De meme OK Boomer gaat over jong tegen oud, over snowflakes versus Boomers, maar vervat eigenlijk een nog breder conflict dan dat tussen de generaties. Het is de strijd van de realisten die vechten om de bestaande wereld te behouden tegen de idealisten die een nieuwe wereld eisen. Het lijkt tijd voor een goed gesprek.
De dialoog
Deze dialoog kan hebben plaatsgevonden tijdens een werkafspraak in een café, nadat ik uitgebreid had geklaagd over de afwezigheid van stopcontacten voor het opladen van mijn laptop. Hij kan ook hebben plaatsgevonden in de foyer van een klein, experimenteel vlakkevloertheater. Deze dialoog kan zich ook op het internet hebben afgespeeld; op Facebook, Twitter, of de comment section (sorry Boomers, maar ik ga vaker Engelse woorden gebruiken) van Theaterkrant.nl. Het is geen lange dialoog, maar hij kan wel vaak worden herhaald. Deze dialoog kent vele variaties die nauwelijks van elkaar verschillen en waarvan alle betrokkenen voelen hoe weinig deze keer verschilt van de vorige. Ik spreek met een hij, maar mijn gesprekspartners zijn zowel mannen als vrouwen. Dit is wat we in de dialoog tegen elkaar zeggen:
Hij: Ik krijg steeds vaker het gevoel dat je van alles niet mag zeggen op het toneel. Er beginnen weer allemaal taboes terug te keren, waar wij het toneel juist van hadden verlost. Het wordt allemaal weer zo braaf en politiek correct.
Ik: LOL, what?
Hij: Ik hoorde dus laatst dat je Shakespeare eigenlijk niet meer mag spelen. Maar ik denk dan ook: jullie waarderen Shakespeare niet omdat jullie daar de aandachtspanne niet meer voor hebben. Dat komt doordat jullie de hele dag op de je telefoon zitten en van die korte YouTube filmpjes kijken. En dan zeggen dat Shakespeare echt niet meer kan in deze tijd! Probeer eerst eens zo’n stuk uit te lezen! Ik bedoel, wat moeten we nou als je Shakespeare niet meer mag spelen?
Ik: Euuh, idk… Een keer een vrouwelijke schrijver proberen?
Hij: Ja kijk! Dat bedoel ik dus! Dan gooi je dus gewoon heel Shakespeare overboord omdat hij dingen schrijft waar je het niet mee eens bent. Jullie kennen de geschiedenis ook helemaal niet! Wij hebben ook een strijd voor vrouwenrechten geleverd en daarin hebben we ook Shakespeare bekritiseerd. Maar jullie doen alsof jullie de eerste generatie zijn die op dit lumineuze idee is gekomen, en voeren de hele discussie gewoon opnieuw. Wij draaiden veertig jaar geleden dus al de mannen- en vrouwenrollen om. We hebben echt stappen gezet, en die gooien jullie gewoon helemaal weg. Dan is het geen kritiek meer, dan is het censuur!
Ik: Oh wouw, jullie hebben vrouwenrollen door mannen laten spelen? Super woke!
Hij: *weet niet zeker of de laatste opmerking ironisch bedoeld is of niet, maar gaat uit van het ergste* Ja wacht eens even! Even niet zo brutaal doen. Al die luxe die jullie nu hebben, daar hebben wij voor gestreden. In mijn tijd was er geen Nieuwe Makers-regeling of productiehuis, wij moesten alles zelf doen. Wij gingen na ons afstuderen allemaal de uitkering in en bouwden zonder daarvoor betaald te krijgen de theatersector op waar jij vandaag de dag de vruchten van plukt!
Ik: OK Boomer.
OK Boomer
Op de valreep van de Teensies (2010-2019) komt de, wat mij betreft, meest interessante meme (voor de Boomers: internetgrapje) van het decennium op: OK Boomer. Twee woorden die door de jonge generaties (millenials, hipsters, zero’s kids, tens kids, Gen Z, -Y, -A, -Whatever, in dit artikel: special snowflakes, kortweg: snowflakes) worden gebruikt om een gesprek met een oudere generatie (de Boomers) te beëindigen. Plotsklaps, met als enige uitleg: OK Boomer. Wanneer een Boomer zegt dat je gewoon bereid moet zijn om hard te werken en dat je dan wel binnen een jaar na afstuderen een goedbetaalde vaste baan aangeboden krijgt, dan kijk je op van je veel te dure koffie haverkaramel en antwoord je: OK boomer.
