Met hun zwarte coltrui en bruine retrobroek lijken ze op studieuze Franse existentialisten – een boek van Sartre in de hand ontbreekt nog. Maar de slijtplekken op knieën en zitvlak verraden dat dit viertal veel fysieker te werk gaat. Ze grijpen elkaar bij de schouders, ellebogen, nek en enkels. Ze stuiteren als tolletjes op hun rug over de vloer. Ze kruipen onder, over en achter elkaars ledematen. En ze wijzen met hun benen in stijlvolle formaties de lucht in, onderwijl op één hand hoppend over de cirkelvloer. (meer…)