Opeens een dreun, boem!, meteen aan het begin van de voorstelling: een man met helm op ligt languit op de theatervloer. Is hij een gestrande motorrijder? Is hij als een zwarte engel uit de hemel neergedaald? Een tweede man komt kijken, duwt op zijn lichaam waar geluid uit komt. (meer…)
Het nieuwste project van Dries Verhoeven is een ‘tour de force’. Voor Sic transit gloria mundi transformeert hij met gevoel voor ironie de Neude tot bouwplaats. Boeiend zijn vooral de contrasten die ontstaan op en rondom het plein.
Van wie is de publieke ruimte eigenlijk? Dat was een belangrijke vraag in het debat dat vakblad Theatermaker samen met festival Spring deze week organiseerde. In het panel uiteraard ook Dries Verhoeven, met de ernst die we van hem gewend zijn. Ook de publieke ruimte wordt toegeëigend, dat bleek wel in de totstandkoming van zijn nieuwste installatie-performance op de Neude. Hij deed het wel vaker, interventies in de publieke ruimte, denk aan de provocerende straatexpositie Ceci n’est pas rond taboes of het Grindr-datingproject Wanna Play, dat op weerstand stuitte in Berlijn.
Terwijl Verhoeven zijn voorbereidingen trof voor een nieuwe kritische blik op de maatschappij, stoeide de horeca rondom de Neude met de gemeente over de toegekende vergunning. Het ligt gevoelig, het centrum van Utrecht is al jaren een bouwplaats, bovendien liep de horeca flinke inkomsten mis. Ze had het nalaten, de gemeente hield voet bij stuk. En zo is de Neude tijdens Spring ‘under construction’, volkomen ontsierd door een afbakening van hoge spaanplaten.
Sic transit gloria mundi – zo vergaat de wereldse grootsheid – moet een monument worden voor het einde van de westerse hegemonie. Ter gelegenheid heeft Verhoeven zichzelf uitgebeeld, niet statig natuurlijk maar, de tekst illustrerend, schijnbaar gevallen, liggend op de grond. Mini-maquettebeeldjes worden alvast te koop aangeboden op de plek waar we ook de bouw kunnen gadeslaan. Het is een grappig gezicht.
Voor mij beneden op het plein tekent zich een ritueel af van een handvol mannen, grotendeels zwart, die op het terrein aan het werk zijn. Een van hen rijdt met ronde zonnebril op zijn neus in een frontlader, twee mannen rollen een opgerolde pvc-buis door de bouwplaats die een grote zandbak is, om daarna weer terug te keren naar de keet waar ze vandaan kwamen. Even later wordt een levensgrote hand met een kraan naar de andere kant van de Neude versleept. Steeds zit een van de bouwvakkers stilletjes voor zich uit te staren op een betonnen rioolbuis in het midden van het plein. Het is een theatraal beeld tussen de bedrijvigheid. De mannen wisselen elkaar af in die rol.
Op de bouwplaats is het tempo van de mannen licht vertraagd, of is het vermoeid – het is maar net wat je erin ziet. Soms hoor ik toeschouwers daarop reageren, maar er zijn ook andere geluiden: ‘Nou, je moet je wel netjes gedragen, want anders ga je ook naar het strafkamp’, ‘Is dit kunst, ben je geïnspireerd?’, ‘Dit is een grap’ en ‘Kostte acht ton, dit kunstproject’. Wie een poosje luistert, krijgt een interessant beeld van de meningen. Slechts een enkeling kan het project waarderen en staat te gniffelen, sommige bezoekers zijn duidelijk op de hoogte van de rel met de horeca. Die discussie lijkt de overhand genomen te hebben in het Utrechtse.
Verhoeven heeft de interventie van commentaar voorzien in een expositie onder de uitkijkpost. Een fotoserie illustreert zowel de onrust als de opstand tegen wereldhegemonie en stelt tevens zijn leiders ten toon. Midden in de ruimte staat een gipsen maquette van het plein. Maar zo serieus als de toon van deze expositie is, zo komisch is de setting boven, waar tussen de te koop gestelde reeks gipsen maquettes van de ‘witte man’ een jonge verkoper van Aziatische origine verveeld speelt met zijn telefoon. Continu klinkt in de keet dezelfde Afrikaanse song. Het illustreert het repetitieve ritueel op de bouwplaats.
Het zijn deze details die de subtiliteit laten zien van deze interventie. Tof dat de gemeente de kant van de kunst koos en Verhoeven groen licht gaf voor dit ambitieuze project. De expositie vond ik wat al te sturend, maar misschien helpt het sommige bezoekers het werk beter te begrijpen. Over publieke ruimte gesproken; choquerend is het contrast op de Neude in deze mooie voorjaarsweek. Buiten de muren konden we de welgestelde, uitbundige terrasbezoekers gade slaan, binnen de verstilde acties van de mannen op de bouwplaats. De wereld van nu in een Neudedop.