Hoop komt in golven. Die ware gedachte klinkt actueler dan ooit, gezien de discussies over het geschuif met een (te optimistische) datum wanneer Nederland weer van het slot mag. Toch liet choreografe Wubkje Kuindersma zich al vóór de coronapandemie inspireren door dit inzicht voor een – inderdaad golvend – ballet met vier paren. (meer…)
Het nieuwste werk van bewegingsduizendpoot Joseph Simon, Ballet Russe, ging gisteravond in première tijdens de eerste van twee feestelijke dagen rondom de vijfentwintigste verjaardag van Dansateliers. Simon, die de eerste avond afsluit, brengt de dans als feestelijke verleidingskunst in allerlei historische verschijningsvormen in een half uur in kaart.
De avond is getiteld ‘Celebrating Movement’ en is inderdaad een feest van beweging, een overzicht van waar dans en Dansateliers allemaal voor staat. Naast het genieten van de veelheid aan bewegingstalen is er veel te lachen. Na een flash rave op het Schouwburgplein met Connor Schumacher begint het binnen met Ryan Djojokarso en Christiaan Guerematchi die in Duet for Two Dancers, een choreografie van Tabea Martin, met groot plezier en humor allerlei soorten beweging onderzoeken. Na hen volgt Liat Waysborts Please Me Please, waarin het atletische lichaam van danser Ivan Ugrin met indringende blik op zijn publiek verleidt en verrast, waarna, serieuzer, de zes piepjonge dansers van Codarts met wie Jan Martens zijn Pretty Perfect instudeerde hun maskers al springend en volhardend afleggen.
Na de pauze is het dan premièretijd. Een man en een vrouw staan op de witte vloer die bezaaid is met koperkleurige lichtvlekken, als zonlicht dat door de bomen valt. Ze dragen bruine leren veterschoenen, fladderbroeken en overhemden met organische patronen in natuurlijke kleuren. Losse herinterpretaties van de kostuums van de Ballets Russes. Krakerig klinkt een stukje neoclassicistische orkestmuziek terwijl een rookmachine zijn bijdrage levert aan de romantische setting. De man loopt met hoge zijwaartse passen achter de vrouw langs, de schouders beiden naar voren gedraaid, het gezicht in de looprichting, eventjes precies zoals Nijinsky doet op dat oude stukje film van het destijds schokkend sensuele L’Apres-midi d’un faune. Een echo naar een eerder werk van Simon ook, die in 2018 een dansfilm maakte getiteld Le Faune. Ballet Russe maakt dan ook deel uit van een serie waaraan Simon werkt, genaamd Ballet Fantasies. De fantasie is hier: wat als ballet verleidelijk wordt?
Terwijl de muziek van het orkest wegdraait en versmelt met het geluid van een tikkende wekker, wat overgaat in een four-on-the-floor beat uit de disco en van daaruit vol verbeeldingskracht verder de dansmuziekgeschiedenis verkent (de beweeglijke compositie is van Jimmi Jo Hueting), bewegen de lichamen van dansers Alesya Dobysh en Lukas Karvelis zich door een versie van de dansgeschiedenis. De kracht schuilt in de humor en schwung. Waarmee alle vormen met elkaar verknoopt raken. Het stuk toont een zigzaggende lijn van Nijinsky’s smachtende, zinnelijke boswezens via de dromerige zwier van de oude Hollywood-dansfilms naar een harder, afgemetener fysiek spel van verleiding in tapdans en vogue. Steeds worden de wortels van de dans in ballet zichtbaar gemaakt en weer uitgewist. Andere dansvormen richten zich meer op het lichaam van een partner.
Na de richting hemel opgerichte gezichten, schouders en ledematen van het begin zwieren de twee over de vloer in losse, achter elkaar schuivende horizontale lijnen waarin de lichamen steeds iets meer geaard raken. Veterschoenen met zolen zijn natuurlijk ook veel aardser dan spitzen. Het hardst bevestigt een schoen het contact met de vloer in tapdance, al is het paradoxaal genoeg een snelle, lichtvoetige dans. Dobysh lijkt door een onzichtbare Fred Astaire te worden verleid tot een rondje tikkerdetik terwijl Karvelis tegen de muur leunt om te kijken hoe zij, met de blik aanvankelijk bedeesd langs een schouder naar de vloer, haar enkels de vrije teugel geeft. Het plezier van de dans doet haar de ruimte rondcirkelen. Het draaien echoot Karvelis’ cirkelende derwishbeweging eerder. Of later, het duizelt me nu achteraf.
Hij voegt zich bij haar en met een hand van hem op haar heup volgt een latin-achtig duet dat de lichamen met vuriger intenties dichter bij elkaar brengt en weer van elkaar wegduwt. Tot ook hij zijn moment alleen pakt en in een harder wit licht de posters van de Ballets Russes voguet; voeten in derde, dan weer vierde positie, torso en gezicht weer reikend richting het hogere, de armen langer dan lang uitgestrekt. Kijk naar mij.
Wat is verleiding en hoe wordt in dans het lichaam daarvoor ingezet? Hoe is ballet hiervoor geschikt? Is ballet überhaupt gericht op het lichaam van de partner, of richt het zich naar iets anders, publiek, de hemel? Simon houdt de sfeer dromerig en smachtend, de beide dansers lijken licht geamuseerd tot serieus verzonken en toch ademt het stuk een milde humor, die voortkomt uit de eigenzinnige, soms botsende montage van dansvormen. Ze verkennen de verleiding wel in dans maar zijn toch ieder op zichzelf. Pas in het applaus vallen de maskers af en is te zien hoeveel plezier de twee eigenlijk hebben gehad. Ook dat is ballet, vormelijk tot het laatst. Maar waar balletdansers zelfs hun applaus met gestileerde gebaren in ontvangst nemen staan hier de twee als nieuw, als zichzelf. Alsof ze zijn ontwaakt uit hun sensuele droom.