Het tweedaagse festival Winternights in Maastricht toont geen producties, geen voorstellingen, maar werk dat nog gemaakt wordt. Het werk gaat ook een intiemere band aan met de toeschouwer dan het meeste theater, omdat het zich steevast afspeelt op de grens van voorstelling op locatie en installatie. Toeschouwers delen de vloer met de performers, of nemen de rol van de performer zelfs geheel over. (meer…)
In Comedy Club Haug is het een komen en gaan van bezoekers en comedians dit koude novemberweekend. Terwijl de bezoekers van een namiddagtry-out van Kasper van der Laan op zoek gaan naar een restaurantje, worstelen de eerste bezoekers van het volgende programmaonderdeel zich tegen de stroom in naar binnen. Tijdens het Shtick Fest vertoont de Rotterdamse stand-upclub een ‘staalkaart van Nederlandse en Europese stand-up’, aldus eigenaar Marcel Haug. In de praktijk bestaat het programma uit een afwisselende samenstelling van voornamelijk Britse en Nederlandstalige comedians.
Vijf jaar geleden startten Haug en Debbie van Polanen de Comedy Club, vorig jaar organiseerden deze twee voormalige producenten van het International Comedy Festival Rotterdam het eerste Shtick Fest. Door hun kleine team moet het programma behoorlijk lijken op de reguliere weekactiviteiten, maar voor het festival hebben ze wel alles in één weekend gepast. In verkorte Line Up Shows volgen niet zes, maar vier comedians elkaar in rap tempo op met materiaal van hooguit twaalf minuten. Ook de meeste ingeplande solo-shows duren een overzichtelijk uurtje; Britse comedians presenteren hun successen van Edinburgh Fringe, Nederlandse comedians gebruiken hun uur om een toekomstige theatershow te try-outen.
Vorig jaar kon je één passe-partout kopen en alles bezoeken, daar is het festival dit jaar op teruggekomen. ‘Je hebt dan zo weinig grip op hoe vol de ruimtes zitten. We bieden in plaats daarvan een aantal combinatietickets, om toch herhaalbezoek te bevorderen’, vertelt Haug. ‘Idealiter zouden we uitpakken, met extra clubs door de hele stad, een programma in het Oude Luxor en aangesloten filmzalen waar comedyfilms draaien – maar dat vraagt om een aparte organisatie.’
Een bijzondere toevoeging in het programma is een masterclass van comedian Adam Bloom, gebaseerd op zijn boek Finding Your Comic Genius. Ook ervaren comedian Pieter Jouke schreef zich in: ‘Ik zit al 25 jaar in het vak en stel elk jaar leerdoelen voor mezelf. Niet elke beginner weet dat je dat zo kunt aanpakken, ze proberen het vak al doende te leren. Debbie en Marcel zorgen er met zo’n aanbod voor dat beginners al vroeg hun vaardigheden gaan slijpen en beter gaan nadenken over hun comedy.’
Jouke vindt Bloom ook erg inspirerend. ‘Zijn taalgebruik gaat veel verder dan een gevoel, hij heeft bijvoorbeeld onderzocht hoeveel lettergrepen een punchline moet hebben om het grootste effect te hebben. We kunnen in Nederland best wat meer gaan kijken naar die niet-Nederlandse vakmensen, die denken ontzettend goed na over wat ze zeggen en doen. Ook hoe hij de relatie met het publiek ziet: als een dialoog of romance zelfs, geen strijd. Dat weet ik zelf al een tijdje, maar ik denk wel dat ik dat eerder in mijn carrière had willen snappen. Door dit soort workshops kunnen comedians zich sneller ontwikkelen.’
Ook op de openingsavond van het Shtick Fest speelt het publiek een belangrijke rol. Zo ontstaat er tijdens de Best of the Fest NL een band tussen de artiesten en iemand op de eerste rij, die meerdere frituurhapjes bestelt, de groep ouderen aan de ene en de jonge stellen aan de andere kant. Stijlen verschillen: waar de gevestigde René van Meurs zijn publiek vrolijk minacht en hartelijk aankondigt hen ‘kapot te maken’, vloekt opkomende artiest Marie Koet juist even in zichzelf, als iemand het beter voor elkaar heeft dan zij.
Later die avond trekt de hyperactieve absurdist Rob Copland in zijn soloshow het publiek het podium op als prop, danst ermee en vereert het: ‘this audience is going places: you are going to be a star’, zegt hij ‘me, not so much, I’ll be watching in awe.’ Hij laat ruimte voor bezinning en daagt het publiek uit te kijken naar tien minuten stand-up zonder babbelen en klappen, waarin hij de hele show beeldend, gebarend en het giechelende publiek dirigerend nog eens over lijkt te doen. De Nederlandse toeschouwers doen dapper mee.
Verder biedt het festival twee improvisatie-experimenten: Two vs. One, waarin twee comedians samen een half uur improviseren en de Bit Mix, waarin comedians van elkaars spiekbriefje een sketch proberen te maken. Ook Date Leed is een speciaal concept, waarin Marie Koet en Céline Schrama over hun datingleven vertellen. Op donderdag babbelen René van Meurs en Daan van der Hoeven zich gemoedelijk door de Two vs. One – twee op elkaar ingespeelde vrienden, die elkaar zo nu en dan een voorzet geven voor stukjes beproefd materiaal of een toeschouwer treffen met een fijn plat Rotterdams accent om lacherig te bewonderen.
Zo voorziet het Shtick Fest in een kennismaking met Club Haug en een brede selectie aan comedy-stijlen. Haug: ‘Wie denkt dat stand-uppers zich alleen bezig houden met makkelijke grappen, vergist zich.’
Foto’s: Debbie van Polanen