In Arthurs Japins toneelbewerking van ‘De man van je leven’ ligt de symboliek er dik bovenop **
Hoe krijg je een horde opgewonden kleuters, vol met van verwachting bonkende hartjes samengehokt in een smalle gang, tot bedaren? Tryater-acteur Lourens van den Akker heeft de perfecte oplossing. Maan ze niet tot stilte, dat zou toch geen enkele zin hebben, maar doe gewoon nog een schepje bovenop die samengebalde energie. Jullie druk? Ik drukker!
En dus staat hij, in zijn rol van boswachter Frits Rits, als een dolle adhd-er high fives uit te delen, heen en weer te springen en te ratelen. ‘Ik zeg heel vaak BG. Dat betekent Best Goed. BG! BG! Snappen jullie wel?’ Daar heeft het grut niet van terug. Als een makke kudde schapen laten ze zich even later de theaterzaal binnenvoeren. Waarna het gekrakeel opnieuw aanvang kan nemen.
Frits is alleen wat zijn kleding betreft een traditionele boswachter. Voor de rest is er geen spoortje te bekennen van de bedaagde natuurliefhebber. Hij wil zijn liefde voor de natuur van zijn ritselbos erin rammen. Opgewonden vertelt hij over de vliegende bladluis (‘hoor dan!’), hij klimt in bomen (‘niet vallen!’, roept een kleuter op de eerste rij), hij duikt in de sloot.
Met de komst van zijn zus Rita (een heerlijke rol van Marjolein Ley) gaat Een dag uit het knisperende leven van een zakje in overdrive. Zijn zus is in veel opzichten het tegendeel van Frits maar niet in haar geëxalteerde gedrag. In haar bombastische outfit (knalrood rokje over een pimpelpaars pak met een forse uitsnede voor een decolleté, enorme rode wimpers, opgespoten lippen) belijdt ze continu haar liefde voor plastic. ‘I la-la-la-looooove plastic’, kirt ze. Want plastic stinkt niet, rot niet en vergaat niet. Daar kan de natuur niet tegenop.
De strijd tussen broer en zus zal zich toespitsen op Rita’s ‘roze lievelingszakje’. Zij wil het houden, hij wil het in de afvalbak. Die strijd wordt met alle mogelijke middelen uitgevochten, tot en met een duel met twee föhns en een bladblazer. Even lijkt het in het voordeel van Rita beslecht te worden als ze staat te grienen in een hoekje en een kleuter roept ‘gauw een knuffel geven en sorry zeggen’. Bied daar maar eens weerstand tegen.
Er zit in dit woeste verhaal natuurlijk wel degelijk een moraal, zo blijkt tegen het eind. Het gaat niet om dat ene zakje maar om al dat plastic dat zich in de oceaan verzamelt om daar een gigantische plasticsoep te vormen. Maar regisseur Karlijn Kistemaker weet dat het theater geen plek is voor predikers. Ze wil ongetwijfeld best een gesprek over milieuvervuiling maar laat dat volgaarne over aan de educatieve dienst van Tryater. Bij haar gaat het om de zintuiglijke ervaring, met inzet van alle mogelijke theatrale middelen. Daarin slaagt ze met verve. Met dank ook aan vormgeefster Calle de Hoog, die van een ragebol een egel maakt, van twee plumeaus een vogel en van wat draadjes wol een hond.
En die boodschap? Ach, beter gebracht met een high five dan met een opgeheven vingertje.
Foto: Knelis