Door het lichaam centraal te stellen zetten kunstenaars in de jaren zestig en zeventig vraagtekens bij begrippen als gender, seksualiteit, ras en etniciteit. Hun performancekunst morrelde aan bestaande sociale verhoudingen, aan de begrenzingen rond disciplines en aan de gangbare relatie met de toeschouwer. Het EU-project Performing Gender nam dezelfde uitgangspunten en liet zien hoe hedendaagse genderclowns spelen met de codes.

‘Gender’ is een politiek beladen begrip, dat verwijst naar de sociale kenmerken en kansen die geassocieerd worden met man of vrouw zijn. Gender bepaalt wat we verwachten, toestaan en waarderen in een vrouw of een man. Filosoof Judith Butler stelde in de jaren tachtig dat gender niet zozeer een uiting is van natuurlijke geslachtskenmerken, maar dat het een maatschappelijke rol is die we spelen, een fysieke handeling waarin we ons oefenen, een script dat we, als waren we acteurs, voortdurend reproduceren.

Dat genderidentiteit de afgelopen jaren een hot issue is geworden, kan niet anders dan een reactie zijn op een toenemend Europees conservatisme, homohaat in landen als Oeganda en Rusland en een sterke nadruk op traditionele mannen- en vrouwenrollen in de beeldcultuur. Sociale verworvenheden uit het verleden staan onder druk en de preutsheid ten aanzien van het naakte lichaam neemt toe.

Het Europese theaternetwerk House on Fire nam het begrip gender als uitgangspunt voor een van zijn thematische programmalijnen. Dit voorjaar organiseerden diverse Europese theaters specials rond het thema: Mr. Mrs. Mx. in het Amsterdamse Theater Frascati, Männlich Weiß Hetero, Ein Festival über Privilegien in HAU, Berlijn en Gender Trouble in het Maria Matos Teatro Municipal te Lissabon. Afgelopen maart sloot een ander EU-netwerk het project Performing Gender af in MAMbo, het museum voor hedendaagse kunst in het Italiaanse Bologna. Grotere instituten, waaronder het Bonnefantenmuseum in Maastricht en Reina Sofia in Madrid, werkten hierin samen met kleine organisaties als het Gender Bender Festival (Bologna), de Nederlandse Dansdagen & De Jan van Eyck Academie (Maastricht), Queer Zagreb en Paso a 2 (Madrid). Choreografen doken in de gendertheorie van Judith Butler en ontmoetten kunstenaars en activisten uit de LGBT-beweging (‘lesbian, gay, bisexual, transgender’).

Restricties

Tijdens Performing Gender werd het thema gender breed benaderd. Vooral de relatie tot de ander stond centraal, zelfs in de samenstellingen van de organisatiepartners. Het was een bewuste keuze. Het bespreken en doorbreken van bestaande verhoudingen en codes was leidraad, ook binnen de eigen organisatiestructuur. Dat was misschien wel de grootste kracht van dit project. Na een reeks themagerichte workshops werkten de kunstenaars, voornamelijk choreografen die het lichaam centraal stelden, toe naar performances in de musea.

Dat proces ging niet zonder slag of stoot; organisatoren en kunstenaars zagen zich geconfronteerd met restricties van sommige grotere instituten. Zo was in het museum Reina Sofia de zaal waar Picasso’s Guernica hangt niet beschikbaar en wilde dit museum geen naakte performers toelaten – ironisch voor een plek waar diverse naakten in volle glorie aan de muren prijken. In de expositie Minimal Resistence toonde het museum bovendien posters van het genderactivistische collectief Guerilla Girls, dat ooit de campagne Do women have to be naked to get in the MET? bedacht.

Sommige performances in het kader van Performing Gender putten uit eigen repertoire, zoals Facets van Cecilia Moisio, dat in een reeks tableaus de stereotiepe rol van de vrouw ter discussie stelt. Enkele kunstenaars kropen letterlijk in de rol van ‘de ander’ om sociale systemen en machtsverhoudingen ter discussie te stellen. Zo vermomde de Spaanse Christina Henríquez zich als machoachtige museumsupport en kroop de Spaans-Braziliaanse Poliana Lima in de huid van het vrouwelijke schoonmaakpersoneel. De interactie met de toeschouwer was onderwerp in I trust in this life we will have another moment alone van Connor Schumacher, waarin de kunstenaar zich verschanst in een groot, gewichtloos plastic object dat een voorzichtige interactie aangaat met de toeschouwers. Anderen zochten de dialoog in de vertaling van taboes, zoals Jan Martens, die twee mannen liet zien in een oneindige kus. Vastgeklonken aan elkaars lippen bewogen de twee zich urenlang door het museum.

Wat het project Performing Gender vooral liet zien is hoe seksueel bevrijdend én politiek het engagement is van het gendergeoriënteerde onderzoek. Wie het begrip gender bespreekbaar maakt, kan niet om het lichaam heen en onderzoekt als vanzelf codes van dominante en hiërarchische systemen, ook binnen het medium zelf. Dat zet niet alleen de dialoog tussen het mannelijke en het vrouwelijke op scherp, maar ook tussen het publieke en persoonlijke, het institutionele en het marginale.

Tartend en uitdagend

Wat me opviel in de bijbehorende publicatie van het project was dat meerdere kunstenaars aangaven geïnspireerd te zijn door de rol van de clown. Zo creëerde Sylvia Gibraudi een film waarin ze naakt door de tuin van museum Reina Sofia loopt en bezoekers ontmoet. De film is weliswaar in scène gezet, maar vormde een stil protest tegen het beleid van het museum. Ook Bruno Isakovic reageerde op de restricties. Juist omdat hem de toegang tot de zaal met dit schilderij ontzegd werd, nam hij de Guernica als uitgangpunt voor zijn performance door een afbeelding ervan op de wand te projecteren.

