De financiële schade door de coronacrisis is enorm, en het einde is nog niet in zicht. Wat zijn de verhalen achter de cijfers? Theaterkrant gaat in gesprek met zzp’ers uit de theatersector. Waar doen ze het van? Hebben ze nog werk en inkomen? En hoe gaan zij om met de onzekerheid die de coronacrisis brengt? Deze keer: Dominique de Bont. (meer…)
De financiële schade door de coronacrisis is enorm, en het einde is nog niet in zicht. Wat zijn de verhalen achter de cijfers? Theaterkrant gaat in gesprek met zzp’ers uit de theatersector. Waar doen ze het van? Hebben ze nog werk en inkomen? En hoe gaan zij om met de onzekerheid die de coronacrisis brengt? Deze keer: Miranda Driessen.
Als kind droomde Miranda Driessen (Nunhem, 1969) ervan ontdekkingsreiziger te worden. Tot een onderwijzeres haar op een dag vertelde dat elke uithoek van de aarde al door anderen in kaart was gebracht. Nadat ze van de eerste schrik bekomen was, besloot ze zich hierdoor niet te laten weerhouden: voor haar viel er vast nog een heel universum te ontdekken.
Hoewel ze al jong eigen stukken componeerde, begon Driessen haar carrière als zangeres en muziekpedagoog. Pas op haar 35ste ging ze compositie studeren aan het Rotterdams Conservatorium. Vanuit een grote nieuwsgierigheid heeft ze zich sindsdien verdiept in verschillende muziekstijlen en –culturen. In haar werk komen westerse en niet-westerse instrumenten, alternatieve toonsystemen, historische instrumenten, klanksculpturen en -installaties samen.
In 2018 produceerde ze haar eerste grote muziektheaterwerk, Koerikoeloem. Hierin combineert ze hedendaagse poëzie met geluidssculpturen en haar fascinatie voor Mozarabische neumen uit het middeleeuwse Spanje. Neumen zijn handgeschreven kriebels boven een tekst, die de melodievorm aangeven. Het is een rudimentaire vorm van notatie, gebruikt vóórdat het notenschrift ontstond.
‘In eerste instantie was ik nog hoopvol toen Rutte in maart de lockdown afkondigde’, bekent Driessen. ‘Ik dacht, – heel naïef – dat de maatregelen “maar” tot 1 juni zouden duren. In principe zou mijn muziektheatervoorstelling Koerikoeloem tijdens het Oerol festival dus door kunnen gaan. Ik stortte me meteen op het corona-proof maken van de voorstelling, die idealiter volledig tussen en rondom het publiek gespeeld wordt.’
Alle andere klussen sneuvelden onmiddellijk. ‘De drie koren die ik dirigeer mochten niet meer repeteren en ook mijn werk als docent orthopedagogische muziekbeoefening bij een zorgboerderij kwam te vervallen. Dat betekende een verliespost van zo’n € 1500 per maand.’
Juist 2020 had er zo veelbelovend uitgezien: ‘Het zou echt een topjaar zijn geworden, met in totaal 19 uitvoeringen van Koerikoeloem, vijf concerten van piano- en andere werken, onder andere in Duitsland in het kader van het Beethovenjaar. Ook stond de première op de rol van Johann’s leftovers, voor een project van pianiste Jacqueline Smit. Ik had nog nooit zoveel concerten in één seizoen gehad.’
Corona gooide een bom op die hoopvolle vooruitzichten. ‘Oerol cancelde alle uitvoeringen van Koerikoeloem, van de overige concerten bleven er maar twee overeind. Gelukkig kon ik mijn muziektheaterstuk in september toch twee keer uitvoeren tijdens LandArt Flevoland. In totaal liep ik door dit alles zo’n 2000 euro aan auteursrechten mis.’
