Theatermaker Barbara Willemsen maakt De Òrìṣà als ode aan haar Nigeriaanse roots. Toeschouwers doen bij aankomst een handwasritueel in rozenwater en worden gevraagd slofjes aan te trekken alvorens de theaterzaal te betreden. We nemen plaats aan kleine tafeltjes die om de speelvloer heen staan. Iedereen krijgt eten. Een warm onthaal. (meer…)
Aan tafels die samen een groot vierkant vormen wordt het publiek welkom geheten op ‘this very special meeting’. Door twee vrouwen en een man, tot in de puntjes gekleed voor wat belooft een zakenbijeenkomst op hoog niveau te worden.
Maar al snel is duidelijk dat dit is geen gewone vergadering is. Al snel slaan spelers elkaar – in het Engels – met cijfers om de oren waarbij ze de getallen herhalen en er een ritmisch muziekstuk van maken: het snel achter elkaar herhaalde ‘ten’ (Ten! Ten! Ten!) klinkt als een mitrailleur. Er is het juichende ‘thousand!’, het zalvende ‘nine point twelve’ en bij het ‘million!’ gaan ze uit hun dak als waren ze kampioenen.
De drie komen vanachter hun tafel vandaan. En in het begin lijken ze nog wel precies die dingen te doen die bij een topvergadering passen (interrumperen in een microfoon, uitdelen van A4’tjes). Maar het ontaardt al snel in staccato-bewegingen op het ritme van de al even staccato uitgebrachte kreten: ‘Dot! Dash! Space! Slash! Take! Put! Make! Top!’ Ze lopen over tafels heen en gebruiken stoelen als dansobjecten. Even lijkt er een ontspannen moment wanneer ze los van elkaar de toeschouwers apart benaderen met professionele vriendelijkheid: ‘How áre you?’ ‘Sóó good to see you’ en wanneer ze zelfs complimenten en lieve woordjes in hun oor fluisteren. Maar die toeschouwers zijn dan al gewaarschuwd en weten dat ze vriendelijkheid van deze onderhandelingstijgers moeten wantrouwen. En ander ontspannen moment lijkt het wanneer een paar toeschouwers het privécodewoord dat ze op een geprint vel toegeschoven krijgen moeten opzeggen. Privécodewoord ‘Luxembourg’ krijgt van het drietal een applausje. ‘Canada’ slechts misprijzen. ‘Panama!’ maakt ze helemaal euforisch. De Cayman Eilanden bleven deze keer ongenoemd.
Het succes van de voorstelling ligt niet alleen in het feit dat er met bescheiden middelen (stoelen, tafels, papier en een enkele beamer) overtuigend een heel universum wordt opgeroepen waarin de toeschouwers niet anders dan in mee kunnen gaan. Het succes ligt evenzeer in de tot detail uitgewerkte choreografie waarmee de makers in de vergader-arena verbeten, bijna agressief, de sfeer naar hun hand zetten. Als toeschouwer kun je niet anders dan het geheel beduusd ondergaan. En vervolgens getuige worden van het ontsporen van moderne vergaderrituelen. Of is het wellicht toch een adequate verbeelding van hoe het er werkelijk aan toegaat in boardingrooms, aan de top van multinationals of bij het onderhandelen over het Griekse begrotingstekort?
De makers wonnen vorig jaar (als The Futurists) de Dioraphte Fringe Award. En daar is zeker wat voor te zeggen.
foto Annelies Verhelst