Milou van Duijnhoven, Lisa Schamlé en Mirthe Labree stappen uit performancecollectief La Isla Bonita. Hun individuele artistieke ambities hebben in de loop der tijd andere vormen aangenomen, laat het collectief vandaag weten.
(meer…)
Vol overgave de poging perfectioneren.
Ze begonnen op de Toneelacademie Maastricht met hun afstudeervoorstelling over ritmisch gymnastiek in combinatie met bootvluchtelingenproblemathiek in Lampedusa. Associatief en soms schijnbaar ongerijmd maakt performance-collectief La Isla Bonita komische, fysieke voorstellingen over maatschappelijke thema’s: klimaatverandering in zeemeerminkostuum, macht in kantoorpak op een paard, kwetsbaarheid tijdens het boksen en oorlog vanuit het perspectief van de hond.
Performance-collectief La Isla Bonita bestaat uit Luit Bakker, Mirthe Labree, Lisa Schamlé, Aukje Schaafsma en Milou van Duijnhoven. Dit jaar speelden ze nog een paar voorstellingen van De Managers, tot de theaters moesten sluiten. Ik spreek Luit, Lisa en Mirthe in het kantoor van Via Rudolphi.
Hoe hebben jullie het aangepakt een collectief te zijn in coronatijd?
Lisa: We hebben elke week gezoomed en waar kon live afgesproken, dat is toch veel effectiever. Ook om het nog een beetje draagbaar te maken voor ons. Je merkt dat je kwijtraakt wat je ook alweer bent met elkaar, als je elkaar niet ziet.
Mirthe: Het is heel fijn dat je dat met elkaar kunt bespreken, want in m’n eentje kan ik er ook heel zwaarmoedig van worden. Als je elkaar live ziet, merk je dat het fijn is dat we nog steeds creatieve ideeën hebben. Het is niet alsof wij uitgespeeld zijn, het wordt alleen even heel moeilijk gemaakt voor de kunstsector.
Was dat groepsgevoel er al meteen toen jullie opstartten als collectief?
Mirthe: We begonnen in 2015 op de performance-opleiding in Maastricht. Toen we gingen afstuderen, maakten we een voorstelling samen: niet per se met het idee dat we een collectief zouden gaan worden, maar omdat we graag een voorstelling samen wilden maken. Daaruit kwam toen La Isla Bonita. Toen we met die voorstelling aan het touren waren, dachten we: het is toch wel heel tof, we kunnen hier misschien wel mee door.
Hebben jullie vijf jaar later al vastgeroeste rollen en een duidelijke hiërarchie?
Luit: Het wisselt per beschikbaarheid: soms heeft de één een soloproject of is iemand acteur bij een ander gezelschap. Maar we hebben wel een aantal vaste rollen. Lisa doet veel social media, Mirthe en ik schrijven veel aanvragen. We zijn om de beurt wel kartrekkers, dat werkt goed in ons collectief. We hebben elkaar ook nodig om de kar te trekken: je moet die gezamenlijkheid blijven creëren, daar moet je voor knokken.
Mirthe: Door onze achtergrond brengen we allemaal wel andere werelden mee. Lisa heeft bijvoorbeeld haar werk als fotograaf, waardoor ze vanzelfsprekend altijd de poster-shoot doet. Milou heeft een choreografieopleiding gedaan, waardoor ze toch ook best vaak de warming-up geeft. Dat gaat vanzelf. Het is niet zo uitgesproken: ‘jij bent het hoofd van beweging’. Hoe langer je bij elkaar bent, hoe meer je soms ook uit je rol wil stappen. Daar hebben we gesprekken over. De Managers maakten we zonder dat Aukje erin speelde. Ze heeft wel in de zaalversie de eindregie gedaan, maar dat ze niet op de vloer meedeed, was voor het eerst. We merken dat we dat in de toekomst ook willen: het collectief kan niet alleen maar bestaan als we er alle vijf volledig zijn. Als iemand zegt: ‘ik wil nu een opleiding starten, ik wil iets onderzoeken, ik wil een soloproject doen of ik ga alleen met Luit iets maken’, dan kan dat ook. Dan blijft het nog steeds La Isla Bonita.
Wat delen jullie met elkaar?
Lisa: Humor. Dat is de unieke combinatie waardoor dingen vaak goed gaan.
Voor iedere voorstelling duiken jullie in de bewegingstaal van weer een andere subgroep. Hoe zetten jullie dat fysieke in?
Lisa: Onze insteek daarin is dat het meer om de poging gaat dan om hoe het eruit ziet. Dat is ook een dansstijl: de Isla-Bonita-dansstijl. Niet zoals ballet en heel veel andere dansvormen, waarbij het op een bepaalde manier moet.
Mirthe: De overgave daarin is belangrijk, de energie. Uitputting speelt een grote rol.
Luit: Het is ook een mooie poging om een subgroep of subbeweging te onderzoeken. Bijvoorbeeld toen we de hobbyhorse-meisjes onderzochten bij De Managers, zat het theatrale in de poging om dat na te doen. Alsof je daarin ook uitvergroot dat het niet echt van ons is, maar we er wel mee aan de slag gaan.
