Dwars op het spektakel-fetisjisme van de huidige tijd, stelt de nieuwe choreografie van Loïc Perela een uur van bezinning voor. Luisteren en voelen spelen in Voice de hoofdrol. Toeschouwers zitten met de performers op het podium en brengen samen geruime tijd in het donker door. Met hun stappen en ritueel ‘chanten’ nodigen de performers de toeschouwers uit om op een onbekommerde manier te ontspannen en de verbeelding de vrije loop te laten. (meer…)
Giulio D’Anna lijkt de lieveling van de Nederlandse Dansdagen. Hij won er de Dioraphte Dansprijs in 2012, won vorig jaar de Prijs van de Nederlandse Dansdagen en werd dit jaar genomineerd voor een Zwaan met O O O O O . Maar maakt hij de belofte ook waar met zijn nieuwste productie R_esistere?
Giulio D’Anna, die zowel in Nederland als in Italië werkt, zal zelf niet gevraagd hebben om al deze aandacht, maar wie zit er dan wel achter deze reeks keuzes? De productie Parkin’son die D’Anna in 2012 met zijn vader maakte was belangwekkend en reist na twee jaar nog steeds door Europa. De ziekte Parkinson op zo’n eerlijke en heldere manier onder de aandacht brengen van een publiek, dat is bijzonder. De kracht van die productie ligt vooral ook in het autobiografische aspect, D’Anna staat zelf met zijn vader op het podium. O O O O O (2013) en zijn nieuwe productie R_esistere zijn van een andere orde en doen een beroep op D’Anna’s compositorische kwaliteit.
Bestaan (esistere) en zich verzetten (resistere), rond deze twee kernbegrippen heeft de choreograaf zijn materiaal verzameld. R_esistere begint voortvarend met indrukwekkend, acrobatisch groepswerk waarin dansers elkaar lijken te willen vermorzelen of de ene na de andere danser als een rising star gedragen worden door de groep. Onder begeleiding van heftige vuistgebaren klinkt een speech van Martin Luther King. Alles wat het dubbelbegrip R_esistere inhoudt is dan al gezegd. Wat rest is een herhaling van zetten. Door confrontaties groeien we. Zo zit het leven in elkaar en wat dat betreft klopt de herhaling. Wat R_esistere wil laat zien is het uithoudingsvermogen waarmee dat gepaard gaat.
Op een klein vierkant podium van lichtblokken plaatst D’Anna zijn dansers, soms lijkt het alsof ze de lichtbakken aansturen met het gestamp van hun voeten of knieën op de beats van componist Maarten Bokslag, maar het is synchroon gechoreografeerd. De cast is gemengd. Er is gekozen voor een oudere danser (John Taylor) en een androgyne danseres. Die keuzes zijn interessant en creëren ook inhoud. Bijvoorbeeld als Taylor door de jongere man gedragen wordt, of danseres Miryam Mariblanca in de kleine arena een gevechtsdans uitvoert met ontbloot bovenlijf net als haar mannelijke evenknie (Fabian Holle). De dansers dragen donkere kleding. Geleidelijk gaan de jasjes en hoodies uit en komen er meer kleuren te voorschijn.
We zien de dansers in uitgekiende posities strijden, soms letterlijk om een plek of om aandacht, soms tegen andere krachten zoals het keurslijf van de vrouwelijke normen. Maar D’Anna lijkt zijn kruit in de eerste minuten van zijn werk toch enigszins verschoten te hebben. De afgebakende ruimte verstikt de choreografie, letterlijke beelden beginnen te vervelen, net als het zogenaamde interactieve spel met het geluid. Misschien dat de choreograaf naar een bewuste irritatie (weerstand) zocht bij het publiek, een heldere keuze is het nog niet. Vooralsnog roept R_estistere vooral veel vragen op.
Foto: Jochem Jurgens