Daphne was overduidelijk niet gediend van de avances van Apollo, maar hij gaf maar niet op. Eerdere potentiële minnaars had ze makkelijk kunnen afschudden, zo niet de zoon van oppergod Zeus. Deze ‘Harvey’ bleef haar belagen, vertelt Maureen Teeuwen en de vergelijking met de oppermachtige filmbaas Weinstein is uiteraard niet toevallig. (meer…)
Licht valt door de schrootjeswand op de uit losse planken bijeengeschoven en karig gemeubileerde speelvloer. De opening van de voorstelling Weiblicher Akt 4: De moeder van Oscar is de eerste avond in de stijl van een zeer losse conversatietoon. De tweede avond gaat het er iets formeler aan toe. Beide avonden wordt prettig hoog ingezet. Er wordt intensief hardop gedacht. En, voor een voorstelling van Maatschappij Discordia, meteen met een hele hoop tekst.
Annette Kouwenhoven, Miranda Prein en Maureen Teeuwen zijn er goed voor gaan zitten. Ze hebben een onderwerp bij de lurven gepakt waar we even mee voort kunnen: moeders. En goddank, het is er nog, dat hersenknersende, collectief bedachte, doorleefde en op de vloer geconstrueerde toneel van de nadenkendheid. Van het plezier in het citeren, zonder die ‘de-slimste-mens-bijdehandheid’. Van de pret in welluidende welsprekendheid. Kortom, het bestaat nog, dat deel van ons toneellandschap waarvan een aantal gluipekoppen tot voor kort vurig hoopten dat we er voorgoed vanaf zouden zijn.
We zijn als het ware aanwezig op de afternoon-tea van Mrs. Wilde, de moeder van Oscar. Waarmee meteen enkele aangename bijverschijnselen de vloer op worden gesleept. Zoals daar zijn: de conversatietoon in English style waarmee delicate onderwerpen met een stiff upperlip én op hoge toon kunnen worden besproken. De schrik van een homoseksueel kind (altijd een grote zorg voor moeders, om over het kind zelf nog maar niet te spreken). En niet te vergeten: de grazige weiden in de literatuur waarin met de eruditie van Wilde c.s. kan worden gegrasduind. De streng ogende Prein, de androgyne Teeuwen en de in kloeke registers vinnig uithalende Kouwenhoven zijn goed aan elkaar gewaagd, een puik stel comédiennes.
Stof te over ook, met die moeders. Toen ik de mijne op haar doodsbed zag opgebaard wist ik: daar ligt het superieur kloppend hart van een in de zeeklei geworteld boerenmannengezin, dat vanaf haar dood fataal uit elkaar ging lazeren, omdat zij er niet meer was. Zoals zo vaak eigenlijk bij moeders, was dat geen tragische, eerder een nuchtere constatering.
Waar de rol van Zij-Moeder in de levens der optredenden en geciteerden (Sontag, Duras, De Martelaere) op neerkomt wordt hier speels, hardhandig, geestig en plezierig-slordig door het trio (en hun aan de knoppen draaiende, commentaar brommende co-assistent Jan Joris Lamers) in een ruim anderhalf uur durende gebeurtenis opgedist. Compleet met een aandoenlijk, in rokkostuum uitgevoerd, variété-dansje (dat de tweede avond door technische problemen de mist in dreigde te gaan en er daardoor alleen maar mooier op werd), een blafferige mini-versie van een kerels-club-gesprek in Victoriaanse Commedia-dell’arte-stijl, geweldige conversaties over mannen-in-vrouwen en vice-versa, ingebed in (onder meer) enkele scènes uit Beckett’s Eindspel, decent aangelengd met thee, whisky en rauwe tuinbonen.
Spirituele lady-slapstick met een scherpe boventoon en een melancholische bite. Voor zij én hij van harte aanbevolen.
Foto: Bert Nienhuis
(Sterren toegekend door de redactie.)