Ivo van Hoves Hedda Gabler bij National Theatre strijdt vooral met haar eigen conflicterende emoties****
Dat ene kleine grimmige glimlachje dat alles omvat. Het speelt rond Hedda’s lippen als ze hoort dat haar voormalige geliefde Eilert Lövborg zichzelf heeft omgebracht. Extatisch is ze bij de gedachte dat haar handelen ertoe heeft geleid dat hij een echte daad stelde, een daad van pure schoonheid. Dit ene moment, vol wreedheid en bevrijding, is waar de hele voorstelling Hedda Gabler van Theater Utrecht, regie Thibaud Delpeut, uiterst secuur naartoe werkt. En het is werkelijk subliem: terwijl de anderen om haar heen blijven hangen in hun schrik, maakt Karina Smulders met haar subtiele, onderhuids kokende toneelspel Hedda’s reactie even invoelbaar als afschuwwekkend. Het is de culminatie van een in dik twee uur uiterst zorgvuldig opgebouwde spanningsboog, waarin Hedda kortstondig glorieert om daarna als een lamvleugelig vogeltje de enige overgebleven weg te kiezen.
In het volledig zwart toneelbeeld van Roel van Berckelaer, dat ondanks het schijnbare gebrek aan decor toch de sfeer ademt van de oude bedompte villa waarin Hedda Gabler en haar jonge echtgenoot Jurgen Tesman zijn getrokken, komen de klassieke kostuums (Wojciech Dziedzic) goed tot hun recht. De heren zien er uiterst correct uit in hun pakken en de dames dragen de typische eind negentiende-eeuwse benauwende mode van lange rokken met queues, strikhoedjes, strakke lijfjes en korsetten. Toch doet dit ‘kostuumdrama’ geen moment gedateerd aan, in tegendeel: ondersteund door deze opvallende vormgeving levert de groep van zeven acteurs een heldere, hedendaagse, hardvochtige en bij vlagen ook zeer geestige voorstelling af.
Het fascinerende van Hedda Gabler, waarschijnlijk ook de reden dat het ruim een eeuw oude stuk van Henrik Ibsen nog steeds zoveel gespeeld wordt, is haar enorme vrijheidsdrang waarvoor ze vecht en zich in bochten wringt, ondanks alle (deels zelf gecreëerde) beperkingen waar ze in haar leven tegenaan loopt. Karina Smulders maakt zelfs Hedda’s meest uitzinnige bokkensprongen invoelbaar. Alleen al de manier waarop ze in haar stijve korset hangt, roept een complexe innerlijke wereld op: lamlendig, verveeld, omhoog gehouden door de dwangbuis van haar afkomst en sociale positie als getrouwde vrouw. Smulders schakelt loepzuiver van neurotisch naar trots en van verbitterd naar manipulatief. Haar Hedda is niet zozeer een slachtoffer van de omstandigheden maar vooral een slachtoffer van zichzelf.
Guy Clemens als Tesman biedt met zijn aandoenlijk stuntelige, licht komische spel een mooie tegenkleur voor zijn flamboyante tegenspeelster. Ook Astrid van Eck als jeugdvriendin Thea speelt komisch maar intens: strak van de zenuwen en met spannende diepere kleuren. De overige spelers – niet de minste: José Kuijpers, Peter Blok en Reinout Bussemaker – zijn ook al een lust om naar te kijken. Functioneel, onopgesmukt, lichtvoetig en goed doordacht geven zij hun personages vorm. Delpeut bewijst weer eens dat hij een scherp inzicht heeft in de meerduidige psychologie van zijn personages.
Maar alle loftuitingen terzijde: deze Hedda Gabler is geen prettig ontspannen avondje uit. De constante zenuwachtige beat, het naargeestige decor en de intense, realistische speelstijl maken het tot een voorstelling waaruit je met aangespannen kaakspieren weer naar buiten komt.
Foto: Roel van Berckelaer