Midden op het toneel staat een constructie van steigerbuizen, als het geraamte van een huis dat nog gebouwd moet worden. Op de vloer liggen donkergrijze rubberen tegels, hier daar gestapeld, want ook die vloer is niet af. Jefta van Dinthers The Quiet is een voorstelling over wording. Over wat het betekent iemand te worden, een vrouw te worden en over hoe dat worden ook altijd een reiken is naar het verleden. Zoals een boom twee kanten opgroeit, de stam richting de hemel, de wortels zich uitstrekkend in de aarde. (meer…)
Formeel en duister is het werk van de Grieks Berlijnse choreografe Kat Válastur doorgaans. Haar nieuwste voorstelling Rasp Your Soul is een sobere solo, waarin lichaam en stem vervloeien. Válastur onderzoekt hoe een digitale omgeving het analoge ‘zelf’ beïnvloedt.
Het beginbeeld van Rasp Your Soul is een intrigerend spel met licht. Een flikkerend lichtaureool belicht het gezicht van danser Enrico Ticconi op verschillende manieren. Het is alsof je steeds een ander gezicht, een ander mens, ziet. Als een jonge god heeft Ticconi zichzelf op de hoek van het toneelbeeld geplaatst, liggend op de zij. Spijkerbroek, licht doorschijnend huidkleurig shirt. Op de vloer ligt een hyper-synthetisch geblokt tapijt in verschillende tinten. Tinten die later ook in het licht terugkeren: licht fluoriserend, ‘namaak’ roze, paars, groen en geel. Maar het landschap van Rasp Your Soul is, net als in al Válasturs stukken, overwegend donker.
Een volgend beeld toont een schokkend lichaam. Ticconi produceert zelf het geluid dat gepaard gaat met het impuls. Na elke schok beweegt zijn lichaam stug naar een andere positie. Dit precisiespel van lichaam en geluid vormt de basis van Rasp Your Soul. Wat we zien is een man die vanuit de geïsoleerde beweging van lichaamsdelen en poses beweegt, een soort levende robot. Stemgeluid wordt elektronisch vervreemd, waardoor een wisselwerking ontstaat tussen live geproduceerd geluid en soundscape. Hier en daar liggen korte stokken op de mat, waarmee soms ritueel geslagen of gezwiept wordt. Ticconi eet ook ervan, zo ontstaan intieme geluiden die weer een eigen leven leiden in de ruimte
‘The face, are these my hands’; soms produceert Ticconi ook woorden of zinnen, die hij herhaalt. Vaak refereren ze naar dat hopeloze schokkende lichaam en zo sluipt er toch wel degelijk ook emotie in de voorstelling. Met woorden als butterfly en frog, geluiden van hinnikende paarden en leeuwengebrul verwijst Válastur ook naar de wereld van fabels en zo krijgt Rapsp my Soul laag op laag. Maar de aanhoudende kunstmatigheid irriteert ook. Meerdere keren wordt met een donkerslag de verwachting gewekt dat er iets zal veranderen. Dat is niet zo. Wel wordt de mechanische nimf, die Ticconi verbeeldt, door die tactiek steeds treuriger.
Válastur wordt in het programma van Julidans NEXT aangekondigd als jonge choreograaf. Dat is een beetje merkwaardig. Ze produceert immers al bijna tien jaar werk vanuit Berlijn, de laatste jaren in samenwerking met HAU. In zijn duistere ondoorgrondelijkheid doet haar werk vooral een beroep op het onderbewuste. Ik werd er meestal volledig in meegesleept. Maar de inbreng van concrete tekst maakt dat Rasp Your Soul blijft hangen in de illustratie.
Foto: Dorothea Tuch