‘Fiet, fiet!’ klinkt het fluitje door het regenachtige bos. Sluipend en rennend verplaatsen de groen geklede mensen zich van boom tot boom. Eentje zwiert nog even elegant aan de kabelbaan en, tadaa! Daar zijn ze, de trouwe metgezellen van Robin Hood. (meer…)
De Robin Hood-bewerking van Theater Gnaffel lijkt te zijn gemaakt met de concentratieboog van een kleuter, en dat is niet als kritiek bedoeld: de continue zijsporen maken de voorstelling tot een lekker anarchistisch feestje.
‘Hoeeeee…. zit dat nou, hoe zit dat nou, hoe zit dat nou precies / niet ongeveer of pak ‘m beet dan weet je nóg niet wat je weet!’ Steeds als de acteurs in het verhaal van Robin Hood tegen een Wikipedia-waardige vraag aanlopen, laten ze alles uit hun handen vallen, schieten ze glimmende presentatorjasjes aan en duiken ze even diep in de materie. Want: wat is een ‘superheld’ nou eigenlijk? Of ‘belasting’? De spelers vragen het aan de mensen die er verstand van hebben: agent Wout van Flikken bijvoorbeeld, of fiscaal expert Bella Sting.
De intermezzo’s zijn het hoogtepunt van Robin Hood, de poppentheaterbewerking van de klassieke legende die regisseur Job Raaijmakers bij Theater Gnaffel heeft gemaakt (op basis van een tekst van Mark Haayema). De constante onderbrekingen passen uitstekend bij de rusteloze energie die de voorstellingen van Raaijmakers wel vaker kenmerken: het verhaal is vaak secundair, de fantasierijke aaneenschakeling van kolder, slapstick en ontregeling voert de boventoon.
Zo ook in Robin Hood. De makers raken al snel het spoor van het verhaal bijster, zozeer verliezen ze zich in geestige scènes waarin Koning Jan zich van zijn meest geprivilegieerde en machtswellustige kant laat zien, of waarin de sheriff belasting komt innen bij vluchtende boeren, waarbij hij ze waarschuwt dat het niet goed is als ‘de armen de benen nemen’.
De heerlijk flauwe woordgrappen en het aanstekelijke spelplezier kunnen niet geheel verhullen dat de scènes wel heel erg op los zand zijn gebouwd. De emancipatieslag die ‘maid Marian’ doormaakt komt niet uit de verf omdat ze als personage compleet aan de oppervlakte blijft – net als alle andere personages overigens.
De vragen die de makers over ‘rechtvaardigheid’ stellen zijn zo halfslachtig uitgewerkt dat je ze geen moment serieus kan nemen. En het laatste kwartier kan het stuk geen kant op: er moet een einde aan worden gebreid maar de emotionele verbintenis met het verhaal is zo volstrekt afwezig dat het geheel gaat slepen.
Het gebrek aan inhoud mag de pret echter niet drukken – Robin Hood zit zo boordevol grapjes en verrassende wendingen dat het een feestje wordt voor jong én oud.
Foto: Erik Franssen