Bij een loods op een industrieterrein aan de rand van het centrum van Alkmaar gaat een rolluik langzaam omhoog. De bezoekers van de voorstelling Maat/Bro staan in stilte te wachten. Binnen staan de eerstejaarsstudenten van de Mime Opleiding van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten de bezoekers uitdagend aan te kijken.

Dan nodigen de studenten ons uit om de loods te betreden. In het midden staan omgekeerde tafels, waar de spelers stoelen omheen plaatsen. Nadat het publiek is gaan zitten klinkt er het getetter van een olifant. Of is het misschien een stoomboot? De spelers nemen plaats tussen de tafels, in verschillende poses vormen zij een levend portret. 

De voorstelling Maat/Bro is een onderdeel van het Karavaan festival, dat sinds 2015 een structurele samenwerking heeft met de Mime Opleiding van de Academie voor Theater en Dans. Regisseur Jan Taks heeft met de eerstejaars studenten gewerkt aan deze voorstelling als afsluiting van hun schooljaar. Het is tevens de laatste voorstelling die Taks voor Karavaan zal maken.

Op gitaarmuziek komt het portret langzaam tot leven. In een choreografie van poses en een rimpeling van trillende ledematen worden er herhaaldelijk verschillende composities geschetst. De bewegingen hebben een duidelijke impuls, veel intentie en lijken op tics. In eerste instantie zijn ze vooral geconcentreerd op het bovenlijf, maar als de intensiteit toeneemt worden ze expansiever. De spelers gooien vol overgave hun bovenlijf naar voren, rakelings langs de metalen tafelpoten. De choreografie is een leuk spel van richtingen en repeterende bewegingen die steeds door andere spelers worden uitgevoerd. 

De zenuwen van de spelers zijn in het begin van de voorstelling duidelijk te merken, maar naarmate het stuk vordert worden de bewegingen meer ontspannen en storten ze zich vol overgave in de dans.

Jan Taks lijkt voor de voorstelling Maat/Bro stukjes ouder werk gebruikt te hebben. Zo herken ik muziek en stukjes compositie uit het eveneens voor Karavaan gemaakte Trafalgar Square. En in de choreografie zijn invloeden te zien uit het vroege werk van Anne Teresa de Keersmaeker. 

De muziek is eclectisch. Er klinken Zuid-Amerikaanse instrumenten, barokmuziek en junglegeluiden. Na een waterpauze worden de tafels verschoven en de kleding deels uitgetrokken. De muziek vertraagt en wordt lieflijker. Waar de interactie in het eerste deel alleen bestond uit het bewust zijn van elkaars positie in de ruimte, lijken de spelers elkaar in het tweede deel meer op te merken. Als baby’s liggen ze op tafel, de één in foetale houding, de ander op de buik met de billen omhoog. Ze kijken naar elkaar en vormen samen een bewegend schilderij. 

Foto: Moon Saris