De Brusselse choreograaf Benjamin Vandewalle werkt graag in situ: zijn performances zijn vaak ingrepen in de openbare ruimte, waarbij hij speelt met de blik en de status van de toeschouwer. Wat veroorzaakt het kijken van iemand naar iets of iemand, en op welke manier kan aan de rollen van toeschouwer en performer worden gemorreld? (meer…)
Terwijl wij thuis moeten blijven, is Laura van Dolron op Terschelling. Op basis van de input van haar publiek via Zoom maakt ze iedere dag een nieuwe voorstelling vanuit een bos op het eiland. Daarin houdt ze de toeschouwers een therapeutische, troostende spiegel voor.
Om 10u20 moeten we inbellen via Zoom. Samen met twintig andere deelnemers, veelal vrouwen, kijken we naar Laura van Dolron, die heeft postgevat aan de tafel in een keuken, vermoedelijk die van haar Terschellingse huisje. Vooraf moesten we elk een zin insturen, maar dat liep niet van een leien dakje. Bedoeling was dat het ‘een zin over onze pijn’ moest zijn, maar dat stond niet duidelijk in de mailinstructies. Geen nood: na een ongemakkelijk begin besloot Van Dolron dan maar zelf te graven naar de pijn van haar deelnemers.
De zinnen die waren ingezonden, hadden meer te maken met de pleister dan de wonde zelf. ‘Het is oké’, stuurde een jonge vrouw haar toe. Toen Van Dolron haar vroeg wat die zin voor haar betekende, vertelde ze een aangrijpend verhaal. Haar oma in Suriname was een week eerder overleden, en door de coronacrisis kon ze niet bij de uitvaart zijn. Haar oma was de enige persoon bij wie ze altijd het gevoel was dat ze gewoon mocht zijn wie ze was, zonder dat ze moest beantwoorden aan bepaalde verwachtingen. ‘Het is oké’, zei haar oma vaak.
De angst om niet te voldoen: het bleek een rode draad op de dag dat ik deelnam aan Jouw zin is de mijne. Het was ook al het thema van haar Oerol-voorstelling van twee jaar geleden, in hetzelfde bos als waar ze nu ’s avonds optreedt. Van Dolron deelt het onderwerp met de Amerikaanse auteur Brené Brown, die in de bestseller De kracht van kwetsbaarheid haar lezers aanmoedigt om hun perfectionisme te laten varen en de kwetsbaarheid te omarmen.
Dat is ook precies wat Van Dolron die ochtend doet met haar toehoorders, of toch bij vier van hen. Via directe, maar altijd empathische vragen peilt ze voorzichtig naar de wonden die schuilgaan achter hun ingestuurde zinnen. En wat blijkt: iedere mens heeft een verhaal, en in aanwezigheid van Laura van Dolron gulpt dat er zo uit.
Zo is er een vrouw wier man twee jaar geleden stierf. Pas in zijn laatste levensjaar, nadat hij vrijwilliger werd bij Oerol, leerde hij zijn wantrouwen tegenover de mensheid los te laten, waardoor ook hun relatie beter werd. Maar na Oerol kreeg hij psychoses, en overleed hij. ‘Blij dat hij in het laatste jaar van zijn leven heeft ervaren dat het leven ook anders kon zijn’, reageert Van Dolron troostend. Het ochtendluik voelde als groepstherapie, met van Dolron als een soort goeroe.
Maar dan wel iemand die ook zélf haar onzekerheden prijsgeeft. Zo zegt ze hoe overspannen ze de dag ervoor was omdat ze niet wist: is wat ik hier doe in dit experiment wel voldoende? Ze vertelt ook hoe ze last heeft van FOMO, zeker nu ze niet bij haar oma van 93 kan zijn die haar laatste week leeft in Rotterdam. Maar ook hoe, als haar oma dood is, niemand haar nog “Engeltje” zal noemen en niemand haar dus nog zal zien als het kind dat ze ooit was.
Acht uur later hebben Laura van Dolron en haar vaste muzikanten Frank van Kasteren en Wilko Sterke een voorstelling als een jazzconcert gebrouwen rond deze ochtendsessie. Met allerlei verwijzingen naar die eerdere gesprekken brengen ze alle drie, laptop in de hand, een nieuwe tekst. Daarin vertellen ze ook over de kwetsbare momenten uit hun eigen leven, zoals de zelfdoding van haar beste jeugdvriend (Van Dolron) en de angst om aan kinderen te beginnen omdat het perfect moet zijn (Van Kasteren).
Zo zijn onze splinters pijn de grondstof voor deze semi-geïmproviseerde symfonie, die op meer poëtische wijze een extra pleister legt op de wonden van die vier deelnemers, maar eigenlijk op die van ons allemaal. Het is soms een beetje herhaling van het ochtendgedeelte, en voor wie Van Dolron al langer volgt is dit niets nieuws onder de zon. Maar voor de participanten, wiens gezichten we ’s avonds niet kunnen zien, moet dit een welgekomen dekentje van troost zijn, nu ze dit jaar – tot tranen toe, zo bleek bij een vrouw ‘s ochtends – hun langverwachte bezoek aan Oerol hebben moeten inruilen voor een bezoekje aan Het Imaginaire Eiland. Gelukkig neemt Laura van Dolron er voor ons de honneurs waar, en zendt ze vandaaruit wijsheden naar de rest van de wereld.
Foto: Moon Saris
Aight