SOMETHING (out of nothing), de nieuwe voorstelling van Kris Verdonck bij ICK Amsterdam, begint met teksten in het duister. Een Engelse voice-over klinkt, terwijl een klein maar robuust scherm met vertaalde zinnen op het voortoneel uit het grid zakt. (meer…)
Een cirkel heeft geen begin en geen eind. Een cirkel is vrij van hiërarchie. Een cirkel omsluit wat zich in de cirkel bevindt. Maar een cirkel kan zich ook openen. Attractor, de openingsvoorstelling van het SPRING festival in Utrecht, is een hoopvolle en toegankelijke voorstelling. De Australische dansgezelschappen Dancenorth Australia en Lucy Geurin Inc, en de Indonesische muzikanten van Senyawa brengen een circulair ritueel, waarbij de muziek de dansers en het publiek opzweept, in de hoop dat de dansers, muzikanten en het publiek zich voor even allemaal verbonden voelen.
Een bijna leeg toneel. Wat lichte rook hangt boven de vloer en trekt langzaam op. Midden achter staan twee microfoons opgesteld, daarvoor hangen lange kabels die van het grid tot op de vloer reiken. Eén kabel is geel. Rechtsvoor op het toneel een hoge tafel met een glas water. Rainer Hofmann, artistiek directeur van SPRING, loopt op. ‘Something went wrong today at the office.’
De openingsspeech van het festival, die al dan niet gegenereerd is door een AI, blijft zichzelf herhalen. Hofmann uploadde zijn oude speeches én het advies van de Raad voor Cultuur op deze AI. Daar kwam deze speech uit. Want in wezen geeft hij ieder jaar dezelfde speech, toch? Alleen met wat andere woorden. Hortend gaat hij voort en komt steeds weer terug bij het begin.
Een man met een kruk in zijn handen wandelt kordaat het podium op tijdens Hofmanns speech. Hij plaatst de kruk naast de microfoons. Nog een man met een kruk, een vrouw, nog een man. Ze dragen nonchalante kleding. Ze zitten in een halve cirkel. In het midden van de cirkel twee muzikanten. Een sitar-achtig strijkinstrument, dat zowel krassende geluiden, bastonen als gitaarklanken voort kan brengen. Ze doorbreken de cirkel waarin Hoffman terecht is gekomen.
De zeven dansers beginnen ondertussen heel klein en staccato te verzitten, reagerend op de het ritme van de muziek. De keelklanken en de krassende bastonen doen denken aan rituele muziek om je in trance te brengen. De regel dat de dansers de muziek overnemen, belichamen misschien wel, blijft vrijwel de hele voorstelling leidend, evenals het terugkeren naar de cirkel. De cirkel van dansers rond de muzikanten is iedere keer startpunt om te beginnen met kleine, ingetogen bewegingen om daarna groter en sneller de ruimte te doorkruisen en weer samen te komen in de cirkel en opnieuw te beginnen. En dat is ook meteen het gevaar.
Waar in het begin meer ruimte is voor afwisselende solo’s, duetten en groepswerk, bouwt de voorstelling op naar het bewegen als één organisme, waar muziek en dans elkaar niet langer opvolgen, maar in elkaar opgaan. De dansers bewegen met een grote vrijheid. Steeds beginnend met isolaties en ‘pops’ in het lichaam om die dan langzaam langs hun ledematen te laten stromen en de ruimte in te schieten. Hun armen en benen los en soepel, ogenschijnlijk ongecontroleerd. De details worden vooral met de handen en armen toegevoegd.
En dan plots geritsel en getik uit de zaal. Mensen uit het publiek volgen het ritme van de muzikanten met schudbekers. Eerst wat aarzelend, dan vol overtuiging. Als het schudden langzaam staakt, staan er mensen uit de zaal op en lopen het podium op. Ze staan er een beetje bij als een gymklasje. Je vraagt je af of dit niet gewoon de manier is om een volksdans, een ritueel, een traditie aan te leren? Of hebben deze mensen een geheime workshop gevolgd?
De aandacht wordt al snel opgeëist door de mensen met het minste ritmegevoel en de meest houterige manier van bewegen. Dat staat natuurlijk in groot contrast met de soepele dansers en gaat ook direct voorbij aan het doel van dat samenzijn. Dat is jammer. De voorstelling voelt daardoor wat vreemd. Voor wie het ritueel bedoeld is, is niet meer duidelijk. Het publiek dat zich vooraf heeft aangemeld om mee te doen, creëert eerder een afstand tot het samenzijn dan dat het verbindt. Ja, zij daar verbinden zich, maar ik mij niet langer aan hen. De muziek blijkt zo de meest stabiele factor en stuwt de massa op het toneel voort.
Zoals Hofmann aanhaalde in zijn speech, zijn woorden (en wensen) als diversiteit vervangen voor inclusie, maar kun je je afvragen wat er nu echt veranderd is en hoe dat proces er dan uitziet. Daartoe levert Attractor wel een bijdrage.
Foto: Gregory Lorenzutti