Algemeen directeur Danny van Zuijlen vertrekt per 15 september bij Theater De Omval. Hij wil zich volledig gaan focussen op zijn eigen productiebedrijf Studio Immersief. De dagelijkse leiding van het theater- en filmhuis van Diemen blijft in handen van Jacqueline Wasser, die al aangesteld was als waarnemend directeur.
Er is een platform nodig dat ruimte biedt aan de ontwikkeling van immersief theater, vindt cultureel ondernemer Danny van Zuijlen van Studio Immersief. Samen met Ton Offerman en Micha Wijngaarde heeft hij Lab Immersief opgericht: een werkplaats voor jonge makers die zich willen verdiepen in immersief theater. Want dat is hét ‘upcoming theatergenre’ van dit moment, volgens Van Zuijlen.
Immersief theater is – heel simpel gezegd – locatietheater met game-elementen, legt Van Zuijlen uit. ‘Een 360-graden-beleving waarbij het publiek onderdeel is van het verhaal en daar invloed op uitoefent. Deelnemers lopen vrij door de ruimte, mogen met alle karakters praten en alles aanraken wat ze tegenkomen. Daardoor maakt iedereen wat anders mee.’
Het genre is voorzichtig aan het opkomen. In Nederland zijn er weliswaar zo nu en dan wat losse immersieve theaterprojecten – zoals recent nog het project It went dark van Play Productions en Puck van Dijk in de omgeving van station Amsterdam Sloterdijk – maar er mist op dit moment een platform waar duurzaam onderzoek plaatsvindt, waardoor het genre zich kan ontwikkelen en verdiepen. ‘Er zijn best wat mensen bezig met immersief theater, er wordt bijvoorbeeld ook in lesgegeven op de HKU, maar het ontbreekt aan een plek waarin jonge makers echt het genre kunnen onderzoeken, zoals bijvoorbeeld MusicalMakers dat binnen musical biedt.’ Zo’n soort tussenschakel wil hij creëren met Lab Immersief, dat behalve door Studio Immersief wordt gefincancieerd door artOloco en Wijngaarde&Partners.
Sinds begin maart geeft Lab Immersief de ruimte aan jonge, getalenteerde makers om immersieve producties te ontwikkelen. Zij worden in hun proces ondersteund door ervaren theatermakers, producenten, game designers, scenografen, VR- en AR-producenten en communicatieprofessionals zodat zij hun expertise verder kunnen ontwikkelen en ervaringen kunnen uitwisselen. Er wordt op dit moment onder andere met makers als Dook van Dijck, Koen Verheijden en Esmay Usmany en gamedesigners zoals Tim Bosje en Hugo Hogenbirk gekeken of en hoe ze zich aan het platform kunnen verbinden.
Want hoewel immersief theater volgens Van Zuijlen internationaal al redelijk op de kaart staat, blijft de ontwikkeling ervan in Nederland enigszins achter. ‘Disney en Netflix zijn er bijvoorbeeld mee bezig, het is heel groot in Amerika. In Londen hebben ze The O2 afgehuurd en daar de musical Mamma Mia! immersief gemaakt. Als een van de duizend toeschouwers was je te gast op een Griekse bruiloft en daar speelde het hele verhaal zich omheen. In Australië hebben ze een immersieve versie van Dirty Dancing gemaakt op een groot veld, waarbij je als publiek te gast was op een feest in Havana-stijl.’
Zelf raakte Van Zuijlen geïnspireerd door Punchdrunk, het Britse theatergezelschap dat zich al ruim twee decennia begeeft binnen immersief theater. In 2018 zette hij zelf zijn eerste grootschalige immersieve project op; Tracing Thomas was te zien op Forteiland IJmuiden, voor driehonderd toeschouwers per keer. De voorstelling draaide om de vermissing van een jongetje. Als deelnemer was je onderdeel van het rechercheteam. ‘Je kreeg 3 uur de tijd om via 18 acteurs in 35 ingerichte kamers de 4 verhaallijnen te ontdekken.’ De groep werd opgedeeld en kwam elk uur samen in de ‘recherchekamer’ om informatie uit te wisselen. ‘Zo hoorde je de ervaringen van de anderen en puzzel je samen het verhaal bij elkaar.’
Elementen uit de theater- en de gamewereld lopen binnen immersief theater in elkaar over en vullen elkaar aan. In games heb je vaak een open world, dat betekent dat je op eigen houtje de wereld mag ontdekken. Je loopt in een landschap en ontmoet personages, en om dieper in het verhaal te komen moet je queesten oplossen. Er is vooraf niet bepaald waar je wanneer heen gaat, zoals dat in het theater wel gebruikelijk is. ‘Er is geen script waarin de letterlijke tekst staat uitgeschreven, maar een storybible. ‘Dat bestaat uit verhaallijnen waar de acteurs binnen moeten blijven.’
Op dit moment is hij bezig met de ontwikkeling van Op klompen door de dessa, een immersief theaterproject over de geschiedenis van Nederlands-Indië. ‘Het Nationaal Comité 4 en 5 mei vroeg of we die game-elementen ook konden toepassen op gedigitaliseerd archiefmateriaal. Dat vond ik meteen een spannende vraag: kun je gamen met echte fotoalbums en brieven?’
In de voorstelling construeer je als deelnemer aan de hand van archiefmateriaal – foto’s, brieven en rapportages – hoe de berichtgeving van de regering zich verhoudt tot wat er zich daadwerkelijk in Nederlands-Indië afspeelde. ‘Als deelnemer mag je daar na anderhalf uur je eigen conclusies aan verbinden.’
Immersief theater kan dus fungeren als een toegankelijke manier om archieven levend te houden. ‘Musea krijgen maar moeilijk jonge mensen over de drempel, en wij richten ons expliciet op de leeftijd van 18 tot 35 jaar. Daar blijven we ons dus de komende jaren op richten: hoe krijgen we archieven gamend?’
Geïnteresseerden voor Lab Immersief kunnen zich aanmelden via de website van het platform. De eerste productie De tranen van de zeemeermin, die gebaseerd is op de roman Twintigduizend mijlen onder zee van Jules Verne, is tijdens de playtest vanaf half mei gratis te beleven via Zoom. Foto Tracing Thomas: Joël Vegt
Ik ben het met Danny eens. Al een tijd eigenlijk. We hebben daarom ons Innovation:Lab opgericht waar nu zeven enorm uiteenlopende makers/collectieven trajecten starten van ongeveer 5 maanden.