Ben je een grijze muis en huil je mee met de wolven in het bos? Of weiger je een radertje in de machine te zijn, toon je lef en kies je je eigen pad? Vragen die beeldend en vocaal centraal staan in Lev, waarbij Theater Sonnevanck niet alleen samenwerkt met Silbersee maar ook met het koor Consensus Vocalis. Het resulteert in avontuurlijk muziektheater voor iedereen vanaf zes jaar. (meer…)
Het lijkt zo logisch: het Enschedese Theater Sonnevanck dat een kort verhaal van Willem Wilmink aanvult met liedjes van Wilmink en Harry Bannink, en omtovert tot een jeugdtheatervoorstelling. Wat kan daar nou misgaan? Nogal wat, blijkt in Het bangedierenbos.
De laatste jaren maakt Sonnevanck naam met avontuurlijke muziektheatervoorstellingen met een flinke dosis rebellie. Zelfs met een prentenboek dat in drie zinnen is na te vertellen wist het gezelschap wel raad, zo bewees het in 2015 met Wij gaan op berenjacht dat iedereen vanaf vier jaar meesleurde in een overrompelend avontuur vol spanning en mysterie.
Dat ook Het bangedierenbos is gebaseerd op een flinterdun verhaal hoeft geen probleem te zijn. Maar deze voorstelling, waarvoor de beoogde doelgroep merkwaardig genoeg twee jaar ouder is ingeschat, ontbeert elk avontuur, verrast geen moment en – problematischer – maakt niemand in de zaal ook maar een seconde zelfs een heel klein beetje bang.
De oorzaak is niet louter terug te voeren op het nogal oubollige verhaal dat Wilmink halverwege de jaren zeventig schreef. De kernboodschap daarvan: iedereen is weleens bang, ook je ouders. Deze boodschap zit al in het begin van de voorstelling, als de ouders vertellen dat zij ‘nooit nergens bang voor zijn’. Maar in plaats van die boodschap te tonen, op een, het maakt niet uit welke manier, wordt die aan het einde – zelfs voor de kinderen in de zaal totaal overbodig – nog maar eens herhaald.
Ook de liedjes die in de bewerking van Dorien van Gent zijn toegevoegd, maken het verhaal niet vreemder of spannender, integendeel. Zo blijkt de kluizenaar die niet van gezelschap houdt het angstige jongetje dat in bed plast uit ‘Dat overkomt iedereen wel’. En de smartlap van de struikrovers is vermakelijk, maar de te pas en te onpas terugkerende vet aangezette Amsterdamse accenten gaan net als het veel te dik aangezette spel van de drie spelers vervelen: de bonbonnière van Theater Concordia is Carré niet.
De poppen van Ineke van Duivenvoorde zijn fraai, maar vooral realistisch en laten evenmin iets aan de verbeelding over. Uiteraard zijn er grappen die vooral voor de volwassenen in de zaal zijn bedoeld, maar ook die zijn voorspelbaar. Het is alsof Het Bangedierenbos angstig veertig jaar avontuurlijk en innovatief jeugdtheater opzij schuift met als resultaat een veilige maar fantasieloze voorstelling die Wilmink en Bannink tekort doet.
Foto: Benning & Gladkova
Mijn ervaring in Concordia was een totaal andere. Wat ik heb gezien is niet een voorstelling die gaat over dat ‘iedereen wel eens bang is’, maar een verhaal over hoe vage angsten, aangejaagd door malicieuze interventies van een al even vaag wezen – die later de kluizenaar blijkt te zijn – de samenleving in het bangedierenbos verlamd hebben. De bange dieren verschansen zich steeds meer en alle gezelligheid is weg uit het bos. Een (immer) actueel thema. Hoofdpersoon Lena gaat ondanks haar eigen angst op pad om de bedreigingen aan nader onderzoek te onderwerpen. En ze komt daarvan niet terug met de boodschap dat er geen gevaren zijn, maar dat sommige gevaren reuze meevallen en je met andere slim moet dealen. Zo kun je, als de draak zich op je werpt om je te zoenen, voorstellen met hem te dansen.
Ik beleefde verder plezier aan het gulle spelen, maar dat zal misschien een kwestie van smaak zijn.