Lisa: Het gaat meer om de vorm en de poging, dan om het perfectioneren van een ritmisch gymnastiekmeisje. Maar dat doen we ook en dat proberen we zo goed mogelijk te doen.
Luit: In ons werk zit fysiek vaak een politiek fysiek statement. Dus de vorm is ook de inhoud.
Ik vind het heel komisch dat je soms aan het begin van het stuk niet kan rijmen waarom jullie voor een vorm gekozen hebben, zoals het perspectief op oorlog vanuit honden in Dogs of War. Maken jullie dat contrast tussen thema en de vorm die daar misschien wel het minst automatisch bij past bewust?
Luit: Het is wel bewust, denk ik.
Mirthe: Het komt soms wel met toeval op ons pad. Dat is ook gebeurd bij het maken van La Isla Bonita. Er was een bootvluchtelingenramp op Lampedusa en toen dachten we: we kunnen hier niet omheen. Terwijl we eigenlijk een leuke show wilden maken over ritmisch gymnastiek.
Jullie hebben Paul van der Laan en Davy Pieters gevraagd voor eerdere eindregies. Kiezen jullie bewust voor makers met een mime-achtergrond?
Mirthe: We hebben voornamelijk eindregisseurs in de mime gekozen omdat ze heel goed het overzicht kunnen houden en de voorstelling bijna als een muziekstuk zien. Ze snappen: daar heeft het meer energie nodig, daar minder energie. Maar wie weet, misschien kan het ook heel interessant zijn om met een tekst- of spelregisseur te werken.
Moeten jullie er hard voor werken dat er een gelijkwaardigheid tussen jullie blijft bestaan: dat niet een of twee mensen er met het idee vandoor gaan?
Mirthe: Je moet als collectief steeds meer praten, het is gewoon een relatie.
Lisa: Wat lastig is, is dat de meerderheid wint. Als ik rood wil en de rest zegt groen, dan gaat groen winnen. En dan weet ik niet of groen de beste optie is voor de voorstelling. Soms is het ook echt goed om voor één ding te gaan, voor die ene stem, je veto. Nu verdelen we ons meestal onder in groepjes. Dan bedenkt een groepje een choreografie en een ander groepje werkt aan het verloop van de voorstelling… daar vertrouwen we elkaar blindelings in. Op die manier kun je bouwen. Dan kun je ook tegen een eindregisseur zeggen: ‘wat denk jij?’. Je kan ook soms het veto bij de eindregisseur laten, omdat die het beter kan zien dan wij.
Luit: Het grappige is wel dat bijna iedereen bij een idee kan zeggen: ‘dat had ik toch bedacht?!’ Dat is dus ook hoe het zich mettertijd vormt: iedereen heeft er iets ingestopt. Dus zelfs al denk je in eerste instantie: ‘blauw was beter’, ik heb nooit dat ik dat achteraf nog steeds denk. Dat is een uniek soort vetrouwen.
Mirthe: Ik denk dat je dat ook wel moet hebben. Dat is wel lastig soms hoor, soms lukt het me ook helemaal niet. Dan zit ik thuis nog te denken: ‘ik wilde echt blauw’. Maar dat is ook de kunst van met elkaar samenwerken, je moet het dan toch echt loslaten. Het is niet zo dat ik achteraf nog spijt heb dat ik iets niet heb doorgezet.
Lisa: Soms werkt het ook door, dat ene zaadje dat je neerlegt, waarvan iedereen nee zegt: geef het even een dag en dan zegt iedereen ‘ik snap ook wel echt wat je bedoelt’. Met tijd en afstand beïnvloeden we elkaar vaak wel.
Wat is de kracht van een collectief?
Mirthe: Elkaar inspireren.
Lisa: Een grote denktank hebben met allemaal verschillende kanten.
Luit: Samen vanuit individuele krachten een gelaagd werk maken. Een onuitputtelijke bron van inspiratie en keiharde fun.
Mirthe: Voor Aukje is dat samen één zijn. Opgaan in een groter geheel. Voor Milou is het zij aan zij staan met de tenen in het midden.
Sinds januari hebben jullie Thomas Roye en Marloes Marinussen van Via Rudolphi als zakelijk leiders. Zijn die ook lid van het collectief?
Mirthe: La Isla Bonita bestaat uit ons vijven, maar Thomas en Marloes zijn een innige, inspirerende zakelijke versterking. Ze gaan onder meer de verkoop doen. Hiervoor hebben we altijd met Frascati Producties gewerkt en deden zij de kaartverkoop en de zakelijke leiding per productie. Tussendoor deden we dat zelf. We hebben altijd veel zelf gedaan, wat denk ik eigen is aan een beginnend collectief. Nu kunnen we meer uit handen geven.
Hoe zien jullie de overloop van artistieke kern naar zakelijke medewerkers?
Mirthe: Met Thomas en Marloes is er een goede klik. De overgang is heel fijn, maar voelt soms zo gek. We zijn bijna gewend om alle zakelijke dingen af te handelen, terwijl we toch echt performers zijn. Ik gun ons en veel andere makers om mij heen de vrijheid om echt je bezig te houden met het maken van kunst, zonder je te verliezen in de rol van een goede ondernemer.
