Een man kruipt uit een gat in de modderige aarde naar boven, kijkt schichtig om zich heen, haalt een stukje verderop een gaspitje en een fluitketeltje uit het zand tevoorschijn en zet water op. Hij is een verschoppeling wiens verfomfaaide nette pak een vorig leven vol structuur en financieel succes doet vermoeden. Nu probeert hij op te gaan in de bomen, de aarde en het water. (meer…)