Buiten de lach die deze meme oplevert bij het trollenleger, vat het ook iets essentieels van nu. Ik weet dat een meme serieus nemen an sich ook wel een OK Boomer uitlokt, maar toch ga ik het doen, voor de lulz, en omdat er daadwerkelijk iets gaande is. Iets wat we een generatieconflict zouden kunnen noemen. Een conflict dat speelt in de wereld, en dus ook in het theater. Een generatieconflict waarbij jonge mensen de onderliggende partij leken – maar toen kwam OK Boomer.
Het generatieconflict
Om OK Boomer te begrijpen, moeten we eerst bekijken wat dit conflict dan precies is. Blijf bij me (snowflakes die meer dan 280 tekens na elkaar kunnen lezen), uiteindelijk komen we weer bij OK Boomer uit.
De simpele uitleg van het generatieconflict is dat de snowflakes tegen de Boomers zeggen dat zij de wereld gijzelen, terwijl Boomers zeggen dat de snowflakes de wereld die zij hebben opgebouwd aan het vergooien zijn. Maar voor mij is de kern van het generatieconflict wederzijds onbegrip. De Boomers en de snowflakes zijn beiden in een radicaal andere wereld opgegroeid en kunnen zich maar moeilijk inbeelden hoe de wereld aan de andere kant van de generatiekloof eruit ziet.
Het vorige generatieconflict waarin Boomers de hoofdrol hadden speelde zich af in de jaren zestig-zeventig. Toen protesteerden zij tegen de burgerlijke generatie van hun ouders met hun hippie-idealen: (seksuele) vrijheid, gelijkheid en anti-burgerlijkheid. Dit is belangrijk omdat Boomers in dit generatieconflict de snowflakes geheugenverlies verwijten: alle kwesties die nu spelen (seksisme, racisme, verdeling van het kapitaal) speelden ook al toen zij zich tegen hun ouders afzetten. De snowflakes kennen hun geschiedenis niet en zijn daarom gedoemd om deze te herhalen. Daarbij missen ze discipline, lezen ze niets meer (door die verdomde telefoons de hele dag maar) en geven ze nooit argumenten, maar zijn ze wel de hele dag beledigd omdat hun safe spaces worden binnengedrongen door iemand met wie ze het oneens zijn.
De snowflakes stellen vooral het verschil van de wereld voorop. De afgelopen veertig jaar is alles anders geworden. De vaste contracten, betaalbare koopwoningen (of desnoods kraakpanden) en het naïeve geloof in een eindeloos beter wordende toekomst zijn weg. Het internet, de aanstaande klimaatcatastrofe en Trump hebben we ervoor teruggekregen. De snowflakes erkennen wel dat de generaties voor hen al met soortgelijke problemen worstelden, maar vinden de oplossingen irrelevant. De wereld is veranderd, en heeft dus nieuwe antwoorden nodig. Het is een mooi gebaar om mannenrollen door vrouwen te laten spelen, maar in een tijd van #MeToo waarin de beerput van al het sluimerend seksisme langzaam open gaat, is het misschien niet meer relevant. Misschien moeten we wel geheel nieuwe vrouwenrollen hebben, van nieuwe schrijvers (bijvoorbeeld een paar vrouwen), waarbij het vrouwelijke personage niet als een willoos slachtoffer over het toneel wordt gesleept.
De snowflakes voelen zich gegijzeld in een wereld die denkt door te kunnen gaan alsof het nog steeds veertig jaar geleden is. Alsof het klimaatprobleem zichzelf wel gaat oplossen (en kom niet aan met het gat in de ozonlaag waar je ‘nu ook nooit meer iemand over hoort!’). Daarbij zitten de Boomers allemaal maar in hun peperdure koophuizen aan de gracht (die zij destijds voor vijftigduizend gulden hebben gekocht), hebben ze constant hulp nodig bij het aanzetten van hun printer en drammen ze maar door en door over hoe vroeger alles (en vooral iedereen) beter was.
Generaties definiëren
OK Boomer gaat over snowflakes vs Boomers, jong en oud, maar beperkt zich niet tot deze twee leeftijdsgroepen. Dan zouden de generaties tussen de dertig en de vijfenzestig (want de laatste babyboomers zijn in ’55 geboren) geen rol hebben in deze discussie. En dat is domweg onwaar. Daarom wil ik een betere manier voorstellen om de generaties te duiden: de Boomers zijn degene door en voor wie de huidige structuren zijn gemaakt, en de snowflakes willen die structuren niet. De Boomers zijn de directeuren die nu met pensioen gaan, de architecten van de wereld van vandaag en de snowflakes zijn de uitdagers die die wereld radicaal willen veranderen.
