Hoe studeer je af in tijden van corona? De Amsterdamse Academie voor Theater en Dans vond er een goede vorm voor. De uitzwaaiers worden in beeld gebracht in het online festival re-CONNECT. In het tweede weekend van dit ‘festival’ de gemonteerde registraties van de afzwaaiende regisseurs. Sommigen van hen moesten de plannen aanpassen aan de nieuwe realiteit; geen grote groepswerken, geen locatievoorstellingen.
Wat blijft er over van dit cultuurlandschap in crisis? Van een wereld in crisis? Wat voor toekomst gaan deze regisseurs tegemoet? Hebben ze een toekomst? Reflecteren op de wereld met een scherpe blik. Laten we eerlijk zijn; er is weer iets om voor te vechten. Dat onderschrijft de voorgelezen brief van regisseur Rosemintje Verpaalen Weijts, die de rol van de regisseur mooi beschrijft. Maar hoe maken we theater binnen de huidige omstandigheden, dat is wel een vraag? Verpaalen Weijts moet haar laatste werk nog maken.
Draaimolen
De Noorse Rebekka Nilsson, realiseerde haar bewerking van Hedda Gabler al voor de pandemie. Dat was voelbaar. Haar versie van de klassieker plaatst ze in een draaimolen. Daarmee creëert ze een verbinding met de amusementsindustrie, met consumptie en overdaad. Niets van dat alles in tijden van corona!
De felle kleuren van de kostuums en de tamelijk groteske speelstijl passen bij het dwingende decor, waarin personages en object zo goed als samensmelten. Nilsson bewerkte haar tekst samen met Roel Pronk, afstuderend aan de acteursopleiding. In die tekst een enkele Noorse ingreep, slechts sporadisch krijgt dit werk een beetje lucht. De voortdurend cirkelende draaimolen dwingt een choreografische benadering af, spelers bewegen met of tegen de stroom in. Een enkele keer nemen ze plaats op de dieren, het zijn de beste beelden van deze Hedda Gabler. De impact van de voortdurend bewegende draaimolen is een effect dat we helaas moeten missen in de online registratie.
Gelikte Oedipus-show
Van een hele andere orde is de Oedipus van Stijn Dijkema, een man met een missie. Zijn Oedipus zou een locatieproject worden, maar eindigde vanwege corona in de zaal. Het resultaat is sober, zonder franje, drijvend op de tekstbewerking van Oscar van Woensel met een decor van steigermateriaal en daarin soms live gefilmde levensgrote projecties. Oedipus (Sebastiaan Frowijn) is een moderne man in pak en de bode (Yannick Greweldinger) krijgt een multifunctionele taak. Hij is cameraman, maar doorbreekt ook de vierde wand.
Dijkema verweeft zijn persoonlijke zorgen rondom het milieu in de teksten van de bode, die daarmee de morele vragen stelt. Het is even wennen, die vrij grote sprongen van een ‘klassieke’ tekst naar een pleidooi voor veganisme. Maar gaandeweg het stuk krijgt het zijn werking, vooral ook dankzij het uitstekende spel van de acteurs. Swingende jazzmuziek vult de overgangen, alsof we naar een gelikte show kijken. Een verwarde Oedipus ten slotte spreekt het volk toe, blind, alle rampspoed ontkennend.
Doorgedraaid kunstenaarsbrein
The Limits of the Self is een portret van een kunstenares, die een beeld maakt van vrouwelijke icoon Jeanne d’Arc. De Poolse regisseur Mateusz Staniak zet direct hoog in, zijn personage is bij aanvang van het stuk al flink doorgedraaid en duidelijk al in de crisisfase van de creatie. Het zet direct een vrij negatief clichébeeld neer van het gegeven ‘kunstenaar’. Neemt Staniak daarmee zichzelf op de korrel?
Naast het hoofdpersonage Claudia zet hij een nerveuze curator en alter ego Jeanne d’Arc. Laatstgenoemde had wellicht ook verweven kunnen worden met de hoofdrol, maar Staniak gebruikt de dubbelrol om ook fysiek materiaal te creëren in de grote ruimte, een white box. Hij construeert en deconstrueert om zo lagen te creëren in het vrij simpele gegeven. Zijn ruimte is – vrij letterlijk – een expositie van het kunstenaarsbrein. Kunst over kunst, Staniak experimenteert vrij. Soms passeren onbekende feitelijke gegevens over de figuur Jeanne d’Arc, vooral de filosofische teksten (Derrida) geven diepgang aan het werk.
Emotionele trip
Ook de ruimte die Lara van Hoof kiest is een white box. Vrienden van is een hyper-conceptueel werk, dat ze samen met scenograaf Sabine Okrouhlik creëerde. We horen een door Van Hoof zelfgeschreven tekst op de geluidsband met daarin personages zonder voornaam, alleen hun initialen worden genoemd. We hebben te maken met een kunstenaarsgroep. Zeer gedetailleerd beschrijft de tekst hun karakters en de sociale verhoudingen tijdens een borrel. Elk fysiek gegeven van het lichaam wordt meegenomen in de tekst. Intussen zien we drie personages op het toneel in een wit landschap met hoekig afgemeten objecten, liggende vierkanten en staande, rechthoekige sokkels. De drie zijn kleurig gekleed, wat een contrast creëert met het witte afgemeten landschap.
Het is alsof we naar een natuurfilm kijken met voice-over. Maar de bewegingen van spelers op het toneel lopen niet parallel met de tekst, of wel? In de dialoog die ontstaat tussen lichaam, tekst, licht, geluid en object draait alles om timing en ritme. We zijn getuigen van een emotionele trip, waarin alles draait om het verlangen gezien te worden. Vrienden van is de handtekening van een consequente en uiterst vormelijke regisseur. Met gepaste afstand beschouwen Van Hoof en Okrouhlik de wereld, alsof corona altijd al op de loer lag.
Foto: Hedda Gabler van Rebekka Nilsson