In kringen van toneelspelers geniet Machteld Hauer (1946-2020) een legendarische status vanwege haar intensieve betrokkenheid als spelcoach. Haar kijk op acteren is nog steeds een grote bron van inspiratie voor de meerdere generaties. ‘Zoals zij toneelspelen formuleerde, is het een dans van aandacht.’ (meer…)
ACT, de belangenvereniging voor acteurs, pleit voor het aanmerken van het beroep van acteur/actrice als zogenaamd ‘contactberoep’. Daarmee zouden acteurs weer veilig kunnen werken binnen de beperkingen van de coronamaatregelen. Zonder deze status is volgens ACT zowel het repeteren als spelen van theatervoorstellingen en het opnemen van films en televisie niet mogelijk.
ACT verzamelt argumenten voor het toekennen van de status van contactberoep: in vergelijking met fysiotherapeuten of kappers is de groep waarmee gewerkt wordt kleiner, constant en goed te controleren. Ook kijkt de belangenvereniging naar Duitsland, waar onder voorwaarden filmopnames weer plaatsvinden. ACT roept haar leden op om de oproep te verspreiden via de media, waarin acteurs regelmatig aan het woord komen.
Foto: Weg met Eddy Bellegueule van Toneelschuurproducties, Sanne Peper
Waarom hier moeite in steken? Ook onder de huidige maatregelen heb je altijd mogen doorwerken als acteur. Het samenschoolverbod geldt immers niet voor werkenden. Wel wordt thuiswerken, indien mogelijk, ten zeerste aangeraden. Indien niet mogelijk, neem dan zoveel mogelijk maatregelen (afstand, handenwassen, geen gedeelde lunch etc).
Voor repeteren moet een ensemble echter bijeen zijn. Net zoals de Hornbach-medewerker aanwezig in de winkel moet zijn om zijn werk te kunnen doen, om maar iets te noemen.
Zie desnoods het nogal ambtelijke protocol van NAPK over hoe je onderling afspraken hierover kunt maken. De status van contactberoep gaat hier geen wezenlijke verandering brengen maar legt alleen maar meer nadruk op schijnveilige bureaucratie.
Ik denk dat het adequater is de acteursbelangen te behartigen door de beperkingen voor cultureel ondernemen in rechtzaken aan te gaan vechten.
Een collega-ondernemer in het ‘doen-alsof’; de fysieke winkel van onlineretailer (!) Coolblue mag hier in de stad volgens eigen zeggen 50 mensen (da’s dus 20 meer dan 30 mensen en het is nog niet eens 1 juni!) ontvangen op +/-150 m2. Die totaal non-essentiele winkel (er is immers een zeer adequaat online alternatief) staat bovendien vol met ‘decor’ en winkelpubliek heeft nauwelijks beweegruimte.
Zijn we niet een beetje té netjes en volgzaam geworden in de culturele sector?