Als je het zo bekijkt dan is dit generatieconflict breder dan enkel de jongste tegen de oudste werkzame generatie. Het is een strijd van de uitdagers tegen de (bestaande) wereld, van de realisten die vechten om de bestaande wereld te behouden tegen de idealisten die een nieuwe wereld eisen. En in die strijd heeft iedereen een rol. De vijftigers die het gros van de directeurstaken hebben overgenomen van de Boomers aan de kant van de bestaande wereld, de dertigers die als pas gevestigden proberen de instituten te hervormen aan de kant van de snowflakes.
Uiteraard zijn er ook jonge mensen die de bestaande wereld helemaal prima vinden en oude mensen die radicale verandering prediken. En natuurlijk denken niet alle jonge mensen hetzelfde over de wereld; anders dan bij het vorige generatieconflict is het dominante discours van de jonge generatie deze keer niet overwegend politiek links. Maar toch is er iets gaande, iets wat zich langs generatielijnen afspeelt. Iets dat zich niet in oude politieke tegenstellingen laat vangen. Iets waarin de GeenStijl reaguurders en vegan-latte-drinkers allemaal staan tegenover zowel de bankier als de theaterdirecteur. Ik zeg bewust niet dat ze samen staan, omdat binnen deze ver uit elkaar liggende snowflakes in elkaar minstens zo’n groot gevaar zien als in de Boomers. In het theater hebben de latte-snowflakes nu eenmaal een overweldigende meerderheid, dus ik laat in dit artikel de GeenStijl-OK Boomer even buiten beschouwing.
Generaties in het theater: twee pijnpunten
En in het theater? Hoe krijgt de existentiële strijd tussen Boomers en snowflakes vorm op of achter het toneel? Het antwoord hierop zou ik willen laten zien aan de hand van twee pijnpunten: gratis iets opbouwen en romantische idealen. De een concreet, de ander fundamenteler en lastiger te duiden.
Gratis iets opbouwen
Laten we concreet beginnen, en wel met een onderhuids pijnpunt. Onderhuids omdat het geen regels betreft, maar verwachtingen. Dat pijnpunt tussen generaties is de manier waarop er naar gratis werk wordt gekeken. Voor de Boomers is gratis werken iets waardevols. Veel belangrijke instituten in de theatersector zijn opgebouwd doordat een paar mensen in de WW of bijstand terecht kwamen en ondertussen hun volle werkweek in het opzetten van iets nieuws konden steken. Het is een mooie energie: iedereen zet zijn schouders eronder, gewoon omdat het moet! Mensen bouwen zonder ervoor betaald te worden iets op.
Aan die mooie gedachte hangt bewust of onbewust ook een verwachting. Zo krijgen jonge mensen vaak te horen dat de energie om iets te beginnen niet aanwezig is bij de nieuwe garde. Dat de snowflakes niet snappen dat je nu eenmaal soms moet beginnen zonder dat er geld is, maar dat je daarmee echt iets moois op kunt zetten.
Het enige probleem is, dat het verschil in hoe de wereld in elkaar zit tussen de tijd waarin de Boomers jong waren en nu, niet wordt meegenomen in dit sentiment. Iemand die nu afstudeert heeft een studieschuld van veertigduizend euro, kan geen woning vinden in de stad (en kraken is verboden) en werken met behoud van uitkering is ondenkbaar. De voorwaarden waaronder de Boomers dat gratis werk hebben kunnen verrichten zijn nu weg.
Het subtiele van deze generatiestrijd is dat hij vaak helemaal niet zo direct wordt gevoerd. Deze verwachting wordt nooit zo expliciet uitgesproken, maar er wordt wel gezegd dat die ‘ondernemende energie’ wordt gemist, of dat jonge mensen ‘zich niet meer engageren’. Maar dat hij niet expliciet is, betekent niet dat hij niet voelbaar is in de sector. Zo wordt het nog steeds als normaal gezien dat je na je afstuderen een paar jaar weinig tot niets verdient met het werk dat je doet. En dat terwijl in de wereld waarin afgestudeerde mensen nu belanden, de vangnetten die dit gratis werken mogelijk maakten al lang verdwenen zijn.
