is dit wantrouwen waartegen T.M. tracht weerstand te bieden. In die gap tussen het zelf en de wereld zit nog veel te winnen aan perceptie.
De persoonlijkheidstest bestaat uit een opeenvolging van vragen waarbij ik mezelf of anderen moet schalen tussen good en evil, statements of situaties een score geef, woordassociaties maak…. Sommige vragen zijn blunt en gericht op ja/neen (‘Have you ever killed someone?’ ‘Do you believe in pure evil?’), andere spelen in op emotie (‘Stel dat een mystiek licht je omringt. Wat is je eerste emotie?’), maar je voelt voortdurend dat het gaat over je positie als mens in het grotere verband, ten aanzien van de wereld. In de vragen komt de dood opvallend vaak terug, omdat het tenslotte het ethische eindpunt is waartegen alle goed of kwaad wordt afgewogen. Terwijl je snel antwoordt merk je duidelijk dat je zelf wordt ‘geschaald’, dat jouw antwoorden in een algoritme worden gestopt dat je indeelt in een bepaalde categorie van mensen.
De uitkomst van mijn test is niet van belang en blijft me ook niet zo erg bij, maar het manifesto waarmee acteur Jeroen Van der Ven afsluit biedt een milde, geruststellende boodschap, ver weg van de soms wrede of confronterende ervaringen uit vorige Ontroerend Goed-voorstellingen. De meerderheid der mensen (The Majority) is net zoals ik: even inconsequent schipperend tussen goed en kwaad, maar niet wezenlijk overhellend naar het slechte. Terug in de foyer met de andere deelnemers, die er intussen ook hun intakegesprek hebben opzitten, wisselen we ervaringen uit.
Opnieuw overvalt me het gevoel dat hier de ware kern zit: niet in de weinig wereldschokkende individuele ervaring die ik had, maar in de toch spectaculaire gedachte dat op hetzelfde moment en op talloze plaatsen op de wereld mensen die zeer verschillend zijn van mij dezelfde ervaring hadden (maar dan helemaal anders, wellicht).
In elk onderdeel van T.M. is wereldwijde inclusie een feit. In de content zelf – de introfilmpjes, de testimonials, … – maar evengoed in de productionele opzet: de cast van zeventig internationale performers en dertig coproducenten. Op een vanzelfsprekende manier komen we in contact met verschillende mensen, talen, kleuren, contexten, … om te ervaren dat die vanzelfsprekendheid in mijn dagdagelijkse realiteit nog steeds niet zo vanzelfsprekend is.
T.M. doet daarmee voor mij vooral vormelijk wat het inhoudelijk op aanstuurt: mij een plek geven in het grotere verband van globale menselijkheid. De methodiek: practise what you preach. Het preachen is bij T.M. misschien minder krachtig, maar de practise overtuigt meer dan ooit.
Foto: Guinness Frateur