Botanical Wasteland van theatermakers Suzan Boogaerdt en Bianca Vanderschoot alsook muziekcollectief Touki Delphine is duidelijk een reactie op een belangrijk geluid dat met alle klimaatprotesten steeds luider wordt: het moet een pleidooi wezen voor een radicale ommezwaai in hoe wij ons als mensen verhouden tot wat er van onze aarde nog rest. (meer…)
The Gap gaat over de kloof tussen het dromen als kind en het onvermijdelijke onder ogen zien als volwassene. Michael Rauter – geboren in 1980 in Bazel, met een nog jongensachtige uitstraling – staat in zijn voorstelling duidelijk aan de kant van de dromers, zoekers en hen die nog veel willen uitproberen. Zijn solovoorstelling is een egotrip. Zijn oprechtheid en serieus zoeken maken dat hij ermee weg komt.
We zien hem bewegen. Eerst horkerig en onzeker als een kuiken net uit het ei. Dan met steeds iets meer controle over zijn ledematen. Hij leert springen en weer goed terechtkomen, maar zonder in het gelid van de volwassenheid te eindigen. Hij gebruikt een lichaamstaal die ik niet eerder gezien heb. We zien hem met cello een experiment verwoorden waarin kinderen alleen gelaten worden om te kijken hoe ze zich zonder ouders ontwikkelen. Een experiment dat aansluit bij de gedachtenspelletjes over kinderen en opgroeien uit de Verlichting. Het zingzangen onder cellogestrijk doet denken aan Laurie Anderson met haar viool en verlichte strijkstok, maar dan nog gestileerder en met nog minder middelen, melodie en ritme.
We zien hem nog meer bewegen, dansen, nu met een kleedje waarmee hij allerlei fantasiedieren lijkt te verbeelden. De begeleidende geluidsband doet vaak denken aan de elektronische kakofonie wanneer je een gokhal met allerlei automaten binnenloopt. Maar soms met net zulke spannende effecten.
Als theatermaker doet Michael Rauter geen enkele concessie aan het publiek. We weten dat hij een volleerd cellospeler is, maar er komt geen melodie uit zijn spel. Er staat een diaprojector op de achterwand gericht waarmee uiteindelijk maar heel even één dia getoond wordt. Zijn bewegingen worden nergens sierlijk, de muziek nergens mooi. Gelukkig was er vooraf een inleiding om het publiek nog enigszins op het juiste been te zetten. Zonder die inleiding is er van de voorstelling bijkans niets te begrijpen.
Het is vertederend te zien hoe iemand zo onverdroten op zoek is naar nieuwe vormen die kunnen zeggen wat nog niet gezegd is. Het is een verdienste van de Operadagen Rotterdam dat ze Michael Rauter de ruimte geven een publiek te vinden, ook als zaten er bij de Nederlandse première niet meer dan veertien mensen in het zaaltje. Het is bijzonder van de Theaterkrant dat het die voorstelling ook nog eens laat recenseren. En dan ook nog met een recensie die u hier tot de laatste zin heeft gelezen.