Natuurlijk, het zijn amateurdansers. Dus je moet je verwachtingen even bijstellen tijdens Luna, een eigen productie van het tweejaarlijkse Holland Dance Festival, die nu voor de derde keer wordt gemaakt met eigenzinnige, krasse cursisten van boven de 60 jaar. Eentje tikt zelfs de 84 aan en is tijdens het repetitieproces geopereerd aan staar.
Toch danst Jozef Sloots zomaar ondeugend weg van de groep tijdens een prachtig zoekende solo, breekbaar en poëtisch. Met zijn handen vouwt hij een bol, alsof hij het licht van de volle maan wil vangen. Die wordt goudgeel geprojecteerd op het achterdoek. De gelegenheidsgroep Good (old) times, met 13 seniordansers (11 vrouwen, twee mannen), treft elkaar onder een magnoliaboom. Die staat midden op het podium in volle bloei.
Dansen willen deze dames zeker! Anne Verdoorn zakt gretig in een spagaat – die heeft duidelijk een verleden in jazzdance. Vervolgens kijkt ze beschaamd naar de groep of iemand haar weer uit de split omhoog kan trekken. De rest negeert haar; eigen schuld, dikke bult, had ze hen maar niet in de schaduw moeten zetten, tijdens frases waarin ze zo graag vooraan in de spotlights wilde dansen.
Zo delen ze meer grappige speldenprikken naar elkaar uit. Wel merk je dat de voorstelling is opgebouwd uit scènes die duidelijk het resultaat zijn van cursusopdrachten. De zin ‘als ik op mijn tenen sta, zie ik…’ keert regelmatig terug in zelfgemaakte solo’s. Maar als Willemien van Spronsen die tekst dan afmaakt met ‘… de dood’ en haar handen over haar borstkast laat glijden, hakt dat er behoorlijk in. Stoer tilt ze haar hielen van de vloer. De dood heeft ze toch maar mooi in de ogen durven kijken.
Ook een andere danseres geeft aan dat ze de ouderdom heeft aangegrepen om jarenlange schaamtegevoelens van zich af te werpen. Ze schudt met haar schouders. Samen paraderen ze als mannequins in swingende loopjes naar voren, hun hoedjes, veren en feestkleding showend. La vie en rose zingt er eentje zachtjes. En Florans Harris begint en eindigt met een warm en zwoel gezongen jazzy lied. Menig senior haalt een open doekje bij het enthousiaste publiek (veelal ook op leeftijd).
Choreografe Junadry Leocarcia (bekend uit de scene van urban en vogue) heeft met dramaturg Leo Spreksel (voorheen Korzo theater) deze bonte groep dansers, met flink verschil in bewegingskwaliteit, tot mooie eenheid weten te smeden, met aandacht voor ieders verscheidenheid.
Aan het begin wekt Harris haar collega’s uit een winterslaap. Als paspoppen zitten ze verscholen onder zwarte doeken. Daarna doen ze of ze elkaar na lange tijd weerzien. Met dit gegeven van een reünie bij maanlicht had als rode draad meer gedaan kunnen worden. Nu eindigen ze bij een spiegelend oppervlak; ze kijken zichzelf in het gelaat. Luna blijkt uiteindelijk meer een weerzien met hun eigen ik.
Foto: Omroep West