Een vrouw, rug naar de zaal. Ze staart in de verte. Leegte om haar heen. Donkerslag. Een nieuw beeld: nu zit ze op de grond, ongedurig wiebelend. Ze wacht. Donkerslag. Ze wacht. Tijd verstrijkt. Donkerslag. Ze wacht. Uren, dagen, jaren, wacht ze. Of misschien maar een minuut. (meer…)