Driessen ging net als andere cultuurzzp-ers op zoek naar alternatieven. ‘Eind mei las ik een oproep voor een residency bij StrandLAB Almere. Ik bedacht een project waarbij ik de klankinstallatie van Koerikoeloem opnieuw kon gebruiken voor een reeks stukken voor solo-instrument en windharpen, Stemmingen.’
Om lotgenoten uit de muzieksector te helpen besloot ze daar zoveel mogelijk musici bij te betrekken. ‘En zo zat ik eind augustus ruim een week lang dagelijks te zwoegen op uiteindelijk acht nieuwe composities, die nog diezelfde dag in première gingen. Voor Stemmingen kreeg ik een kleine subsidie van het Cultuurmakersfonds van het Prins Bernhardfonds, die ik heb aangevuld met crowdfunding.’
Er waren ook andere meevallers: ‘Een van mijn koren begon meteen in juni weer met repeteren. In de zomer kon ik invallen als zangdocent bij een muziekwerkplaats voor mensen uit de psychiatrie. Bovendien had ik af en toe een kopiisten-klusje voor het tijdschrift Preludium van Het Concertgebouw. Het wonderlijke is: alles bij elkaar opgeteld was mijn gemiddelde “maandinkomen” tot oktober zelfs wat gestegen. Helaas ligt alles nu weer volledig stil en heb ik nul inkomen. Ik zie de inkomsten van afgelopen periode maar als buffer om de strenge winter door te komen die ik op me af zie komen.’
Driessen benadrukt dat voor haar de immateriële schade eigenlijk sterker weegt dan de materiële. Het had er aanvankelijk naar uitgezien dat haar carrière als componist op haar vijftigste eindelijk van de grond zou komen. ‘Maar gezien de huidige ontwikkelingen vrees ik dat ik die “move” zal moeten uitstellen naar een volgend leven. Om nog maar te zwijgen van al die jaren dat ik heb geploeterd in allerlei baantjes om deze late start op poten te zetten. In de afgelopen periode was ik al blij met vijf of zes uitvoeringen per seizoen, dit jaar zouden dat er opeens 25 zijn! Daar heb ik jaren hard voor moeten knokken.’
Ook fysiek kreeg Driessen een klap te verduren: ‘Eind juni zat ik ineens in het ziekenhuis, vanwege hartkloppingen. Uit het onderzoek bleek dat ik een hyperactieve schildklier had, wat zich ook uitte in gewichtsverlies, slecht slapen, continue rusteloosheid en een totaal gebrek aan concentratie. Volgens de internist had dat niets te maken met stress, maar ik waag dat te betwijfelen. Ik moet nu minstens een jaar lang medicijnen slikken om die schildklier weer tot bedaren te brengen.’
Ze ontving wel TOZO I, maar kwam vanwege het inkomen van haar partner niet in aanmerking voor de twee daaropvolgende steunpakketten. Toch heeft ze vanwege bovengenoemde meevallers steeds kunnen voldoen aan haar maandelijkse verplichtingen. ‘En stel dat mijn wasmachine kapot zou gaan, dan doe ik heel ongeëmancipeerd een beroep op mijn geliefde. Die overigens wel weer zo geëmancipeerd is dat hij – altijd – de was doet.’
Haar droom ooit van het componeren te kunnen leven leek vanaf 2016 werkelijkheid te gaan worden, maar vooralsnog ziet Driessen de toekomst somber in. Aan opgeven denkt ze echter niet. ‘Momenteel werk ik aan een call voor een project in – of all places – de Gobi woestijn in Mongolië. Ik hoop daar volgend jaar zomer twee maanden lang te staan met een nieuw muziekproject met mijn windharpen. – Misschien een mooie metafoor…’
Inkomen verloren? Ja, circa € 2000 aan auteursrechten en circa € 5000 vanwege weggevallen zzp-klussen.
Werk verloren? Ja, 2 koren zijn gestopt en er resten maar 3 zangleerlingen.
Uitkering? TOZO I, ja. Kwam vanwege het inkomen van haar partner niet in aanmerking voor TOZO II en III
Foto: Peter Teunissen