De kunstenaar als clown, die vragen stelt bij zaken waar weinigen zich over verbazen, het machtsblok tartend en uitdagend, altijd zoekend naar de oppositie en naar een ironisch commentaar. Ook de Guerilla Girls passen in dit plaatje; niet voor niets zijn ze onderdeel van de expositie Böse Clowns in de HMKV van de Dortmundse Universiteit, waarvan ook het werk van genderactivisten als Cindy Sherman en Pussy Riot onderdeel uitmaakt. Gender en seksualiteit waren onderwerpen van beeldend kunstenaar Carolee Schneemann (neo-dada en fluxus), die zich gaandeweg haar carrière steeds meer op de performancekunst richtte. In de recente performance 69 Positions verbindt choreograaf Mette Ingvartsen Schneemanns performance Meat Joy – maar ook werk van Anna Halprin en Yayoi Kusama uit de jaren zestig en zeventig – met haar eigen werk en de positie van het lichaam in de huidige tijdsgeest. Hoe radicaal de performancekunstenaars van destijds waren bewijst het werk van LGBT kunstenaar Gina Pane (Azione Sentimentale), die de mutilatie van het lichaam in die jaren als uitgangpspunt nam om te vechten voor de rechten van vrouwen, homo’s en kleurlingen. Ze verbond het private – haar eigen lichaam – aan het politieke. De performances van destijds choqueerden, het lichaam was zichtbaar onderdeel van het protest. De hedendaagse clowns lijken aanmerkelijk vriendelijker, hun houding is er een van reflectie op sociale vraagstukken.

Clown bij uitstek

In het genderfestival Mr. Mrs. Mx. van Theater Frascati, waar overigens ook een debat plaatsvond over kunst en provocatie, was werk te zien van de Bulgaarse kunstenaar Ivo Dimchev. Dimchev is een clown die de waarde van kunst letterlijk tot onderwerp maakt van zijn voorstellingen. Een clown die hoe dan ook altijd speelt met rollen en verhoudingen, vooral in de context van de kunst zelf. Terwijl hij een vrouwelijke host speelt, schotelt hij ons concepten voor waarin hij speelt met kunst en amusement. Hij betaalt zijn publiek om verschillende acts voor hem op te voeren (P Project) en vent de relatie tussen de kunstenaar en de curator uit ter faveure van zijn eigen omzet (Fest). Dimchev zet de mechanismen van kunstproductie en -distributie naar zijn hand. Hij is een clown bij uitstek, met de juiste dosis humor ook.

Maar er zijn ook minder zichtbare clowns. Neem de New Yorkse Young Jean Lee, wiens werk te zien was tijdens Männlich Weiß Hetero in HAU. Met haar subversieve theater kaart ze continu issues rond gender, discriminatie en macht aan. Doelbewust onderzoekt ze daarin steeds een andere theaterstijl en kiest ze een uitgekiende cast. Zwarte acteurs speelden ‘comedy’ in The Shipment, charismatische performers uit de burlesque en het nachtclubleven dansten naakt in haar Untitled Feminist Show (vorig jaar op Julidans) en in haar laatste performance Straight White Men spelen vier mannen, een vader en drie zoons een traditioneel en zeer narratief toneelstuk.

Dat de clown goed functioneert buiten de codes van het traditionele theater bewees een van de performances in Mr. Mrs. Mx. van Frascati. In Choreography for Running Male van Eglė Budvytytė uit Litouwen rent een groep mannen gedisciplineerd door de stad. In hun bewegingen worden emotie, kwetsbaarheid, schaamte en verleiding langzaam zichtbaar. Speels en toegankelijk stelt deze performance midden op straat vragen bij de vanzelfsprekendheid van de machocultuur. Mannelijkheid en vrouwelijkheid zijn niet uitsluitend verbonden met de biologie van het lichaam. Met humor en subtiliteit doorbreken de mannen deze mythe.

Hij/zij

Ook het werk van Dries Verhoeven laat de activistische beweging buiten het theater zien. Maar daarnaast bewijst zijn werk ook hoezeer theater en beeldende kunst daarin met elkaar verbonden zijn. Aan de hand van zijn installatieperformances bespreekt Verhoeven de heersende conventies en taboes. Soms in de volle breedte zoals in Ceci n’est pas, maar gerust ook binnen zijn ‘eigen’ homocircuit in Wannaplay. Dat leidt niet alleen tot ergernis en soms zelfs agressie van toeschouwers en deelnemers, maar regelmatig ook tot restricties van overheden of programmerende instellingen.

In een van de vitrines van Ceci n’est pas toont Verhoeven een transgender. Selm Wenselaers speelde ook een rol in de workshops van Performing Gender. Ik ontmoette Wenselaers afgelopen maart tijdens de eindpresentatie van Performing Gender en ontdekte hoe zijn (of moet ik zeggen: haar – daar gaan we al) dubbele genderidentiteit eigenlijk een continue performance is. Overal waar zij/hij is, heerst verwarring. Om te beginnen over de vraag hoe haar/hem aan te spreken. Het dilemma wordt nog eens gestimuleerd omdat Selm zelf de keuze openlaat. Een ontmoeting met Selm onderstreept Judith Butler’s gendertheorie; als verwarde acteurs zoeken we naar de juiste tekst, maar het script dat ‘hij’ of ‘zij’ heet gaat hier niet op. De narren, ze verstoren en ontregelen. Ze houden ons een spiegel voor. Ze tarten de conventies en rammelen, zichtbaar of niet, aan heersende systemen.

foto Willem Popelier

Dossiers

Theatermaker zomer 2015