De aardverschuiving die het Fonds Podiumkunsten veroorzaakte met zijn subsidiebesluiten schokt nog na. Ook een paar weken na D-day overheerst de verbazing over de rigoureuze keuzes en de gevolgen ervan. Maar naast blijdschap over de instroom van nieuwe makers die nu hun werk structureel kunnen gaan vormgeven, zie ik ook een aantal problemen in de beoordeling die duidelijker zijn dan bij de beoordeling 4 jaar geleden.

Een enorme nadruk op plannen in plaats van resultaten, de sterke eis om nieuw publiek te werven, de ondoorzichtige invulling van het criterium ‘betekenis voor de Nederlandse podiumkunstpraktijk’; het heeft geleid tot een aantal mijns inziens onwenselijke uitkomsten, waarvan het grote aantal afwijzingen van instellingen die pas 4 jaar structureel subsidie kregen de belangrijkste is.

Maar deze (op zich al grote) problemen mogen niet verhullen dat er een diepere rot zit in het systeem van meerjarige kunstsubsidies. Het puntensysteem – dat een integrale blik op het veld verhindert – en de ontschotting van commissies – wat niet het juiste antwoord is op de toename van multidisciplinair werk – zijn al langer handicaps voor een goede beoordeling van kunstinstellingen. Beleidskenners zeggen dat het niet anders kan – door wetgeving die een gelijk speelveld moet garanderen in alle situaties waarin overheidsgeld wordt verdeeld.

Maar dit ‘There Is No Alternative’-idee doet me te veel denken aan de verdediging van de neoliberale orde na de economische crisis van 2008. Juist nu er een nieuw cultuurbestel wordt opgetuigd vanaf 2029, is er meer verbeelding nodig om buiten de nauwe kaders tot betere oplossingen te komen.

Deze editie van Theaterkrant Magazine werd grotendeels gemaakt vóór de subsidie-uitslagen. We spraken An Hackselmans, de nieuwe artistiek leider van het Zeeland Nazomerfestival, en Paul van der Laan van Bambie – die beiden na het interview werden geconfronteerd met negatieve subsidiebesluiten.

In het septembernummer maken we de laatste jaren de verbinding met NTF Pro, het professionals programma van het Nederlands Theaterfestival. Op 5 en 6 september zijn daar dit jaar bijeenkomsten en debatten over (onder veel meer) kunst in het sociale domein, de transitie naar LED licht en het doorbreken van de zwijgcultuur in sociaal onveilige organisaties. Voor een aantal van deze gesprekken publiceren we stukken die hopelijk dienen als inhoudelijk voorwerk.

Zo sprak Iris Peters onder anderen met Boaz Blume en Erika Zeegers over theater voor, door en met dove makers; las Kimberley Smit het boek Decolonizing the Theatre Space; en sprak Wendy Lubberding met Sarah Moeremans over de vrolijke omgang met duurzaamheid bij Het Zuidelijk Toneel.

Op de laatste dag van het festival, 15 september, vindt ook weer het Gala van het Nederlands Theater plaats. Daar wordt een nieuwe acteerprijs uitgereikt: de Theo d’Or voor de meest grensverleggende podiumprestatie. Twee van de genomineerden komen in dit nummer aan het woord. Rashid Novaire sprak met Princess Bangura in zijn serie over kunstenaarsbronnen, en Marijn Lems interviewde Bo Tarenskeen over zijn denkende theaterwerk.

Ten slotte wijs ik u graag nog op het debat dat Theaterkrant zelf organiseert tijdens de NTF Pro. Op 6 september spreken we onder de titel Naar een faire theaterkritiek over de uitdagingen en beperkingen voor de theaterkritiek en de verhouding met de sector. Want net als in het subsidiesysteem mogen ook in het gesprek tussen kritiek en veld de kaders wel wat ruimer.

Dossiers

Theaterkrant Magazine september 2024