Alcmaria Victrix!!, klinkt het onderweg. Het is 8 oktober 1573 en Alkmaar is eindelijk bevrijd van de Spaanse overheerser. Of is dat toch nog een Spanjaard, met zijn enkels in de modder? Collectief BLAUWDRUK stort zich met twee Alkmaarders en een krijgsgevangene in het feest van de vrijheid. Maar hoe vrij is dat eigenlijk, vrijheid? (meer…)
Wat is je vroegste herinnering? Waar was je bang voor toen je nog kind was? Waar ben je nu bang voor? Hoe is het om volwassen te zijn? Wat wilde je vroeger worden? Waarom zijn volwassenen altijd de baas? Wat zou je doen als je onzichtbaar zou zijn?
Fluisterende kinderstemmen bevragen je, een honger naar antwoorden die je niet kan stillen. Geblinddoekt ben je doorgegeven van het ene kind naar het andere, overgeleverd aan hen, om uiteindelijk op een stoel te zijn neergezet: ‘Je hoeft niet bang te zijn’, zeggen ze, voortdurend. Meestal is dat geen goed teken.
Buut vrij! is een volgende stap in Margot Zwiers’ theatrale onderzoek naar de macht van het zicht. Tweeënhalf jaar geleden maakte ze Panopticon, dat nog in het Ostade A’dam te zien was: ook daarin werd je als toeschouwer geblinddoekt in een kring gezet, om aldaar fluisterend in gesprek te gaan met de spelers.
De vorm is geïnspireerd op Foucaults ideeën over het panopticisme als metafoor voor hoe de huidige maatschappij is ingericht: doordat je altijd bekeken zou kúnnen worden, voel je je ook altijd bekeken. Destijds gebruikte ze de mythe van Icarus als handvat, ditmaal die van Koning Oedipus: die in het ontvluchten van zijn profetie diezelfde voorspelling bewaarheid zag worden.
Wie vertegenwoordigen wij als geblinddoekte toeschouwers? De blinde ziener Tiresias, die Oedipus’ noodlot voorspelt? Komen de kinderen met hun fluistervragen omdat wij de antwoorden zouden hebben? Of zijn wij allemaal een eigen variant van Oedipus, en confronteert een koor aan kinderen ons dat wij ziende blind zijn, dat ons lot al in onze vroegste jeugd besloten lag – en dat dat bij hen niet anders zal zijn?
Ongeveer halverwege mogen we onze blinddoek afdoen. In een verduisterd toneelbeeld verbeeldt de groep kinderen in een sequentie aan korte, geabstraheerde scènes de mythe: met als hoogtepunt de enorme, heen en weer deinende sfinx die Thebe terroriseert. Uiteindelijk wordt de toeschouwer ritueel opgenomen in de groep en teruggeleid naar het licht.
Wat vertelt Zwiers met het deterministische Koning Oedipus ons over deze tijd en tijdgeest? Hebben de kinderen het gevoel dat hun leven al in grote lijnen uitgestippeld is, dat ze er per saldo weinig vat op hebben? Is dat in de praktijk opgroeien: jezelf ontworstelen aan de verwachtingen van de ander – eerst zijn dat je ouders, maar later een hoop anderen? Is dat het noodlot: dat je altijd opgroeit, en datzelfde noodlot altijd aan het bevechten bent?
Het zijn interessante vraagstukken die Zwiers opwerpt. Ik kan me voorstellen dat Buut vrij! bij een wat dwingendere structuur nog meer diepgang krijgt. Door de fragmentarische vorm krijgt de voorstelling ook iets vluchtigs en vrijblijvends. Belangrijke thema’s als diversiteit worden nu weliswaar aangestipt, maar nog onvoldoende geëxploreerd. Zwiers’ voorliefde voor vorm, abstractie en metaforen is spannend, maar het ontbreekt aan focus en duiding.
Foto: Vita Wilmering