Voor aanvang weet je één ding al heel zeker: van het oorspronkelijke sprookje van Assepoester blijft in de handen van Moniek Merkx weinig over. En dan doet het er niet toe of je die oorsprong zoekt bij de oude Grieken, ergens in de middeleeuwen of bij de bekendere versies uit Moeder de Gans of van de gebroeders Grimm. (meer…)
Een vrouw met een dikke rode jas en een Rituals-tas stevig in haar handen geklemd, staat alleen in de ruimte. Ze wacht. Een tweede voegt zich erbij, in rode jurk en met koffer, ook zij wacht. Dan komt er nog iemand bij, en jawel, ook hij wacht. We wachten ons wat af tegenwoordig. Theatermaker Lotte Rischen doet een voorstel: in plaats van de seconde dat je ergens even moet wachten, impulsief je telefoon in te duiken, moet je eens proberen je fantasie in te duiken. Verdwijnen kan namelijk op honderden manieren.
Undercover ontpopt zich als een beeldende, associatieve mimevoorstelling waarin de drie performers (Rischen, Jagoda Bobrowska en Art Srisayam) steeds op inventieve wijze hun gezicht bedekken – als metafoor voor verdwijnen. Aanvankelijk valt dat niet of nauwelijks op; verschuilen ze zich achter hun telefoon, tas of hoed. Niets bijzonders tegenwoordig.
Maar zonder dat je het door hebt, verglijden ze in een universum waarin logica niet meer relevant is en alles kan: lichamen verdwijnen uit kleding, die kleding heeft dat niet eens in de gaten; hoofden worden ballonnen of pionnen, twee benen steken uit een enorme shopper; iemand danst met een lege jas – en ineens verstrijkt de tijd sneller dan je wilt. Daar kan geen telefoon aan tippen.
Met veel oog voor detail legt Rischen een poëtische beeldtaal aan de dag, in een vooral verstilde bewegingssequentie. Ze werd hierbij ondersteund door Maas theater en dans, wat zeker uit de kleurrijke en beeldende theatertaal is terug te leiden. Qua vorm is deze performance zeer verrassend en mooi trefzeker uitgevoerd. Inhoudelijk blijft Undercover, voor een voorstelling van drie kwartier, nog wat te veel aan de oppervlakte. Rischen varieert op en associeert rondom een thema, maar de voorstelling boort inhoudelijk niet meerdere lagen aan. Het lijkt me spannend om te zien hoe ze haar uitgesproken beeldtaal verknoopt aan een dwingendere inhoud.
Uiteindelijk vinden de drie performers, die zich voornamelijk op hun eigen eilandje begaven, elkaar in een mooi absurde scène waarin een paard en een eenhoorn allebei een wandelend cadeau proberen te verleiden. Maar fantasie blijkt niet duurzaam, fabeldieren hebben geen plek in onze wereld, net zomin als wandelende cadeaus, en uiteindelijk keert Rischen weer terug naar die wat verstarde vrouw in die dikke rode jas, alleen en wachtend, een Rituals-tas stevig in haar hand geklemd.
Of kun je misschien wel iets blijvends uit je fantasie destilleren? Als ze de speelvloer verlaat zijn de vrolijke sporen van haar associatieve reis tenslotte nog duidelijk zichtbaar op haar gezicht. Zo vrijblijvend is het dus niet, je fantasie de vrije loop laten. Je kan daar iets uit meenemen de realiteit in.
Foto: Richard Beukelaar