De Amsterdamse wethouder van cultuur Touria Meliani stelt twee jaar 12 miljoen euro extra beschikbaar voor culturele instellingen in de stad. Dat meldt Het Parool. Ze reageert hiermee op de landelijke subsidiekortingen op Amsterdamse gezelschappen.

Met een deel van het geld (6 miljoen) komt ze de Kunstraad tegemoet die in haar advies vorige maand de bezuinigingsopdracht van de gemeente negeerde en adviseerde om géén geld bij grote instellingen weg te halen om ruimte te maken voor nieuwkomers. Dit is voor zeven grote instellingen, waaronder Internationaal Theater Amsterdam (ITA), Nationale Opera en Ballet en het Concertgebouworkest. ITA krijgt daarnaast 250.000 euro, om de korting op de rijkssubsidie te verzachten. Het theater werd door de Raad voor Cultuur (RvC) gedegradeerd tot middelgroot gezelschap en verliest daarmee jaarlijks 1,3 miljoen euro.

De rest van het geld wordt verdeeld nadat het Amsterdams Fonds voor de Kunst op 1 augustus zijn beslissingen over meerjarige subsidies bekend maakt. Omdat dat fonds stevig overvraagd is, worden daar net als bij het FPK grote ingrepen verwacht. Daarnaast moet de dekking nog gevonden worden en moet de gemeenteraad nog akkoord gaan.

De wethouder is zeer kritisch op het advies van de RvC over ITA: ‘Die heeft de stukken niet goed gelezen. (…) Er is gewoon geen goed beeld van welke rol Amsterdam heeft als hub. De Raad voor Cultuur en het Fonds Podiumkunsten zouden zich er beter van moeten vergewissen hoe het eigenlijk werkt in Nederland, in plaats van nu al te gaan spreiden.’

Milder is ze voor ITA, dat dinsdag een kritisch rapport naar buiten bracht over grensoverschrijdend gedrag en een angstcultuur binnen het gezelschap. Ze prijst de inspanningen die de directie doet om de bedrijfscultuur te veranderen. ‘Als je het gezelschap daar nu op afrekent, raak je niet diegenen die nu weg zijn, daarmee raak je de mensen die op de vloer werken: de technici, de crew en de mensen die eindelijk naar voren zijn gestapt om iets aan de sociale veiligheid te veranderen. Ik heb daar enorme moeite mee.”

Foto: Jitske Schols