Winternights in Maastricht en Come Together in Amsterdam zijn twee verschillende platforms, die de zoektocht naar alternatieve vormen van presentatie en programmatie van theater en performance gemeen hebben.
(meer…)
Op 23 juni 2016 kregen leden van het National Theatre in Londen dezelfde shock als menig landgenoot: Engeland zou de EU verlaten. In de vox populi werd Brexit de afrekening van de genegeerden zonder stem. NT’s artistiek leider Rufus Norris koos voor immersive storytelling om op dit historische moment te reageren. In samenwerking met collega’s interviewde het theater zo’n honderd landgenoten. Engelands eerste vrouwelijke poete laureate, de Schotse Caroll Ann Duffy, verwerkte de interviews tot een nieuw stuk: My Country; work in progress. Een kleine negen maanden later zag de voorstelling het licht. De burgers moesten gehoord worden, daar zou het theater voor zorgen.
Het gebruiken van authentiek materiaal voor voorstellingen over politiek-ingrijpende of sociaalmaatschappelijke gebeurtenissen is in theater al lang geen uitzondering meer. Het confronteert vaak directer dan fictie met andere ideeënwerelden. In My Country koos Duffy ervoor de interviews te dramatiseren. Ze creëerde zeven bijna allegorische personages, vertegenwoordigers van de regio’s van het inmiddels niet meer zo Verenigde Koninkrijk: East Midlands, North East, Northern Ireland, South West, Cymru, Caledonia, met Britannia als middelpunt. Britannia leidt de figuren in een vergadering die de status van het land moet peilen. Zij draagt haar vertegenwoordigers op: ‘Say now for whom you speak‘, terwijl bij achter elkaar opgehouden foto’s de namen klinken van de geïnterviewde Britten: ‘Joanna, Sean, David, Terry, James, Deidre, Stu…..’ . En zij probeert het land te dwingen tot luisteren. ‘Are you listening?‘ wordt het mantra van de voorstelling.
De splitsing in de voorstelling tussen spreekbuizen en de stemmen van het volk is een verdubbeling van dezelfde ideeën. Waar de Davids en Deidres zich uitlaten over patriottisme, uit de hand gelopen immigratie, idiote Europese regelgeving en het ontbreken van echt leiderschap, kibbelen de personages onderling over vergelijkbare thema’s. Dat levert komische scenes op. Op cruciale momenten citeert Britannia (Penny Layden) uit politieke redevoeringen van Cameron tot May en imiteert hoofdfiguren in dit drama. Haar Boris Johnson kan bijgeschreven worden bij de imitaties niveau Spitting Image.
‘Work in progress’ slaat dan ook niet op het nog niet af zijn van de voorstelling. Het stuk heeft alle kenmerken van drama, met verbijstering over het stemresultaat als hoogtepunt. De acteurs manoeuvreren met tafels in een choreografie door de ruimte, of zingen een Brechtiaans lied. Objecten als Britannia’s verenhelm en schild, ’s lands symbolen, theatraliseren de scenes. De acteurs spelen met verve hun rol, vooral Adam Ewan (South-West) en Stuart McQuarrie (Caledonia). Soms wat karikaturaal, maar met de Britse vaardigheid die je van acteurs van dit theater mag verwachten.
Waar de voorstelling echter aan lijdt, is dat na die 23 juni 2016 er al zoveel analyse is geweest. Kloven tussen groot- en kleinstedelijke gedachten; tussen economische elite en onderklassen; tussen jong en oud: ze zijn belicht door journalisten, politiek analisten en sociologen. Daar voegt de voorstelling nauwelijks iets aan toe. De theatervoorstelling stijgt te weinig uit boven het laten horen van stemmen die inmiddels veel gehoord zijn. Ook het programmaboekje met objectieve wetenswaardigheden over het land en de bijdrage van filosofe Naomi Goulder over de verwarring die referenda veroorzaken, kan dat niet overbruggen. De onderliggende vragen van Goulder naar wat identiteit is, welke vrijheid het individu in een collectief systeem heeft, en zelfs hoe het zo ver heeft kunnen komen, komen niet tot een visie.
De voorstelling lijkt vooral de kant te kiezen van het optimisme. ‘Get on with it… we don’t agree with each other but never mind you know… Just get on with it! It’s a democracy’ klinkt het zelfs. Tekst en regie vallen vaak terug op een lichtheid die niet altijd overeen komt met de problematiek van de werkelijkheid. Het brengt de zaal wel met regelmaat aan het lachen. Kan het zijn dat onder de Britse bevolking, vooral buiten Londen, na al die maanden van zelfreflectie er juist behoefte is aan een luchtige benadering van de problemen? Het echte drama, de ware onderliggende oorzaken voor deze landslide, daar wordt te weinig naar gezocht. Niet in de tekst, niet in de voorstelling.
Of misschien toch, ja even. Als alle regio’s na hun laatste berustende woorden het toneel hebben verlaten en Britannia alleen overblijft. Daar staat ze. Haar slotwoorden ondergraven de optimistisch geuite gedachten van haar vertrokken collega’s. Daar lijkt artistiek leider Norris zich te laten zien, en speelt actrice Layden de woorden van het land opeens indringend en somber:
‘We cannot stand in judgement on each others lives.
But we should seek and search and strive for good leadership. Are you listening?
Do I hear you listening?’
De voorstelling speelt op 8 en 9 juni 2017 in de Stadsschouwburg Amsterdam, in het kader van het Holland Festival. Foto: Sarah Lee