Ohm bestaat bij de gratie van drie dansers en een choreograaf die als een razende de maat stamt. Haar voeten bewerken een stuk staal, soms twintig minuten achtereen, waardoor muziek ontstaat. De dansers bewerken hun eigen lijf, terwijl ze met de klok mee over de vierkante vloer van Niek Kortekaas bewegen. Het swingt en werkt verslavend, althans voor de kijker, die in de cadans van Ohm wordt meegezogen. (meer…)
Een uitputtingsslag kun je de voorstelling Juxtapose gerust noemen. In de nieuwe productie van de nog jonge choreografe Cecilia Moisio worstelen twee vrouwen met hun streven naar perfectie. In Juxtapose vermengt de Finse Moisio tekst en beweging. Soms leidt dat tot een spannend nieuw idioom, vaak ook bevestigen taal, beeld en beweging de bestaande clichés. De voorstelling begint fris en frivool, maar het loopt niet goed af met de dames.
Gekleed in een oubollig jurkje staan Moiso en haar evenknie Erin Harty ieder in een pose voor de retro-microfoon. Begeleid door een vaag, krakend geluid zingen ze een lied. Regelmatig onderbreken ze hun unisono song en volgen lange stiltes. Nauwkeurig getimed veranderen ze zo nu en dan hun bevroren pose. Het is een buitengewoon muzikale sketch, waarin subtiel wordt gespeeld met zang, beeld en beweging.
Lastig zo’n briljante openingsscène, want daarna barst Juxtapose los met veel Engelstalige tekst, die aanvankelijk nog redelijk gewiekst is en amusant, maar de voorstelling vaak ook dichtplamuurt. Wanneer Moisio en Harty de zinnen tegelijkertijd uitspreken is het gebruik van de tekst interessant. Op momenten dat met name Harty solo doordraaft, voegen de woorden weinig toe aan wat we al zien. Vrouwen hebben het maar zwaar, ze gaan onderdoor aan de verwachtingen en de hang naar lichamelijke perfectie. Niet alleen tekst en beweging ademen die boodschap uit, ook de demonstratieborden bevestigen het nog eens: women have souls too!
Juxtapose kent enkele prachtige beelden. Bijvoorbeeld wanneer Moisio haar rokje laat waaien boven de ventilator en we even de bekende foto van Monroe voorbij zien komen. Sommige sequenties die beweging en tekst combineren tillen het stuk op. Veel materiaal echter weerspiegelt ook de clichés die we al kennen, waardoor de voorstelling weinig perspectief biedt op het uitgekauwde onderwerp.
Moisio en Harty zijn twee rasperformers, hun veelzijdigheid maakt indruk. De voorstelling zelf is nog wat onevenwichtig, met name in het tweede deel waarin de amusante theatraliteit naar binnen keert en het destructieve einde van de dolle rit zich al snel aankondigt. Slachtofferschap is niet interessant om uit te spelen, wel de mechanismen – de twijfel, de overdreven zelfreflectie en de verontschuldiging. Dat maakte Monroe tenslotte ook tot een fascinerend fenomeen.
(foto: Sigel Eschkol)