Bij aanvang van de documentaire theatervoorstelling Lucky Day krijgt elke toeschouwer een kraslot. Maar voordat we het lot aan het eind van de voorstelling mogen openkrassen, moeten we een keuze aankruisen: houden we het eventuele winnende prijzengeld (maximaal 25 duizend euro) zelf, of staan we het bij voorbaat af aan een jongere met schulden? (meer…)
Hoe loopt het af? Bij elk goed (verteld) verhaal, is dat de vraag die de anekdote voortstuwt. Er is een probleem en dat moet worden opgelost, zo simpel werkt vertelkunst. Maar in écht goede verhalen, activeert het ene (anekdotische) probleem, een onderliggend en veel complexer probleem. Maar dat terzijde.
In Reboot, het immersieve live-hoorspel dat verteller Thomas Dudkiewicz en sound-designer Tomas Loos onder de vleugels van Urland op De Parade brengen, wordt het publiek eerst meegenomen in een korte lecture-performance over de kunst van het storytellen. Maar al snel bedenkt Dudkiewicz zich: een storyteller moet nooit zijn geheimen prijsgeven. Dus: vergeet alles wat hij gezegd heeft.
Heel slim zet hij daarmee de kaders uit waarbinnen we Reboot mogen bekijken: het gaat niet zozeer om de anekdote, maar om hoe (en door wie) die anekdote wordt opgetuigd. Terwijl Dudkiewicz – als bewezen stemkunstenaar en meesterverteller ontspannen en helemaal in zijn element – achter zijn microfoon moeiteloos tussen perspectieven en personages schakelt, voorziet Loos naast hem de vertelling van een inventief geluidsdecor van diegetic en non-diegetic sounds – geluiden die onderdeel zijn van de fictieve werkelijkheid, en geluiden die (in principe) voorbehouden zijn aan de toehoorders, niet aan de personages.
Dudkiewicz en Loos zijn daarmee de scheppers (én de heersers) van een arena waarin een jonge protagonist op een probleem naar hún keuze stuit. Het contrast tussen verteller Dudkiewicz (zelfverzekerde, diepe mannenstem) en het door hem gecreëerde personage Lucy (een hakkelend, onzeker meisje) is veelzeggend: Reboot gaat over een door mannen vormgegeven wereld, mannen die het bovendien gewend zijn macht uit te oefenen en dat vanzelfsprekend vinden, die zich onaantastbaar wanen.
Maar dat is buiten Lucy gerekend, die steeds meer autonomie naar zich toetrekt. Dat begint met iets kleins, ze wil zeggenschap over een klein detail in het verhaal en zal zich in ruil daarvoor netjes en gewillig ten opzichte van het narratief opstellen. Maar gaandeweg neemt ze steeds meer eigenaarschap over het verhaal waarvan zij als het middelpunt wordt gepresenteerd.
Aan het begin van het verhaal vliegt er een kraai langs het raamkozijn. Elke verhalenverteller weet: een kraai in het verhaal voorspelt onheil. Maar de regels schrijven niet voor, voor wie dat onheil is voorbestemd. Het kan dus zo maar zijn dat de kraai geen waarschuwing is voor het personage, maar voor de verteller.
Reboot ontvouwt zich als een heel intelligent opgetuigd theatraal labyrint, waarin de makers hun eigen ambacht ondermijnen en bevragen, maar dat zó vakkundig en ambachtelijk doen, dat ze er tegelijkertijd een pleidooi voor houden. Ze stoten zichzelf op zo’n slimme manier van het podium, dat ze tóch de hoofdrol opeisen. Zo houden ze hardnekkige en vastgeroeste mechanismes van patriarchale macht en onderdrukking, alsnog in stand. Dat is verontrustend en tamelijk angstaanjagend, en vooral ook heel veelzeggend.
Foto’s: Erik van ’t Hof