De voorstelling Der Bus nach Dachau van De Warme Winkel is geselecteerd voor Theatertreffen in Berlijn. De festivaljury maakte vandaag zijn selectie bekend van de tien meest belangwekkende voorstellingen die het afgelopen jaar op Duitstalig grondgebied te zien waren. (meer…)
De voorstelling Tanz van Florentina Holzinger is volgens de Duitse critici de ‘Inszenierung des Jahres’ – de beste voorstelling van het afgelopen seizoen. Dit blijkt uit de jaarlijkse critici-enquete van het tijdschrift Theater Heute. De Münchner Kammerspiele werden (opnieuw) het theater van het jaar.
Schauspiel Bochum, waar Johan Simons intendant is, werd tweede. Sandra Hüller, die in Simons’ regie Hamlet speelde in Bochum, is de actrice van het jaar. De acteur van het jaar is Fabian Hinrichs, voor zijn performance in Glaube an die Möglichkeit der völligen Erneuerung der Welt dat hij met René Pollesch in het Berlijnse Friedrichstadtpalast maakte.
Tanz is een internationale coproductie met als Nederlandse partners Spring Festival, Productiehuis Theater Rotterdam en Frascati Producties. In het veld is zorg over de internationalisering van de Nederlandse podiumkunsten nu beide laatste productiehuizen hun BIS-subsidie dreigen te verliezen.
Fascinerende voorstelling, zeker. Maar ‘goed’ kan ik het toch niet echt noemen, laat staan het beste van dit seizoen. Een totaal gebrek aan emotie, empathie, diepte – deze show (want dat is alles wat het is) behelst puur het nog wat verder oprekken van diverse grenzen. Dus okee, in dat opzicht raakt het wel. Maar het roert verder niet.
En dan achteraf gooit men de theaterwetenschappelijke analyse eroverheen. Omdat het brein zegt dat het waarde heeft, moet de ziel daar dan maar achteraan hobbelen. Sorry, ik ben allesbehalve reactionair te noemen, maar bij deze weg zie ik het perspectief echt niet.
Ik ben overigens allesbehalve een autoriteit in avant-garde, gewoon een mens met een gevoelsleven, die hierbij niets van waarde voelt. Toch, als iemand het wil proberen, please change my mind!
Ik ben benieuwd: voorstelling (nog) niet gezien, maar wel heel nieuwsgierig. Ik bezie het in de Weense traditie van Schiele, Brus en consorten. De mens is het onderwerp van de kunst (de rest van de wetenschap) en het menselijk lichaam is het onderwerp van dans en ballet. Holzinger is laat ik zeggen puur lichamelijk bezig en refereert aan véél. ‘Zij legt een verband tussen hoge en lage kunst, zoals die van pijnkunstenaars en stuntmannen. Interessante kruisverbanden! Daar hoef je geen geleerde voor te zijn of er voor te hebben door gestudeerd. Dan ben ik zelf ook niet en dat heb ik eveneens niet gedaan. Maar ik kan me van alles voorstellen bij haar werk. Verder betoont zij zich feministisch. Meestal wil ik daar maar weinig van weten, omdat het vaak zo drammerig is. ‘Ballet heeft een grote behoefte om feministisch te zijn. Daar ligt mijn bekommernis om ballet – omdat ik vind dat iemand er zich vanuit een feministisch perspectief over moet buigen.’ En ja hoor, ook daar kan ik me iets bij voorstellen. Enneh… Ik lees: ‘Holzinger vindt het ook niet erg als sommigen naar de voorstelling komen om naakte vrouwen op machines te zien dansen. De voorstelling is noch theater, noch dans, noch spektakel, want voor haar hoort dat allemaal samen.’ Dikke duim!