Voor hun nieuwe performance Underworlds lieten Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot zich inspireren door de mythe van Psyche en Eros, en door het fenomeen ‘reality shifting’, waarin iemand probeert om diens geest naar een andere realiteit te laten reizen. Het levert een prikkelende collage van invloeden op. (meer…)
Na de schoenen te hebben uitgetrokken en een bijzondere totempaal te hebben gepasseerd, neemt het publiek in de gestripte theaterzaal plaats op kleine kussentjes, die verspreid over de grond rondom een metershoge cilinder liggen. Op panelen daaromheen zijn digitale projecties te zien: een uitdrukkingsloos masker, een afdruk van een gezicht als een relikwie van een vergane soort, de mens zoals wij die kennen. Eronder bungelt een verweerd mondkapje, vliegjes zoemen eromheen. Het hangt er duidelijk al een tijd, deze herinnering aan de mens.
Dan wordt er een gestalte (Suzan Boogaerdt) de capsule binnengebracht. Op een ronddraaiend podiumpje vindt voorts een hallucinant, associatief ritueel plaats, waarin oude rites en moderne technologieën met elkaar vermengd worden. De performance zou eigenlijk deze zomer tijdens Operadagen Rotterdam in première gaan, maar werd vanwege de coronacrisis uitgesteld. Net als het eerdere Botanical Wasteland (2019), is de voorstelling onderdeel van de serie ‘Future Fossils’, waarin Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot (die dit regisseerde) een wereld onderzoeken waarin de mens niet langer het middelpunt is. ANTIBODIES wordt omschreven een ‘seance’, al suggereert dat misschien meer interactie of betrokkenheid dan er daadwerkelijk is.
De figuur in de cilinder lijkt aanvankelijk uitsluitend te bogen op online data, die voor haar als een soort levenselixer fungeren. We horen mechanisch geformuleerde zinnen die doen denken aan online-zoekopdrachten: trivia over calorieën, betekenissen van dromen, vragen over zingeving. Haar autonomie in dit isolement waartoe ze is veroordeeld, is onomstotelijk. We zien hoe ze – zonder tussenkomst van een ander – een baby uit een lichaam snijdt, gevolgd door een liefdevol moment dat de hechte band tussen haar en het pasgeboren kind weergeeft. Totdat ook zij elkaar weer moeten loslaten.
In een tijdperk waarin mens en machine steeds onlosmakelijker met elkaar verbonden raken, onderzoekt Boogeardt/VanderSchoot hoe het fragile, haperende en scheppende (vrouwen)lichaam zich verhoudt tot een context van feitelijke, onomstotelijke data en digitalisering. Na maanden waarin online werken en leven een vlucht nam en neemt, werd dat een actueler uitgangspunt dan aanvankelijk wellicht bedacht. ANTIBODIES is een fascinerende, zij het echter zelfs voor Boogaerdt/VanderSchoot-begrippen een wat in zichzelf gekeerde, zoektocht naar menselijkheid in een niet-menselijke, gemechaniseerde wereld.
Wat blijft er over van ons als mens in een ver gedigitaliseerde, gedehumaniseerde context – en is dat misschien wat wij als mens in de kern zijn? ANTIBODIES toont hoe voorbij onze tegenstrijdige verlangens en onze rommelige, vaak onhandige manieren om onszelf uit te drukken, er iets heel basaals overblijft: geboren worden en voortplanten, een voortdurende cyclus van omarmen en loslaten. Daarin zoeken we onverdroten naar contact en herkenning, een kind kopieert de moeder, de moeder kopieert het kind, er is iets dat lijkt op iets wat op contact lijkt. En ondertussen takelen we langzaam af, dat wel, dat blijft.
Foto: Wikke van Houwelingen