Eran: Hé George, ik heb een goed idee. Een idee voor een voorstelling!

George: Oh, ja.

Eran: Ja, Tamelijk briljant ook. Een voorstelling die Nederland op zijn grondvesten zal doen schudden. Ik word er opgewonden van als ik er aan denk… Wat een goed idee!

George: Ga je nog vertellen wat het is.

Eran: We gaan een voorstelling maken over feminisme.

George: Hoezo dat dan.

Eran: Altijd al een voorstelling over willen maken. Dit gaat volle zalen trekken.

George: Volle zalen. Ik weet het niet hoor. Wat hebben we over feminisme te zeggen.

Eran: Gewoon dat het belangrijk is, of zo. Er is veel te doen daarover in de media.

George: Naja, als jij daar wat over te zeggen hebt….

Eran: Veel te zeggen. Veel te zeggen. Het is een maatschappelijk probleem.

George: Feminisme is een maatschappelijk probleem?

Eran: Ja, precies. Daar kunnen we veel geld bij de fondsen voor los peuteren.

George: Fondsen. Laat een ding duidelijk zijn: ik wil niet meer gratis repeteren.

Eran: Dat hoeft ook niet. Met zo’n onderwerp en onze diversiteit, jij een Syriër, ik een Israëliër. Wij zitten goed. Het gaat geld regenen… Shit…

George: Wat?

Eran: Het publiek moet ook divers zijn.

George: Kunnen we niet die Turkse vrouwenkookclub in Osdorp naar de voorstelling laten komen?

Eran: Die gaan echt geen 40 euro betalen voor een voorstelling over feminisme.

George: Gratis.

Eran: Gratis? En de eigen-inkomstennorm dan?

George: Eh… Sponsoring… Van een blijf-van-mijn-lijfhuis.

Eran: We moeten ook samenwerken met maatschappelijke feministische organisaties.

George: Een Blijf-van-mijn-lijfhuis ís een maatschappelijke organisatie.

Eran: Ja… nee… een andere. De organisatie die mannen bestrijdt. Mijn moeder zat bij zoiets. Ik ga haar even bellen.

George: Maar wacht, wat gaan we maken.

Eran: Wat? Weet ik veel. Iets met impact. Dat vragen de fondsen toch….Oh, ik heb iets. We maken een scène waarin de über-man gecastreerd wordt op het toneel. Daarmee zeggen we dat het tijdperk van de man definitief voorbij is. Dat zal een meerjarige impact hebben.

George: Ja, op een van ons, ja.

Eran:  Het publiek moet zich ook vertegenwoordigd voelen in de makers van de voorstelling. Daar gaan de fondsen helemaal op aan.

George: Jezus… Wat wil je?! Een gehandicapte, zwarte, homoseksuele, non-binaire, jonge vrouw vragen om ons te regisseren.

Eran: Wat een goed idee!!

George: Jezus. Weet je wat, misschien moeten we het niet zelf spelen.

Eran: Niet?

George: Nee. De recensenten zullen daar over gaan vallen, hoor.

Eran: Hoe bedoel je?

George: Nou. Dat wij geen recht van spreken hebben als het gaat om dit onderwerp.

Eran: Shit. Je hebt gelijk. Kunnen we geen pruiken dragen?

George: Dat kan echt niet. Pinkwashing. Dat is erger dan blackfacing. Krijgen we gedonder mee. We laten de vrouwen van de kookclub het spelen. Cultuurparticipatie. Goed voor de fondsen.

Eran: Daar heb je een punt.

George: Eran! Het is sarcastisch bedoeld.

Eran: Nee, George. Jij hebt gelijk. We hebben geen recht van spreken.

George: Maar.

Eran: Geen gemaar. Misschien is dit toch meer een voorstelling voor Adelheid Roosen.

George: Wat.

Eran: Ik bel haar even. Begin jij met het schrijven van de aanvraag.

Dossiers

Theatermaker januari 2019