De Choreo(graphic) selection van ITS festival 2015 kent vijf choreografieën. Muziek speelt een cruciale rol in de twee choreografieën van Codarts, wezenloosheid is het centrale thema in het werk van studenten van de School voor Nieuwe Dansontwikkeling en in solo van de opleiding Docent Dans aan de Amsterdamse Theaterschool wordt de draak gestoken met egocentrisme. […]
Een bar, een krijtbord, flessen, glazen en chips op de grond. In de setting van een ietwat verlopen café na een heftige avond presenteren de afstuderende bachelors van de opleiding Modern Theatre Dance in Amsterdam zich. De uitbater (of uitsmijter?) is een hooggehakte travestiet die veel rond paradeert, af en toe wat opruimt en de deur openhoudt. Er zijn twee medewerkers, een jongen en een meisje, en vijf gasten. In What do you do, choreografie Jos Baker, krijgen deze acht studenten de ruimte om een personage neer te zetten en hun kwaliteiten als performer te etaleren.
De een heeft zich daarin veel verder ontwikkeld dan de ander – danstechnisch of als podiumpersoonlijkheid – zo blijkt al snel. Niet iedereen weet even lang te boeien en vooral de jongens lijken een beetje inwisselbaar. Maar een paar vallen op, zoals Anni Kaila met haar wulpse, soepel slingerende en toch hoekige, bijna aapachtige bewegingen. Maureen Beentjes toont haar komische talent en Ann Kathrin Granhus laat door haar strenge voorkomen subtiel wat tragiek schemeren.
Jos Baker koos voor een humoristische, ietwat bizarre insteek, een goede en logische keuze voor zo’n groep dansers. Zijn atletische, hoekige en onderzoekende bewegingstaal is hedendaags en zijn humor past goed bij deze jonge generatie. Het is echter jammer dat What do you do zo’n rommelige opbouw heeft. Waarom hebben de scènes specifiek deze volgorde? Baker had hierin veel scherpere keuzes mogen maken. Ook ontbreekt het in de drie kwartier durende voorstelling aan finetuning. De timing van de handelingen is niet altijd even strak, technische cues lopen verkeerd (muziek die al wordt ingezet vóór in plaats van óp een handgebaar) en de dansers hebben moeite om op elkaar af te stemmen, vooral in enkele technisch lastige duetten. Met iets minder grapjes en iets meer aandacht voor de afwerking waren deze acht performers nog beter tot hun recht gekomen.
foto: Nellie de Boer