‘Ik ken je niet en ik weet niet wie je bent en al helemaal niet hoe je heet’ wordt als een mantra herhaald in de sterkste scène van Götterdämmerung // Het Vernietigingsfeest van Arlon Luijten. En: ‘Overval me als een ramp.’ Wie aan het woord is, lijkt onduidelijk, evenmin tot wie deze woorden gericht zijn. (meer…)
Het publiek zit in de zaal. Op de tribune zit al een vrouw te wachten, keurig in Spartashirt. Uit een telefoontje blijkt haar man/vriend/date niet te komen, terwijl ze juist is gekomen om zich te verdiepen in zijn liefhebberij. Een norse jongeman smeert wit over de ene helft van zijn gezicht en rood over de andere. Een meisje klaagt dat ze bij een wedstrijd altijd een bal tegen haar hoofd krijgt. De tribune loopt vol met zo’n veertig fans. Als de wedstrijd begint, worden al die individuen een groep, maar in Hi ha hondenlul! verliezen ze hun eigenheid niet.
Nergens wordt zoveel gezongen als in het voetbalstadion. Dat maakt het supporterschap een goed onderwerp voor muziektheater van de minder gebruikelijke soort. De Gentse theatergroep Het KIP (Koninklijk Instituut voor de Podiumkunsten; een fusie van Ceremonia en Het GEIT) zorgde daarvoor, en dat wekt dan weer de belangstelling van de Operadagen Rotterdam, die dit jaar als thema Broederschap heeft. Dus ook dat komt mooi uit.
Voor het eigenzinnige muziektheaterfestival kwam Het KIP met een bewerking van de Vlaamse voetbalopera U dikke ma! die de groep maakte met supporters van AA Gent. Van U dikke ma! bestaat al een Finse, een Tsjechische en een Ierse versie, dus waarom geen Rotterdamse, rond ’s lands oudste professionele voetbalvereniging Sparta. Die gaat de wereld in onder de titel Hi ha hondenlul!
Voetbalsupporters zijn heel uiteenlopende mensen die met hun diverse achtergronden naar het stadion komen, even opereren als een veelkoppig monster en dan weer uit elkaar gaan. Van dat theatrale gegeven hebben regisseurs Ineke Nijssen, Annelies Denil, Johan Knuts en Yahya terryn dankbaar gebruik gemaakt. Voor de wedstrijd worden op de tribunes alledaagse gesprekjes gevoerd. Dan worden de spelers voorgesteld. In dit geval de fine fleur van Rotterdam uit alle tijden, dus met Erasmus, Aboutaleb, Jules Deelder, Joke Bruijs en Boijmans van Beuningen in de basis. De Spartamars (Rood-wit is onze glorie … SP – AR – TA!) bouwt de spanning verder op.
Als de wedstrijd begint, knallen de elektrobeats de speakers uit en is de verbroedering een feit. Midden in het gebrul worden geluid en beweging af en toe stilgezet en bevriest iedereen in zijn eigen aanmoedigingspose. Ze zijn allemaal goed, die veertig bij elkaar geharkte gelegenheidsacteurs, van jong tot oud, van man tot vrouw, van gemoedelijk tot grimmig, van gefrustreerd tot euforisch en van relaxt tot stijf van de middelen. Dat levert mooie beelden op.
Het uitgangspunt is sterk, maar vraag twee is natuurlijk: hoe maak je daar een verhaal van? Dat is wat veel gevraagd. Aanzetjes zijn er wel. Het meisje krijgt conform Tsjechovs doctrine inderdaad een bal tegen haar hoofd, een ex-ME’er houdt twee kijvende meisjes uit elkaar en er worden wat dingen geraakt over aard en wezen van de supporter, maar erg diep komt ’t niet. Met een gemeenschappelijk gezongen ‘We shall overcome’ wordt het verband tussen kerk en stadion weer eens gelegd, en daarmee is Hi ha hondenlul! uit. Wat overblijft is de kracht van de groep en de mooie koppen en poses van de supporters.
Sparta verloor op de premièremiddag met 3-1 van FC Dordrecht en blijft nog een jaar in de Eerste Divisie.
Foto: Marco de Swart
Het was een hele ervaring om met de mensen van Het Kip en met de anderen te spelen in deze productie!