Denken jullie wel zelf nog na over het verbreden van jullie doelgroep?
Mirthe: Als je kunst maakt, denk ik dat je dat voor iedereen wil maken. Dat het een Amsterdams, wit publiek is dat we ontvangen, merken we zelf ook. We zijn actief aan het werk om daar verandering in te brengen. We hebben het er nu over een ‘Eilandraad’ van La Isla Bonita op te zetten. Dat zou dan een groep zijn met allerlei verschillende mensen die we twee keer per jaar spreken, waaraan we onze plannen pitchen en die kunnen meedenken.
Hoe kijken jullie naar de grote toneelgroepen en de grote zalen?
Mirthe: Het is gek dat onze werelden ergens heel erg hetzelfde zijn: we zitten in ‘Theater Nederland’ met z’n allen, maar er is zo’n groot verschil tussen de kleine en de grote zaal. Dat vind ik soms wel lastig. Ik denk dat we heel veel van elkaar kunnen leren. Op zakelijk niveau vraag ik me af of het niet toch zou helpen als er meer samenwerking vanuit de BIS-gezelschappen kan zijn met een jong collectief. Anders denk ik dat als het steeds verder van elkaar afdrijft: dat de grote zaal niet meer naar de kleine zaal gaat en andersom.
Lisa: Het wisselt heel erg. Ik denk vaak: dat is wat zij doen en dat vinden heel veel mensen fantastisch, laat het lekker van hen zijn. Niet iedereen hoeft ook van vissen te houden. Aan de andere kant hebben zij een enorme machtspositie. Dat houden ze in stand door heel veel mannelijke regisseurs op hoge posities te houden en door de stukken die ze gebruiken.
Luit: Ik zou heel graag zien dat vrouwenrollen veranderen. We hebben heel lang niet gezegd: we maken feministisch theater, maar we pogen andere vrouwenrollen op theater te zetten. Al vinden we het soms moeilijk om dat goed te kaderen omdat je soms bijna terug moet naar stereotyperingen om ze weer onderuit te halen. Daar vechten we al een tijd mee, soms letterlijk. Hoe draag je bij aan dat landschap en hoe ga je ertegenin? Daar zijn wij ook nog niet over uit. Daarnaast is het verschil in hiërarchie groot. Dat vind ik ook zo fijn aan dat wij heel gelijkwaardig werken: dat zelfs een eindregisseur met ons op dezelfde voet staat.
Mirthe: Het is wel van deze tijd dat er steeds meer collectieven komen en het is lastig dat het systeem daar nog niet op inspeelt. Zo is er bij pitches heel vaak te weinig geld om een collectief van te betalen. Ook in de cao is er een rijtje: acteur, regisseur… waarin wij altijd bevragen: wat zijn wij dan? Dat maakt het wel een beetje gek.
Wat kunnen collectieven voor elkaar betekenen?
Lisa: Het is heel fijn om met andere collectieven in gesprek te gaan over hoe zij het doen. Met De Warme Winkel kunnen we heel fijn praten. Iedereen vindt z’n eigen wiel uit in een unieke dynamiek, maar ik heb soms wel behoefte om meer met elkaar te praten over: ‘hoe doen jullie dat dan als er geen hiërarchie is?’
Luit: Volgens mij is er wel een gunfactor onderling van mensen die als collectief in hetzelfde schuitje hebben gezeten, maar dat zou je meer moeten opzoeken.
Mirthe: We zaten er ook al een beetje over te grappen ten tijde van de Nacht van de Collectieven. We dachten: we kunnen dit zo weer doen, met heel veel collectieven die wij kennen die aan de eerste nacht ook wel mee hadden kunnen doen. Dan zouden we een avond organiseren waar net iets meer vrouwen in zitten.
In het meinummer onderzoekt Theaterkrant Magazine wat op dit moment de waarde is van theatercollectieven. Als opmaat interviewt toneelschrijver Janneke Jansen de jongste generatie collectieven. Haar stage bij Acteursgroep Wunderbaum vergrootte haar liefde voor collectieven en nieuw Nederlands werk. Haar eigen collectief HET Collectief (Hele Erge Thema’s) speelt wanneer het weer mag de voorstelling Droomvlucht over criticasters in het theater en het dagelijks leven in Theater Kikker.
La Isla Bonita werkt nu aan hun laatste voorstelling bij Frascati: Odette, kater en de lul. De fotoserie Where are the performers over de theatermaker in quarantainetijd zal daar ook te zien zijn.
Foto: De Managers van La Isla Bonita, Bas de Brouwer
Wees voorzichtig met het willen behagen van iedereen, het zou tot verzwakking kunnen leiden, maar verder……. heerlijk! O jee, nog eentje: pas op met schrijvers – die kennen dikwijls alleen nog maar de dwingende ratio van het woord en hebben zand in hun ogen en scharnieren. jullie zijn namelijk geweldig om te zien!