In Hush van De Dansers vallen dans en muziek naadloos samen, dankzij de veelzijdige cast. Waar vinden we troost en hoe dragen we leed? Dat is de vraag die ten grondslag ligt aan een voorstelling die muzikale pathos mengt met vloeiende, acrobatische dans. (meer…)
Ze rennen maar door, harder en harder. Maar ze komen niet vooruit. Hoe houd je je staande in een leven waarin je geleefd wordt? Waarin er altijd nog een afspraak wacht, werk te doen is, een feestje te bezoeken is? Dat zoekt De Dansers uit in Shake Shake Shake, het dansconcert dat ze afgelopen zomer al inspeelden op festivals, en nu de theaters in gaat.
Ik zal het maar direct toegeven: al sinds ik ooit The Basement zag staat de muziek van Guy Corneille en consorten in mijn Spotify-favorieten. Ook voor Shake Shake Shake is de muziek een drijvende kracht. Die heeft iets rauws en kwetsbaars, waarbij de stem van Corneille soms dwars door je heen lijkt te gaan. Tegelijkertijd spreekt uit de nummers een enorme kracht, en lust en verlangen naar het leven.
Vanuit die basis maakt De Dansers onder leiding van Corneille en Josephine van Rheenen (choreografie) al jaren dansconcerten. Dansers musiceren en musici dansen, net zo lang tot de twee rollen versmelten en dansen muziek maken is en muziek maken dansen.
Het is dan ook de vraag hoe je hiernaar wilt kijken: waarschijnlijk zou het concept ook enorm goed werken in concertzalen. Dans brengt dan een nieuwe dimensie en diepte, doordat het muzikale fysiek wordt gemaakt: ze trommelen op elkaars borstkas om hun stemgeluid te laten trillen, en de muziek gaat gewoon door in stampende voeten en hijgende adem wanneer de nummers zijn afgelopen.
Maar wat blijft er over als al die drukte tot stilstand komt? Als je enkel nog in je hemd staat en het doek letterlijk is gevallen? In dat uitgeklede decor zingt Corneille ‘Ask me where the hell I am gonna go / Who whill have me / Hold me / Need me’. Om hem heen zakken de dansers na al hun energieke sprongen dan eindelijk in elkaar. Langzaam vervormen ze tot bolletjes en zakken tot onder het podiumdeel.
Die verstilde scène is een rustpunt in de energieke, acrobatische danstaal van de groep. Er wordt gevlogen in armen, gerend voor het leven, gesjokt in rijen en gerold over vloeren. Dat werkt aanstekelijk, maar is qua bewegingstaal niet heel verrassend en boort nog geen extra laag in de thematiek aan. Shake Shake Shake is wat dat betreft vooral tof als vormexperiment, waarin nieuwe wegen worden gevonden in de samensmelting van dans en muziek, maar inhoudelijk nog wat achterblijft.
Foto: Jane Stockdale