Voor Liegebeesten lieten regisseur Ada Ozdogan en schrijver Daniël van Klaveren zich inspireren door het werk van de wereldberoemde animatiefilmmaker Hayao Miyazaki. Vooral in de spelregie en het kostuumontwerp zijn de invloeden van de meester goed terug te vinden. (meer…)
Sinds 15 december zijn alle theaters in verband met de coronamaatregelen opnieuw gesloten voor publiek. Repeteren mag nog wel, maar in plaats van te gaan try-outen en in première te gaan, gaat een voorstelling nu vanuit de repetitieruimte rechtstreeks ‘de ijskast’ in. Regisseur Ada Ozdogan: ‘Ik ben bang dat al die hernemingen ten koste gaan van kansen voor nieuw talent.’
‘Het begon met gezonde naïviteit, maar uiteindelijk hebben we echt gerepeteerd met oogkleppen op’, zegt Ada Ozdogan over het maakproces van de jeugdvoorstelling Liegebeesten bij Theater Sonnevanck. Met de inmiddels zeer aannemelijke mogelijkheid dat de tournee vanwege corona in zijn geheel op de plank belandt, hebben de makers lange tijd simpelweg geen rekening gehouden. ‘Sterker nog: we hadden op een gegeven moment gewoon afgesproken dat we het er niet over mochten hebben.’
Achteraf denkt Ozdogan dat ze op dat moment ook niet anders kon. ‘Ik heb zelf echt de hele tijd het gevoel gehad dat er gewoon een première aan zat te komen. Dat heb ik mezelf gewoon voorgelogen. Want ik heb die adrenaline en dat gevoel van een nadere tijdsdruk nodig.’ Dus zijn ze gestaag aan het werk gegaan en gebleven: eerst een week in december, en vervolgens vanaf 4 januari officieel de repetities in, richting de première op 14 februari in Enschede.
Tja, dan komt op enig moment onontkoombaar het moment dat die oogkleppen niet meer houdbaar zijn. Dat was, vertelt Ozdogan, rond de persconferentie van 2 februari, toen officieel duidelijk werd dat de maatregelen weer verlengd zouden worden. ‘Dat hakte erin. We gingen net de montage in, dan moet eigenlijk alles bij elkaar komen. Vooral de acteurs waren er heel verdrietig van, want voor hen betekende het dat ze niet meer konden toeren. Dus hun traject werd gehalveerd.’
Ze zijn toch doorgegaan. ‘Na de montage volgt er een periode waarin er normaal gesproken zou geworden getry-out voor kinderklassen. Juist bij jeugdtheater is dat testen voor publiek heel belangrijk, want kinderen zijn tijdens een voorstelling enorm reactief. Maar nu speelden we dus in plaats daarvan voortdurend voor mensen van kantoor. Allemaal oude, volwassen, saaie mensen zoals wijzelf. En als die op een gegeven moment voor de vijfde keer komen kijken, is de rek er wel een beetje uit.’
De coronamaatregelen zijn ondertussen tijdens de repetitieperiode zo goed mogelijk in acht genomen. ‘De eerste week in december hebben we gewoon afstand van elkaar gehouden. En voorafgaand aan de repetitieperiode in januari hebben we ons, én onze partners, allemaal laten testen. Dus toen vormden we als het ware samen een bubbel. En we hebben afgesproken dat wanneer we in het weekend vanuit Enschede teruggingen naar Amsterdam, we afstand zouden houden van anderen.’
Vanwege de verlenging van de maatregelen wordt de voorstelling dit jaar niet meer gespeeld. De tournee wordt verplaatst naar seizoen 2022-2023. ‘Dan gaan we eerst nog twee weken repeteren en een week try-outen. Dat is echt noodzakelijk. We hebben afgesproken dat we echt niet zonder try-outs in première gaan, want we moeten het kunnen testen op die kinderen.’
Levert een verplichte pauzestand ook voordelen op? ‘Uiteindelijk kan ik me voorstellen dat een stuk er beter van wordt. Ik hou sowieso van lange processen, ik geloof erin dat tijd voor verdieping kan zorgen. Soms zie je aan het eind van een tournee een voorstelling terug en denk je: oh wacht, dat zit er ook nog in. Dan zou je er eigenlijk nog wel even aan willen werken.’
Haar ideale repetitieperiode zou sowieso langer zijn dan de vijf of zes weken die nu gebruikelijk zijn. ‘Het liefst ga ik in een repetitieperiode drie tot vier keer het hele stuk door. Ik ga vaak aan het begin meteen een keer helemaal naar het einde toe, zodat we weten tot welk verhaal we ons moeten verhouden. En dan begin ik weer opnieuw.’ Idealiter zou ze een week of acht repeteren aan een voorstelling. ‘Ook omdat ik uiteindelijk heel precies regisseer op vorm. Ik denk dat mensen die met mij gewerkt hebben zich wel kunnen vinden in het feit dat ik een “mierenneukregisseur” ben. Mijn acteurs zijn vaak in de laatste week nog heel erg bezig met alle afspraken, en hebben dan eigenlijk nog geen tijd gehad om weer vrijheid te vinden in die vorm.’
Inmiddels begint die ijskast aan vanwege corona uitgestelde voorstellingen steeds voller te worden. ‘Ik maak me erg zorgen over onze theateragenda de komende vier jaar, met al die opgeslagen voorstellingen. Er liggen inmiddels zoveel mooie dingen in het archief. Maar tegelijkertijd zitten we met een bestel dat voorstellingen heel ver vooruit plant. Op het moment dat er een keer ergens een gaatje vrijkomt, wordt dat nu vaak opgevuld door nieuw talent. Maar ik ben bang dat juist die plekken, omdat alles nu zo vol gearchiveerd zit, voor jonge makers zullen verdwijnen.’
Ozdogan pleit – ook los van de huidige coronaperikelen – voor een systeem waarin minder focus ligt op de continue productie van nieuw werk. ‘Als een voorstelling goed ontvangen wordt, wordt de regisseur meteen op drie plekken uitgenodigd om iets nieuws te maken. Maar je kan ook overwegen om die voorstelling wat langer door te laten spelen.’ Of door anders om te gaan met de scheiding tussen het gesubsidieerde en het commerciële landschap, denkt Ozdogan. ‘Schuif een publiekshit uit het gesubsidieerde circuit door naar de commerciële sector, omdat je weet dat het publiek zal trekken en dus kaarten zal verkopen. Zo maken we meer ruimte voor gesubsidieerde projecten die bedoeld zijn voor jong talent en experiment. Alleen zo kunnen we kwalitatieve kunst bereiken.’
Tegelijkertijd zit haar eigen agenda ook al vol met nieuwe projecten voor de rest van dit seizoen, nota bene in een theaterjaar waarin de zalen amper open zijn. ‘Ik doe zelf ook aan mee aan dit systeem. Ik zit ook in een traject waarin ik alle kansen die ik krijg om vlieguren te maken en me te ontwikkelen, niet wil laten schieten.’
Moet je dan als meer gevestigde maker niet overwegen om een gemaakte voorstelling toch maar te laten schieten, om ervoor te zorgen dat de doorstroom van jonge makers niet stagneert? ‘Ik denk dat dat uiteindelijk wel de harde waarheid zal zijn. Er zullen ingevroren voorstellingen zijn die dood moeten vriezen. We moeten ook aan de toekomst denken.’
Klik hier voor meer informatie en (indien beschikbaar) actuele speelinformatie over Liegebeesten. Scènefoto: Sanne Peper