De enige speler in de voorstelling spreekt goed verstaanbaar, maar verre van perfect Nederlands, met een accent dat zijn Fries-Nederlandse gehoor niet goed kan thuisbrengen. Zijn regisseur, ook op het podium, corrigeert steeds zijn uitspraak. De speler roept zelf zijn toeschouwers op hem te helpen. Met ‘schuld’, bijvoorbeeld: die s en harde g krijgt hij maar niet over zijn lippen. (meer…)
Als een bokser hipt Bright Richards van de ene voet op de andere. Hij heeft zijn dekking hoog, zweet parelt over zijn slapen. Als een bokswedstrijd, zo omschrijft hij zijn asielaanvraag. Doorgaan en incasseren. Hij beantwoordt de vragen razendsnel en hipt maar door. Tot de genadeklap: ‘afgewezen’, een rode stempel op zijn aanvraag. Knock-out.
In The Bright Side of Life, een coproductie van Theater Utrecht en New Dutch Connections, vertelt Richards het verhaal van een man uit Liberia, die vlucht als de burgeroorlog steeds gruwelijker wordt. Lang kan hij zich nog staande houden tussen de rebellen en militairen, omdat hij een zeker respect geniet door zijn bekendheid als televisieacteur. Maar kindsoldaten nemen de straten over en voedsel is nauwelijks nog te vinden. ‘Ik besloot te vluchten toen we onze doden niet meer begroeven uit liefde, maar door de stank’, zegt Richards verslagen. Zijn vlucht brengt hem uiteindelijk naar Nederland.
De tekst voor The Bright Side of Life schreef regisseur Ko van den Bosch in samenwerking met Richards. Een heldere monoloog is dit, waarin de acteur het levensverhaal schetst van een personage dat dezelfde naam als hij draagt. Hij wordt muzikaal begeleid door Oleg Fateev op de bajan (een Russische accordeon). Het duo weet een goede balans te vinden tussen de heftigheid van de oorlog, alle tegenslagen en de niet aflatende hoop van de hoofdpersoon. Hij blijft maar vechten, houdt vol met zijn dekking hoog.
Rondom Richards en Fateev zit een deel van het publiek op stoelen, om hen heen hangt een drietal schermen verbonden door afzetlint. Het verbeeldt de moeizame asielprocedure, waarin de vluchteling zich gevangen waant op straat in Amsterdam. Overdag mag hij niet in de opvang zijn, dus zwerft hij maar een beetje rond. Werken mag ook niet; alleen wachten. Het voelt als stilstand: hij kan niet vooruit, noch achteruit. Toch weet hij langzaamaan een bestaan op te bouwen vanuit de gedachte: daar waar het goed met je gaat, is je thuis.
De voorstelling doet zeer persoonlijk aan: de acteur was zelf ook beroemd in Liberia en sloeg op de vlucht tijdens de burgeroorlog. Zijn betrokkenheid blijkt ook uit de vorm van de voorstelling: Richards leidt een nagesprek, als een integraal onderdeel van de performance. Hij stelt zijn publiek een aantal vragen, waarbij hij concrete actie probeert te ontlokken (‘wat ga jíj nu doen om vluchtelingen te helpen?’). Zo expliciet had het niet gehoeven: deze voorstelling heeft van zichzelf meer dan genoeg zeggingskracht.
Het is een sympathiek en indrukwekkend relaas, dat het gewicht van een vlucht invoelbaar maakt. Zo speelt Richards het spelletje ‘ik ga op reis en ik neem mee’ om daarna te vervolgen met de variant ‘ik vlucht en laat achter’. Een goed voorbeeld van de speelsheid van de tekst, waarin gruwelen niet geschuwd worden, maar ook een zekere lichtheid doorklinkt. Het maakt The Bright Side of Life een mooi portret van iemand die zijn optimisme weigert te verliezen én is tegelijk een oproep om, met elkaar, de schouders eronder te zetten.
Foto: Roel van Berckelaer