Romantische idealen
Een tweede pijnpunt is moeilijker te vangen. Het betreft namelijk een ideeënstrijd over kunst waarvan het einde nog niet in zicht is. Een ideeënstrijd die gaat over twee beelden. Het eerste beeld is dat van de vrije kunst die zonder taboes of belemmeringen in een vrije ruimte in de samenleving opereert. Een beeld van autonome kunstenaars die zich engageren als zij dat zelf willen, onder hun eigen voorwaarden en niet onder dwang of sturing van het maatschappelijke debat.
Aan de andere kant staat het beeld van het verloren geloof – onder druk van GeenStijl, Reddit, 4chan en Baudet – in de idee dat de vrijheid om alles te kunnen zeggen een goed gesprek oplevert. Terwijl er teglijkertijd een groot verantwoordelijkheidsbesef bestaat aangaande de eigen privileges en blinde vlekken – zaken waarvan men vindt dat men zich daar keer op keer weer bewust van móet zijn. Het is een ideaal waar ik nog moeilijk één coherent verhaal van kan maken, maar waarvan de contouren zich langzaam beginnen af te tekenen. Zo lijken die contouren afhankelijkheid ofwel heteronomie als uitgangspunt te nemen.
De kunstenaar is dan juist gebonden aan de mensen om hen (het blijft toch een snowflake ideaal, dus ‘hem’ of ‘haar’ voelt hier ongepast) heen, aan de maatschappij waarin hen opgroeit en de onderwerpen die hen vormt. Dit ideaal zoekt geen vrijheid, maar wil gebonden zijn. In die verbinding is het soms journalistiek, soms activistisch en schiet het soms door alle genres en stijlen heen.
Het pijnpunt hiervan zit erin dat dit uitvinden enkel wordt toegestaan zolang het niet de grenzen van het romantisch kunstideaal overschrijdt. De Boomers vinden het heel goed als er meer aandacht is voor racisme en seksisme, zolang maar voorop blijft staan dat alles gezegd en gespeeld mag worden. Natuurlijk stroomt het bloed waar het niet gaan kan en worden deze nieuwe vormen ontwikkeld, maar het is vaker ondanks de bestaande structuren dan dankzij. Zo krijgen makers vaak de vraag binnen welke discipline hun werk dan valt, en of het nog wel kunst is als het te activistisch wordt.
OK Boomer
Daarmee zijn we bijna terug bij OK Boomer. Deze pijnpunten zijn namelijk voor de snowflakes een stuk pijnlijker dan voor de Boomers. En dat komt doordat de Boomers nog steeds de voorwaarden van het gesprek bepalen. Pas over dertig jaar, wanneer de Boomers dood en hun handlangers met pensioen zijn, kunnen de snowflakes de wereld pas echt overnemen, kunnen de nieuwe ideeën echt aantreden. Zoals natuurkundige Max Planck zei: ‘Science advances one funeral at the time’, zo ook de kunst.
Tenminste, zo leek het. Want hier komt OK Boomer terug ten tonele. De snowflakes hebben namelijk geen tijd meer om te wachten tot de Boomers dood zijn. En dus nemen zij hun enige en meest krachtige wapen in handen: de toekomst. Hoe simpel de meme OK Boomer ook is, hij doet iets briljants. De Boomers zijn zich er namelijk ook van bewust dat zij niet het eeuwige leven hebben. Daar waar voor de snowflakes de uitspraak van Max Planck een hoopvol idee is, is het voor de Boomers angstaanjagend. Vroeg of laat komt het er namelijk aan: de snowflakes gaan de wereld overnemen, over het lijk van de Boomers. Als de Boomers enkel op hun voorwaarden met de snowflakes willen spreken, dan houdt het gesprek nu op.
Onder druk wordt alles vloeibaar (een uitspraak die ik menig Boomer-theaterdirecteur heb horen uitspreken). OK Boomer is een dreigement dat niet hoeft te worden uitgevoerd. De snowflakes kunnen de kennis en ervaring van de Boomers goed gebruiken, en ja, ook hun huizen en hun geld. De Boomers hebben de wereld, de snowflakes de toekomst. Beiden kunnen niet zonder elkaar. We moeten praten over de toekomst van de kunst. Een nieuw gesprek, onder nieuwe voorwaarden. Alle Boomers die mee willen praten zijn welkom, en zo niet: OK Boomer.